04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 06

‘Toen hebben we afscheidsbrieven geschreven’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Velden vol zonnebloemen, miljoenen. Zo prachtig. Freds ogen glunderen er 10 jaar later nog van. Maar langs de weg zag de toenmalig forensisch rechercheur ingegraven geschut, op de weg reden tanks. De oorlogsdreiging was overal in dit deel van Oekraïne te voelen. De beelden deden denken aan films over de Tweede Wereldoorlog. “Alleen zat deze jongen er nu middenin”, vertelt Fred (61) aan de eetkamertafel.

portretfoto van Fred en Fred, met mondkap, in een treinwagon vol slachtoffers.
Fred was forensisch rechercheur en één van de eerste Nederlanders die de crashsite van vlucht MH17 mocht bezoeken. Belangrijkste opdracht was een trein met lichamen van slachtoffers naar veilig gebied krijgen.

‘Wat wilden ze van ons?’

Hij is inmiddels met prepensioen, maar denkt nog vaak aan de 5 dagen die hij op de crashsite van vlucht MH17 doorbracht. 17 juli is het 10 jaar geleden dat een Russisch BUK-raket het passagiersvliegtuig neerschoot. Alle inzittenden, onder wie 196 Nederlanders, kwamen om het leven. Fred werkte toen bij de Forensische Opsporing (FO, brigade Recherche). Zijn kerntaak: slachtofferidentificatie. “18 juli 2014 pakte ik mijn koffers, omdat ik met een advance party van het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO, red.) naar Kiev zou vliegen”, vertelt Fred.

Ze zouden kwartiermakers zijn, om onderzoek naar de overledenen te faciliteren. Maar aangekomen bleek er ineens toestemming te zijn voor 3 forensisch experts om op de crashsite te kijken. “Omdat we eerst niet mochten, vonden we de toestemming verdacht. Er was geen informatie over de separatisten. Wat wilden ze van ons? Natuurlijk gingen we. We wilden, ten koste van alles, de slachtoffers terughalen naar veilig gebied.”

Wat was er verdacht?

“Eerst géén toestemming, toen ineens wel. We wisten niet hoe lang we weg zouden blijven. De mogelijkheid van gijzeling werd benoemd. We namen een half uur om het thuisfront te contacten. We hebben ons ontdaan van persoonlijke spullen die naar onze families waren te herleiden. Toen hebben we ook afscheidsbrieven geschreven. Het was immers oorlog, er werd gevochten.”

Een deels verbrande speelkaart, harten vijf, op de crashsite en Een verbrand en kapot horloge op de crashsite.
Verspreid over de crashsite lagen talloze persoonlijke spullen van de passagiers. Fred herinnert zich nog goed hoe stil het was op die plek, terwijl mensen naar spullen en lichamen zochten.

‘Alles opzij voor de missie’

Hoe reageerde het thuisfront?

“Dat was geen prettig gesprek. Dan zijn er tranen, vanwege de grote onzekerheid. Maar ik moest gaan van mijzelf, de opdracht was duidelijk. Op zo’n moment merk je onze militaire training; alles opzij voor de missie.”

Wat trof je aan op de crashsite?

“We waren op locatie binnen 48 uur na de crash. Er waren veel journalisten en lokale mensen, maar het was heel stil. Ik rook kerosinelucht, overal lagen spullen. Soms klonk vanuit het zijterrein een kreet, dan had de lokale burgerwacht weer iets gevonden. Locals verzamelden menselijke resten, dat ging heel respectvol. Dat heb ik zelf gezien. Ook al kwamen er andere verhalen in de media.

Verderop in een dorp stond een trein met koelwagons waarin de slachtoffers lagen. Een diesellocomotief draaide de hele dag om de koeling gaande te houden. We hielden uit respect en ter nagedachtenis 1 minuut stilte. Daarna telden we de body bags in de koelwagons. We móesten die trein naar veilig gebied zien te krijgen. Gelukkig gingen de onderhandelingen met de separatisten goed, mede dankzij de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Wel hadden we last van de sensatieverhalen in de wereldpers. Dat maakte mij boos. Locals waren niet als barbaren en dieven tekeer gegaan op de crashsite, zoals werd beweerd.”

Mannen in gele pakken zoeken systematisch op de crashsite. Er staan tenten en de grond is onderverdeeld in rasters.
Het zoeken naar sporen ging heel zorgvuldig. Niet alleen om de oorzaak te achterhalen van de ramp, maar ook om slachtoffers te identificeren.

Het was een heftige klus. Wat was het belangrijkste moment?

“Dat we de trein konden meenemen. Dat was hachelijk, want we moesten een papier ondertekenen voor ontvangst. Maar ons was nadrukkelijk verteld niks te tekenen waarop de naam van die separatistenrepubliek stond. Een Nederlandse handtekening zou kunnen worden geïnterpreteerd als Nederlandse erkenning van die republiek. Maar we moesten wel tekenen, anders kregen we de trein niet mee. Dus hebben we in het Nederlands erbij gezet dat deze handtekeningen geen Nederlandse erkenning betekenden.

De rit naar het ‘veilige’ Oekraïne verliep goed. Tijdens een stop kwamen er militairen aan boord. Aan de achterzijde van de trein werd een andere locomotief gekoppeld. Daarna reed de trein weer terug! Ik dacht: ‘Heeft een tolk onze tekst gelezen en halen ze ons nu terug?’ Dat vond ik het angstigste moment van deze missie. Gelukkig boog de trein snel af in de goede richting.”

Portretfoto van Fred, leunend tegen een hek in een weiland.
Fred was 5 dagen in Oost-Oekraïne. De belangrijkste taak was om de lichamen van slachtoffers snel naar veilig gebied te krijgen.

‘Op die momenten kwam het erg dichtbij’

In Nederland was je ook betrokken bij het onderzoek?

“In Hilversum maakte ik forensische foto’s van de vrijgave van geïdentificeerde slachtoffers. Overigens is het MH17-incident ook voor mij op persoonlijk vlak erg dichtbij gekomen. Bizar detail is dat mijn vrouw en ik eigenlijk op die vlucht hadden moeten zitten. We hadden een reis naar Azië geboekt, maar hebben destijds besloten die 2 maanden te vervroegen. De terugkomstdatum zat namelijk te dicht op onze geplande trouwdag. Ik wist het destijds niet. Mijn vrouw vertelde het achteraf. Heel bizar. Tijdens het goederenonderzoek heb ik een retourticket van een Duitse vrouw gezien. Zij zat bij ons in het vliegtuig vanuit Maleisië naar Nederland 2 weken vóór het MH17-incident.”

Je hebt gruwelijke dingen gezien. Heb je daar een tik van gekregen?

“Toen we met de trein terugkwamen in Charkov fotografeerde een collega alles. Dat was een politiecollega met wie ik cursussen had gevolgd. Die herkende mij niet, vertelde hij later. Ik zag er zó anders uit. Vanwege alle indrukken, weinig rust en onzekerheden misschien. Ik weet het niet. Ik heb geen psychische klachten overgehouden aan deze korte, stressvolle missie. Na thuiskomst moest ik wel regelmatig om het minste of geringste huilen. Zonder trigger. Blijkbaar moest de stress er zo uitkomen. Ik heb veel gehad aan de gesprekken met Bedrijfsmaatschappelijk Werk op Schiphol. Wat een toppers. Ik heb geen PTSS ofzo. Daar heb ik mij op laten testen, omdat ik na terugkomst gedragsveranderingen bij mijzelf bemerkte.”

Op een donker veld ligt een onderdeel van een stoelriem. Op de achtergrond mensen op de crashsite.
De dagen na de ramp zijn beladen, de sfeer gespannen. “Ik rook kerosinelucht, overal lagen spullen”, blikt Fred bijna 10 jaar later terug.

‘Die beelden zal ik nooit vergeten’

Werkt de ramp nog door in je dagelijks leven?

“Mede door MH17 ben ik een onderneming gestart in afscheidsfotografie. Als mensen euthanasie plegen, maak ik daar foto’s van als ze dat willen. Ook van de uitvaart. Het geeft nabestaanden iets tastbaars voor hun verwerkingsproces. Dat is dankbaar werk en geeft mij energie. Nu ik met prepensioen ben, zal ik dat vaker doen. Ik ben ook touringcarchauffeur en rij mensen rond tijdens uitjes of korte trips. Dat contact met mensen vind ik prettig.

Natuurlijk denk ik nog vaak aan die 5 dagen in Oost-Oekraïne. Die beelden zal ik nooit vergeten. De zonnebloem heeft een bijzondere betekenis voor mij gekregen. Ik ben trots dat ik een bijdrage heb mogen leveren aan het onderzoek. Dat was zo belangrijk, vooral voor de nabestaanden.”

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl

Tekst kapitein Arjen de Boer I Foto Lex van Lieshout en archief Mediacentrum Defensie