Tekst kapitein Arjen de Boer
Foto korporaal Jasper Verolme en kapitein Juul Platenburg
Eerste rotatie luchtmobielers weer thuis na inzet in Afrika
De laatste patrouille in de Malinese stad Gao werd begin april door de Desert Falcons gevierd met een koud half litertje. Alcoholvrij uiteraard. Tijd voor een terugblik op de eerste inzet van de luchtmobielers tijdens de missie MINUSMA.
“Dit is niet goed”, zegt soldaat-1 Niko tegen zijn kamergenoot. Buiten klonk een seconde geleden een harde klap, niet ver van Kamp Castor waar de Nederlanders zitten. Normaal wil de dichtslaande pantserdeur van de slaapcontainers nog weleens voor herrie zorgen. “Maar dit was heel anders”, blikt Niko terug op die dag afgelopen januari.
Luchtdruk
Buiten ziet hij een vette rookpluim, het gevolg van een bomaanslag op een kamp van Malinese strijdgroepen die samenwerken in het kader van het broze vredesproces in het Afrikaanse land. De aanslag was meteen een goede reminder voor de rode baretten die toen net aan hun eerste rotatie in Mali waren begonnen: dit is geen simpele missie, hier moeten we continu scherp blijven.
Op sommige plekken hing tijdens de laatste patrouille een gespannen sfeer in de stad. De avond ervoor waren mensen slaags geraakt, waarbij slachtoffers waren gevallen. Daarom waren ook het Malinese leger en bondgenoten op straat aanwezig om de orde te bewaken.
Wereld van verschil
“Gelukkig hebben we een goed opwerktraject gehad”, vertelt korporaal-1 Rick van de zogeheten Long Range Reconnaissance Patrol Task Group Desert Falcon (LRRPTGDF). Want deze missie, die eerst werd gedraaid door de special forces van KCT en MARSOF, is duidelijk andere koek dan het opereren in een oorlogsscenario. “Werken in VN-verband vraagt wel aanpassing. We moesten anders nadenken, continu bedenken dat we neutraal zijn”, blikt boordschutter Rick terug. “Het belang van de burgers staat bovenaan. Wie zich te hard opstelt, verspeelt zijn krediet”, vult MB-chauffeur Niko aan.
In Mali is een militair ook diplomaat en vertegenwoordiger van de VN. Daarom gaf overste Ron Sensen een interview op een lokale radiozender om te vertellen over de gevaren van IED’s. Dit optreden was onderdeel van een campagne die mensen oproept om info over bermbommen en hun makers te melden.
Eerste rotatie LMB goed verlopen
Wraakactie voorkomen
De kracht van de LRRP was dat de mannen over lange afstanden, in onherbergzaam terrein zelfstandig inlichtingen konden verzamelen. “Het zijn toch allemaal jonge mannen die hiervoor niet van huis uit zijn opgeleid en ver weg van alles en iedereen de juiste keuzes moeten maken”, zegt luitenant-kolonel Ron Sensen, commandant tijdens de eerste rotatie van Desert Falcon.
“Ik vind dat we daar echt wel wat hebben neergezet en de force commander konden voorzien van relevante informatie over de bewegingen, intenties en daden van de diverse groeperingen.” Zo is door snelle aanwezigheid van het met helikopters ingevlogen Immediate Response Team (IRT) van de Rode Baretten net buiten de stad Kidal, in het noorden van Mali, waarschijnlijk een wraakactie voor genoemde aanslag voorkomen.
Kleine club, immens land
Maar de uitdaging was groot. Mali heeft een oppervlakte van 30 keer Nederland, er zijn diverse strijdgroepen die voor of tegen een verenigd Mali zijn en jihadisten die het land willen destabiliseren. Kijkend naar de levensgrote kaart op het kantoor van Sensen, bekruipt toch het gevoel wat een club van zo’n 170 Nederlandse militairen precies kan uitrichten.
“Het is inderdaad een moeilijk grijpbare missie. We zijn constant bezig met het zoeken en passen van puzzelstukjes. Wie doet wat waar? Wie werkt met wie?”, zegt Sensen. Daarom zijn in de ruim 4 maanden zo’n 250 dagpatrouilles, 21 operaties en 5 IRT-inzetten uitgevoerd. De meeste duurden een dag, anderen bijna 2 weken ver weg van de thuisbasis op Kamp Castor.
De lokale bevolking is belangrijk bij de vergaring van informatie, bijvoorbeeld over IED’s. Via duidelijke posters wordt gevraagd om info te melden aan MINUSMA.
Desert dokter
Maar dit was niet alleen het werk van verkenners en infanteristen, benadrukt de overste. “We kunnen niet zonder alle enablers en de specialisten. Neem bijvoorbeeld de arts die ik mee had, een jonge vent van net-uit-de -opleiding. Hij kwam aan met een glanzende dokterstas. Ik had maar één arts, dus was die jongen bijna 80 procent van de tijd buiten. Nu is het een operationele vent met een baard en Malinees zand in elke porie.”
Wennen aan Duitse heli’s
Het vertrek van de Nederlandse helikopters eerder dit jaar was voor de mannen een ‘domper’, weet MB-chauffeur Niko. De actieradius van de LRRP was meteen een stuk minder. “Maar wij beseften ook wel dat de heli’s op waren. Tegen het einde kwamen er meer mankementen.”
Duitse NH-90 helikopters arriveerden om de transporttaken en medevac over te nemen. Deze moderne machines hebben weliswaar indruk gemaakt op de mannen, maar het nadeel is dat de heli’s minder rode baretten kunnen vervoeren dan een Chinook. Verder zijn ze niet in staat om de rol van taxi én vliegende ambulance tegelijkertijd te combineren. De Duitsers en Nederlanders stemmen daarom nu hun werkwijzen verder op elkaar af om invulling te geven aan de taak van lange-afstandsverkenning.
Binnen no time spullen pakken, klaarmaken en inladen om bondgenoten te steunen in de stad Timboektoe. Deze inzet was een hoogtepunt van de afgelopen rotatie.
Inzet Timboektoe hoogtepunt
Hakken-billen naar Timboek-toe
Een van de hoogtepunten van deze rotatie was zonder twijfel de Tactical Air Landing Operation (TALO) in Timboektoe van afgelopen maart. In de legendarische woestijnstad hinderden strijdgroepen de installatie van interim-autoriteiten en dreigden op te rukken naar het centrum. “Binnen anderhalf uur zaten de eerste mannen in het vliegtuig naar Timboektoe”, zegt Rick. Al snel bleek de aanwezigheid van zo’n 20 rode baretten en 2 voertuigen niet genoeg om het hoofd te bieden aan een mogelijke escalatie. Dus werden met hulp van de Duitsers, Portugezen en Zuid-Afrikanen meer Desert Falcon-militairen naar ‘TB2’ gevlogen. “Binnen enkele dagen waren we daar met ruim 90 man en 14 voertuigen”, aldus Niko. “Dat is precies waar we goed in zijn”, zegt Rick. “Flexibel zijn, op elk moment.”
De TALO-inzet in Timboektoe was voor de Duitse helibemanning van de NH-90 meteen een goede oefening, aangezien zij nu de ‘taxi’ zijn van de Nederlanders.
Effect aan onderhandelingstafel
De mannen hadden aanvankelijk voor 72 uur munitie en rantsoenen bij zich, maar uiteindelijk is de eenheid bijna een maand in Timboektoe gebleven. Er zijn daar meer dan 60 patrouilles gereden, waarbij continu contacten werden gelegd met de bevolking en leiders van de groeperingen. “De verkregen info stuurden wij dan door naar de force commander in Bamako die het meteen aan de onderhandelingstafel kon gebruiken om de angel eruit te halen.”
Nog jong, maar gelouterd
Bosnië, Macedonië, Kosovo en de lijst gaat door: Cyprus, Eritrea, Irak en Afghanistan. Doe daar meteen de huidige VN-missie in Mali bij en de training van Peshmerga in Noord-Irak. Dat is in valkenvlucht de rijke, internationale inzetgeschiedenis van 11 Luchtmobiele Brigade (LMB).
En dat in slechts 25 jaar tijd, een jubileum dat in 2017 wordt gevierd. 11 LMB is een jonge eenheid binnen Defensie, maar een die zijn sporen in korte tijd ruimschoots heeft verdiend.
Na de oprichting in 1992 volgde een lang traject van opleidingen, cursussen en soms regelrecht pionierswerk. In 2003 behaalde LMB in de operationele gereedheidsstatus. Dat betekende dat de brigade samen met helikopters van de luchtmacht op brigadeniveau een gecoördineerde aanvalsoperatie kan uitvoeren.
De Rode Baretten zijn niet alleen internationaal ingezet, maar ook in Nederland. Zo voerden ze in 2001 grenscontroles uit tijdens de MKZ-crisis (mond-en-klauwzeer). Vorig jaar hielpen ze collega’s van de marechaussee bij de controles op de toegangswegen naar Schiphol.