Tekst Eerste luitenant Johanna van Waardenberg
Foto Evert-Jan Daniëls, sergeant-majoor Gerben van Es, John van Helvert | Video: Friso Booij, Paris Hillen, sergeant Ruud Mol, sergeant Henry Westendorp | Editing: Karel Polack, Donald Langeweg
Alert 2015 pakt waterdreiging aan
Nederland en het water. Een eeuwenoud gevecht. De laatste grote strijd vond plaats in 1953 in Zeeland. Een knokpartij die tot op de dag van vandaag nog nadreunt. Toch verdwijnt langzaam maar zeker de angst voor het ‘natte gevaar’. Andere dreigingen krijgen momenteel meer aandacht. Maar is dat wel zo eerlijk? En hoe lossen we het op als het water weer toeslaat? De Landmacht zocht het uit tijdens oefening Alert 2015.
Een flinke stormvloed, gemalen die uitvallen, dijken die doorbreken. Het kan een keer misgaan. Tijdens de 2 weken durende oefening Alert 2015 krijgen waterrampen de nodige aandacht. Nederlandse veiligheidspartners trainden in Groningen en Friesland hun gezamenlijke inzet bij dit soort calamiteiten. Defensie zet groot in, met mens, materieel en een flinke dosis expertise. “Het is belangrijk om goed voorbereid te zijn op dit soort dreigingen”, meent Harold van Oosten, teamleider beheer en onderhoud van het waterschap Noorderzijlvest. “Bij langdurige inzetten moeten hulpinstanties de handen ineen slaan om situaties te stabiliseren. Door dit regelmatig met elkaar te trainen, kun je goed voorbereid de toekomst in. Je weet namelijk nooit wanneer zo’n situatie zich kan voordoen. Het kan van de ene op de andere dag zomaar omslaan.”
Niet alleen
Onverwachts, dat is het altijd. Ook in 2012. Heftige stormen zorgden in combinatie met een verzadigde bodem voor wateroverlast in verschillende delen van Nederland. De regio’s Groningen en Friesland leden het meest. Gevolgen: beschadigde dijken, ondergelopen huizen en ruim duizend evacuees. “Op dit soort momenten kunnen wij het als waterschap niet alleen aan. Daarvoor zijn ontzettend veel handjes en materieel nodig”, vertelt Van Oosten. “Bruggen, zandzakken, transportmiddelen, opvanglocaties. Je kan het zo gek niet bedenken of het moet geregeld worden. Defensie is hier bij uitstek de beste partner voor. Het is een organisatie met korte, duidelijke interne communicatielijnen. Afspraak is afspraak en wat je wilt, gebeurt ook direct. En dat is bij inzet van grote rampen een must.”
Hardware
Los van de communicatielijnen en de ‘aanpakmentaliteit’ is ook het militaire materieel welkom. Dit bleek dan ook tijdens Alert 2015. Transportmiddelen, mattenleggers, kranen en ander ‘groene’ hardware werd door Defensie uit de kast getrokken. Eerste luitenant Dennis Lourens , pelotonscommandant van 105 Geniewaterbouw compagnie, ging tijdens de tweede week van de oefening aan de slag met pontons. “Wij kunnen op het gebied van dijkverzwaring veel betekenen”, legt hij uit. “Bij beschadigde dijken zijn onze pontons te gebruiken voor de versteviging.” De drijvende platforms worden dan aan elkaar gekoppeld en voor een deel volgespoten met water. Hierdoor zinkt de ponton. Een scheur of gat in een dijk zorgt voor zuigkracht, waardoor de platforms als stevige buffer fungeren. “Binnen 48 uur kunnen wij voor ruim 90 meter dijkversteviging zorgen. Zo’n oplossing kan bij hoogwaterdreiging cruciaal zijn.”
Bekijk hier een sfeerimpressie van Alert 2015
Ogen en handen
Behalve groot materieel levert de krijgsmacht in tijden van nood ook ogen en handen. Bij waterrampen is het noodzakelijk om de dreiging goed in beeld te krijgen. Alert 2015 is dan ook gebruikt om militairen van 44 Pantserinfanteriebataljon voor te bereiden voor toekomstige inspecties. Van het Waterschap Friesland kregen de mannen en vrouwen van Defensie een lesje dijkcontrole. Na het theoretische gedeelte mochten zij in het holst van de nacht daadwerkelijk een inspectie uitvoeren. Officier Veiligheidsregio Friesland majoor Sietze Sietzema van 43 Gemechaniseerde Brigade: "De veiligheidspartners werken op ieder vlak samen. Ieder in hun eigen rol met desbetreffende expertise. Een organisatie als Defensie is vrij flexibel en beschikt over innovatieve middelen. Die zijn bij grote calamiteiten goed toepasbaar.”
Droge voetjes
Het laagste punt van Nederland ligt maar liefst 6,76 meter onder het NAP. Zo’n 30 procent van het land ligt onder het zeeniveau en daarnaast loopt ruim 26 procent gevaar door omliggende rivieren. Als het water extreem stijgt, kan dat voor allerlei lastige situaties zorgen. Situaties die met de juiste middelen, expertise en samenwerking tussen civiele hulpdiensten en Defensie goed zijn te stabiliseren, concludeert officier veiligheidsregio Sietzema tevreden. “We hebben veel geleerd en mooie dingen gedaan. Als er nu een crisis uitbreekt, zijn we goed voorbereid.”
Alert 2015
Verschillende veiligheidsregio’s oefenen elk jaar samen met Defensie diverse rampen- en crisisscenario’s onder de naam ‘Alert’. Politie, brandweer, bevolkingszorg, diverse waterschappen, geneeskundige hulpverleningsorganisaties slaan de handen ineen met allerlei eenheden van Defensie. De veiligheidsregio’s Groningen en Friesland coördineerden dit jaar de oefening.