06

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Pittig lesje in scherp sturen

Tekst Jack Oosthoek
Foto Paul Tolenaar

Chauffeurswedstrijd: meer dan alleen een rijbewijs

“Ja, hij is er klaar voor. 3, 2, 1. Rijden!” Met de precisie van een doorgewinterde chauffeur die een miljoen schadevrije kilometers reed, parkeert een landmachtchauffeur een 4-tons Scania achteruit in een vak. Rauw motorgebrom, geknars, gesis van ontluchtende remmen. Zestig militairen strijden op het Opleidingscentrum Rijden (OTCRIJ) in Oirschot om de titel ‘beste defensiechauffeur’. Lesje in scherp manoeuvreren. 

‘Even Apeldoorn bellen?’ Niet nodig. Deze chauffeur legt de precisieproef behendig af.
Sommigen nemen precisie-rijden iets te letterlijk.
Naast rijproeven ondergaan de chauffeurs een 40 vragen tellende verkeerstest.
Een goede chauffeur is altijd gefocust, rijdt beheerst en doorziet verkeersmanoeuvres.
x

Vanaf de zijlijn slaat een instructeur van het OTCRIJ, bakermat van de rijopleidingen van Defensie, soldaat 1 Marvin Strobel gade. Hij werkt de tweede van in totaal 6 proeven af. Kijkend in de spiegels probeert hij al manoeuvrerend een aanhanger aan te koppelen. Mispoes. Trek-oog van aanhanger en trekhaak van 4-tonner matchen net niet. Strobel stapt uit om het gevaarte zélf aan te koppelen. Werkhandschoenen aan, dat moet van de Arbowet. “Je vergeet wat”, roept instructeur sergeant-majoor Pim Claas. Rap prikt Strobel een kabel in een stekkerbak van de 4-tonner. Rijdt vooruit en parkeert opnieuw achterwaarts. Nu met aanhanger. Komt hij buiten de lijnen, dan krijgt hij strafpunten. “Het komt allemaal aan op anticiperen en corrigeren. Haastige spoed is ook in dit geval niet goed”, zegt majoor De Vries, hoofd Ondersteuning van het OTCRIJ.

Toch maar uitgestapt, koppelt Marvin Strobel een aanhanger aan. Daarmee manoeuvreren is voor hem geen dagelijkse kost.

‘Het komt allemaal aan op anticiperen en corrigeren’

Beetje slordig

Strobel maakt volgens Claas wat te veel haast. Maar ja, de stopwatch tikt onverbiddelijk door. “Het zullen de zenuwen wel zijn”, vermoedt Claas. Toch scoort Strobel een voldoende. ”Hij rijdt redelijk veilig”, motiveert de instructeur. Als Strobel na de proef wil wegrijden, vergeet hij de druk van de remmen van de aanhanger te halen, in jargon ‘ontlasten’. ”Beetje slordig”, vindt Claas. Maar met een aanhanger manoeuvreren doet Strobel niet dagelijks, verweert de rode baret zich. “Deze wedstrijd leent zich goed om dat te trainen.”

Zo lijkt sergeant Caroline Dorsman er ook over te denken. Zij is er met een Scania Wissellaad-systeem in geslaagd om een flatrack precies op de juiste plek te droppen. “Het was hard werken”, verzucht ze. “Nee, ik voelde geen druk. Behalve dan van collega’s aan de zijlijn. Die weten het allemaal zo goed. Ik ben tevreden over het resultaat.” Volgens jurylid sergeant 1 Koos Olivier terecht. “Je reed geen pilon omver en bleef binnen het parcours. Dat lukt lang niet iedereen.” 

Focus en zelfbeheersing. Dáárom draait het bij de behendigheidswedstrijd vooral.

‘Het was hard werken’

Wie doen mee?

Aan de jaarlijkse behendigheidswedstrijd kunnen militaire en burgerchauffeurs van Defensie meedoen. Zolang ze maar een militair rijbewijs kunnen tonen. De proeven – 6 in getal plus een verkeerstest – worden met 3 typen voertuigen verreden: de MB-terreinwagen, de YA 4442 en het Scania Wissellaadsysteem. 

Ludieke test door bij het OTCRIJ geplaatste instructeurs van het Korps Mariniers. Oefening in ringsteken.

Pilon met tennisbal

Even verderop slalomt ‘burger’ Maas van Donkelaar ogenschijnlijk moeiteloos met een Mercedes Benz-terreinwagen achteruit over een pilonnen-parcours. Terwijl hij niet gewend is om met dit voertuig te rijden. Op de motorkap een rode pilon met op de top een tennisbal. Valt die er af, dan rijdt de chauffeur niet subtiel genoeg. “Evenwicht, daar gaat het bij dit onderdeel om”, doceert instructeur sergeant-majoor Peter Wijkhuisen van het OTCRIJ.

Van Donkelaar werkt bij Meditaxi op Schiphol, een bedrijf dat chauffeurs voor medische repatriëringen levert. De banden met Defensie zijn sterk, vandaar dat Van Donkelaar met enkele collega’s is uitgenodigd. Dat hij ‘buiten mededinging’ meedoet en zo geen prijs kan pakken zal hem worst wezen. “Als gedreven chauffeur wil ik dit gewoon goed doen. Ik moet op het juiste moment insturen en de pilonnen nauwkeurig aansnijden. Lastig, want vanaf mijn plek zie ik ze nauwelijks.” Gast Van Donkelaar slaagt met vlag en wimpel. De bal die nog steeds op de kop van de pilon ligt, bewijst dat. 

Burgerchauffeur Maas van Donkelaar slalomt achteruit in de militaire MB-terreinwagen. “Ik wil dit gewoon heel goed doen.”
Nog een exotische proef. Een blok hout omstoten met een dolk.

Focus en zelfbeheersing

Terwijl Van Donkelaar zich naar een volgende test spoedt, glijdt een 4-tonner centimeter voor centimeter achteruit in een met krijtstrepen aangegeven parkeervak. “Netjes, hoor. En rustig. We hoeven niet bij te sturen”, taxeert wachtmeester 1 Mark Pontenagel van de KMar.

“Mijn indruk van de wedstrijd? Veel chauffeurs rijden op routine en moeten wennen om netjes tussen de lijnen te blijven. Maar iedereen rijdt veilig en daar gaat het om.”

‘Veel chauffeurs rijden op routine’

Volgens projectofficier majoor Dorris Witjes is een goede chauffeur altijd gefocust, rijdt hij beheerst en doorziet hij verkeersmanoeuvres. “Hij moet ‘één’ zijn met zijn voertuig.” Daar is De Vries het volmondig mee eens: “Chauffeur zijn houdt veel méér in dan een rijbewijs hebben. Ken bijvoorbeeld de ‘dimensies’ van je auto. Dat is vooral belangrijk in een smalle straat. Je merkt in deze wedstrijd wie hart en gevoel voor het vak heeft. Een goede chauffeur ‘bezit’ zijn voertuig. Zijn voertuig ‘bezit’ hem.”