Confronterend maar glashelder

De afgelopen dagen is veel over Defensie gezegd en geschreven. En met reden: er zijn vorig jaar collega’s omgekomen en gewond geraakt. Afgelopen dagen was ik ook bij de nabestaanden van Henry Hoving en Kevin Roggeveld en bij onze gewonde collega’s. Deze week zijn mijn gedachten op de eerste plaats natuurlijk bij hen.

Dinsdagavond hebben de minister van Defensie en de Commandant der Strijdkrachten hun politieke en ambtelijke verantwoordelijkheid genomen. Mevrouw Jeanine Hennis en generaal Tom Middendorp verdienen hiervoor respect, net zoals hun inzet de afgelopen jaren ons respect verdient. Ik heb dat zelf vaak van dichtbij kunnen ervaren.

Woensdag is Klaas Dijkhoff door Zijne Majesteit de Koning beëdigd als demissionair minister van Defensie. Minister Dijkhoff zei dat hij eerst wil luisteren en kijken hoe Defensie er nu voor staat. Daarna zal hij bezien hoe Defensie in rustiger vaarwater kan komen.

Donderdag is tijdens een sobere ceremonie op Vliegbasis Gilze Rijen de nieuwe Commandant der Strijdkrachten aangetreden, luitenant-admiraal Rob Bauer. In zijn speech, die u allen als Dagorder heeft ontvangen, ging hij in op het vergroten van vertrouwen. Het vertrouwen van de politiek – en de samenleving – in Defensie. Maar ook het vertrouwen van onze eigen mensen in de eigen organisatie. Hij sloot af met de woorden: “Ik vraag uw vertrouwen, mijn vertrouwen heeft u”. Ik was aanwezig bij de aanvaarding van het commando en sluit graag aan bij zijn woorden.

Met de wisselingen aan de top zijn de problemen bij de krijgsmacht niet verdwenen. Dat besef ik, dat beseft iedereen in de landmacht en dat beseft iedereen daarbuiten.

De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft onderzoek gedaan naar het mortierongeval in Mali. De conclusies zijn confronterend, maar glashelder. Het munitiebeheer was niet goed op orde, net als de medische keten. Eerder heeft de raad ook het schietongeval in Ossendrecht onderzocht, waaruit bleek dat de veiligheidsprocedures onvoldoende waren nageleefd.

Beide rapporten houden ons een spiegel voor: ons veiligheidsbewustzijn moet echt beter. Wij moeten met zijn allen, van hoog tot laag, leren van deze rapporten en deze ongevallen.

Ik snap dat er onrust is over de bevindingen, ook bij het thuisfront. Wat mij betreft is één ding duidelijk: wij sturen geen mensen ‘de poort uit’ als de risico’s en randvoorwaarden onverantwoord zijn. Zo nodig passen we de missie aan. Ofwel, als het écht niet kan, dan doen we het niet.

Defensie heeft een operationele pauze ingelast. In alle missiegebieden zijn of worden voor de zekerheid extra veiligheidscontroles uitgevoerd op het gebied van munitie en medische opvang.

Ik ben mij terdege bewust van de problemen bij de landmacht. Op personeelsgebied, met ons materiaal, en met de geoefendheid, noem maar op. Ook over de frustraties en het gebrek aan vertrouwen hierover. Ik herken dat en ik deel deze gevoelens.

Wij zijn een bijzondere organisatie met bijzondere regels. Daar houden we ons dus aan. Maar extra of onnodige regels helpen ons niet verder. Dat kan namelijk leiden tot een cultuur van ‘ontwijken’ en dát is precies wat ons niet helpt.

Terug naar vandaag. Wij moeten werken aan het herstel van vertrouwen en ons veiligheidsbesef. Dat zijn we verplicht aan onze omgekomen collega’s, aan elkaar en aan onszelf.

Ik vertrouw op u en reken op u allen om hier samen aan te werken!

Luitenant-generaal Leo Beulen
Commandant Landstrijdkrachten