07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 04

Bescherming door beweeglijk optreden

Tekst Henny de Boer
Foto Jasper Verolme | Video: MCD

Eerste gemotoriseerde compagnie van KL gecertificeerd

Militairen van 13 Lichte Brigade liggen in alle vroegte ingegraven in de omgeving van Lauwersoog, op oefenterrein Marnewaard. Hun opdracht luidt: de haven koste wat kost in handen houden. Tegenover zich vinden ze een gemotoriseerd infanteriebataljon, dat sneller nadert dan verwacht. Even na het middaguur is het raak. Een staal-op-staal-scenario ontvouwt zich.

De C-Compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon krijgt de overhand in het snel veranderende scenario van oefening Final Bear. “We overmeesterden, bezetten, behielden en verdedigden een essentieel terreindeel, zodat we voldoende ruimte creëerden rond de haven van Lauwersoog”, zegt kapitein Marcel Kerstens, commandant van de C-Compagnie. “Daardoor konden eenheden van de multinationale brigade aan land komen voor een tegenaanval.”

Nieuwe werkwijze

13 Lichte Brigade is onlangs omgevormd van gemechaniseerd naar gemotoriseerd optreden. De C-Compagnie liet tijdens de certificeringsoefening als eerste eenheid van de brigade zien dat zij de nieuwe werkwijze onder de knie heeft. In de nieuwe setting bewezen de militairen dat ze zowel verdedigend als aanvallend kunnen optreden en snel inspelen op veranderingen.

De brigade verruilde haar zware pantserrups-CV90’s voor snelle en lichte Bushmasters en MB 280 CDI’s, waardoor ze zich nu sneller kan verplaatsen in een groter gebied. De bepantsering daarentegen is beperkter. “Ik moet mijn bescherming nu uit beweeglijk optreden halen”, legt Kerstens uit. En sneller verplaatsen heeft sneller denken en handelen tot gevolg. Zijn pilot-compagnie heeft de afgelopen periode flink gepionierd, om tot de nieuwe manier van optreden te komen.

Intensief

“Waar ik tijdens de certificering vooral op lette, is de inzet van de middelen en de integratie van vuursteun, genie en manoeuvre”, zegt luitenant-kolonel Nico Boom, commandant 17 Pantserinfanteriebataljon. Hij kijkt met een goed gevoel terug. “Er zijn uiteraard aandachtspunten, maar die hebben deels te maken met het gebrek aan goed materieel. Binnen de middelen en de capaciteiten die we hadden, heeft de Charlie-Compagnie zich uitstekend gekweten van de taak.”

“Twintig maanden nadat de eerste wagens de poort binnenrolden, zijn wij erin geslaagd om in het hoogste geweldsspectrum te acteren”, zegt Kerstens trots. “Het was een zeer intensieve periode voor alle niveaus, maar hier in de Marnewaard hebben we laten zien wat we in huis hebben.” De compagnie is nu operationeel gereed voor 12 maanden inzet in binnen- en buitenland.

Afrika

De certificering van de rest van het bataljon volgt later dit jaar. Eind juni staat die van de Alfa- en de Delta-compagnie in België op het programma en in september is de Bravo-compagnie aan de beurt. Uiteindelijk wordt het hele bataljon eind dit jaar gecertificeerd in het Duitse Guz Altmark.

13 Lichte Brigade richt zich vooral op haar Belgische en Franse partners, met wie ze traint en informatie uitwisselt. De nieuwe manier van optreden leent zich goed voor inzet op het het Afrikaanse continent. De gemotoriseerde eenheid kan prima uit de voeten in uitgestrekte, dunbevolkte gebieden, zoals in Mali en Centraal-Afrika. “Onze mobiliteit en toolbox zijn daar uitermate geschikt voor”, weet Boom.

Bekijk hier een clip van de oefening in de Marnewaard:

De compagnieën van 13 Lichte Brigade waren voorheen opgebouwd uit 3 identieke pelotons met een CV90-gevechtsvoertuig. Nu bestaan ze uit 2 infanteriepelotons die elk zijn uitgerust met 4 Bushmasters, een zwaar wapen peloton met MB 280 CDI’s, en een snipergroep, ook uitgerust met 3 CDI’s.