Dit artikel hoort bij: Landmacht 04
Tekst Jack Oosthoek
Foto Louis Meulstee
Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Aflevering 11: de elektromonteur.
Bedoeld voor gebruik in huizen en gebouwen om vroegtijdig isolatiefouten in de kabels van een (uitgeschakelde) installatie te onderkennen, zoals een stopcontact. Denk aan een aansluitfout of een beschadigde isolatielaag van een kabel. Al met al kan de monteur met een isolatie-weerstandsmeter de gehele bedrading van een huis of gebouw op defecten controleren.
Een tang waarmee je een kabel met een grote diameter doorsnijdt. Handig wanneer een elektromonteur slechts een deel van een lange elektriciteitskabel nodig heeft.
Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ meet je hiermee of en in hoeverre er spanning op een installatie staat. Bijvoorbeeld als er een stroomstoring is geweest of wanneer werkzaamheden aan de installatie gepland staan, waarbij een deel van de installatie ‘spanningsloos’ dient te zijn. De dubbelpolige spanningsmeter meet ook het ‘draaiveld’ van een krachtgroep. Stroom moet de juiste kant ‘opdraaien’, anders werkt een apparaat in tegengestelde richting, wat geheid problemen geeft. Denk aan een zaag.
Dit stuk gereedschap klemt de elektromonteur om een dikke kabel om te kijken hoeveel ampère (stroomsterkte) er doorheen loopt.
Hiermee meet de specialist of een aardpen voldoet aan de eisen van lage weerstand. Hij plaatst de pen, een koperen staaf, in de grond van een bouwplaats of bij een installatie om zichzelf zo te beveiligen tegen ‘vreemde’ spanningen als statische lading. De aardings- en weerstandmeter is vergelijkbaar met het kunststof bandje dat, bungelend onder een auto, over het wegdek sleept.
Daarmee kun je onder meer meten hoeveelheid weerstand er bijvoorbeeld op een lamp of een kabel staat. Maar ook hoeveel ampère een apparaat trekt. En zo herbergt de meter nog wat functies. Vandaar de naam Multimeter.
“Na een oriëntatiejaar ben ik in 2007 bij 42 Pantserinfanteriebataljon in Oirschot begonnen. In 2011 ben ik overgestapt naar 101 Geniebataljon, op de Prinses Margrietkazerne in Wezep. Bij de genie kun je een vak leren waar je in de burgermaatschappij wat aan hebt. Een infanterist schiet en gaat voorwaarts. In de civiele samenleving kun je daar niets mee. In Wezep heb ik de opleiding voor elektromonteur gevolgd. Ik heb een diploma voertuigtechniek, maar wilde niet langer vieze olie aan mijn handen. Met draden werken is veel schoner. De functie van elektromonteur bevalt prima. Ik kan me goed ontwikkelen. Aangezien er vrijwel elke dag nieuwe technieken op de markt komen, blijf je doorleren. Gevaarlijk beroep? Ja, want stroom zie je niet, maar kun je alleen meten. Doet een monteur iets verkeerd, krijgt hij een stroomstoot.”
“Ik ben onder meer uitgezonden geweest naar Kunduz in Afghanistan, waar ik meehielp om stroomvoorzieningen in nieuwe gebouwen op het kamp aan te leggen. Je begint met niets, maar na verloop van tijd stáát er dankzij de creativiteit van de elektromonteur wat. Dat geeft veel voldoening. Bij een volgende uitzending heb ik op het kamp in Mazar-e-Sharif brandmelders in gebouwen ingebouwd. Verder draaide ik mee in een redeployment in opnieuw Kunduz. Terwijl het kamp stap voor stap werd afgebroken, verwijderden wij alle stroomvoorzieningselementen uit de gebouwen. Uitdagend, zo’n uitzending. Je bent wel even de elektra-specialist, hè! Mijn volgende is opnieuw naar Mazar-e-Sharif, dit keer als storingsmonteur. Als ik geen vriendin had, stond ik te trappelen. Iedereen is altijd blij met de komst van de elektromonteur. Hij brengt licht in de duisternis.”
