02

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 06

Nieuw complex LTC officieel in gebruik genomen

‘Verbinding’ sleutelwoord voor ‘unieke werkomgeving’

Op Camp New Amsterdam is het derde en laatste gebouw van het Landelijk Tactisch Commando (LTC) in gebruik genomen. Alle bijna 800 collega’s hebben inmiddels de overstap gemaakt van hun voormalige werkplek naar dit gloednieuwe pand. Dinsdag vond de officiële opening plaats. “In tijden waarin veel infraprojecten vertraging oplopen, is dit gelukkig gerealiseerd.”

In een eerder stadium werden het Operatiecentrum (OPSCENT) en het logistieke complex op Camp New Amsterdam al geopend. Met dit pand, dat aan die 2 gebouwen grenst, is ook de zogenoemde ‘fase 3’ van de nieuwbouw voltooid. “Hiermee ronden we het fysieke deel in de oprichting van het LTC af, later dit jaar volgt de afronding van de reorganisatie Stap 4”, zegt kolonel Linda. Ze was tijdens de bouw van dit sluitstuk verantwoordelijk voor de genomen beslissingen, zoals over de indeling van het pand.

Het nieuwe pand grenst aan het OPSCENT en het logistieke complex, een ‘unieke combinatie’.

Verbindende omgeving

In gebouw A45 komen verschillende eenheden van het LTC samen. Van de staf tot de Brigades Recherche, Noord-Holland en Operationele Service en Support. Met name de onderlinge verbinding die daardoor ontstaat, noemt de kolonel ‘uniek’. “De staf van het LTC zat bijvoorbeeld verspreid over 7 locaties in het land. Nu treffen zij elkaar hier. Voor het sturen van de operaties, wat hier gebeurt, moet je eigenlijk ook wel direct met elkaar in contact staan.”

Afbeeldingen van de koffiecorner, waar blauwe en oranje stoelen aan houten tafels staan en mensen aan de wit-groen getegelde toonbank warme broodjes, gekoelde drankjes en bijvoorbeeld koffie kunnen halen.
Collega’s kunnen elkaar ontmoeten in de koffiecorner, die momenteel in voetbalsferen is.

Hoewel die onderlinge verbondenheid tussen de staf en de brigades er voorheen uiteraard ook was, spraken collega’s elkaar toen veel planmatiger, zegt Linda. “Door afstand gaat er ook weleens informatie verloren. Nu lopen we letterlijk bij elkaar naar binnen. Dat is heel prettig werken. Ik hoop en verwacht dat we de operatie nu nog beter met elkaar kunnen ondersteunen.”

Portretfoto van majoor Mariette Hazelhoff.
Majoor Mariette.

‘Gaat nu echt leven’

Als een van de eersten nam majoor Mariette intrek in het nieuwe pand. Toen de plaatsvervangend commandant van de Brigade Operationele Service en Support (BOSS) met haar team de overstap maakte van Kamp Nieuw Milligen naar Camp New Amsterdam, was het wel even wennen. Omdat het gloednieuwe pand nog grotendeels leeg stond, voelde het namelijk ‘een beetje als een spookgebouw.’ “Maar nu gaat het echt leven”, zegt Mariette. 

BOSS bestaat uit verschillende eenheden die onze operaties steunen. Denk bijvoorbeeld aan het team Verkeer en de hondengeleiders. “We zaten verspreid over verschillende locaties in het land en zijn nu vrijwel allemaal in Soesterberg ondergebracht. Daardoor is de onderlinge verbinding groter. We zitten nu bij elkaar op de gang en zien elkaar lopen. Ook zijn we daardoor beter benaderbaar. Voorheen was de fysieke afstand gewoon veel groter. Maar niet alleen de verbinding binnen de brigade is verbeterd, ook die met de stafsecties is toegenomen.”

Mariette is zeer te spreken over de ‘nieuwe, frisse werkomgeving’. Hoewel er in het begin wat weerstand was tegen de overstap, merkt ze dat de collega’s uit haar brigade zich er steeds meer thuis gaan voelen. “En dat geldt ook voor mij.”

Bovendien speelt het gebouw in op de toekomstbestendigheid van onze organisatie. Het belang van informatiegestuurd optreden neemt daarin alleen maar toe. Om mensen en middelen op basis van informatie in te zetten waar ze het meeste effect behalen, is ook de bijbehorende infrastructuur noodzakelijk.

Kolonel Linda Kapelle.
Kolonel Linda.

Aanpassingen tijdens bouw

Gedurende het traject zijn verschillende aanpassingen gedaan aan de bouwplannen. Zo werd besloten dat er een extra verdieping op het complex zou komen. Dat had te maken met de groei van de organisatie. “Op een gegeven moment kan je niks meer wijzigen en deden we het met wat we toen hadden”, aldus kolonel Linda. Dat leverde een centraal gelegen locatie op die is voorzien van verschillende faciliteiten, zoals een cellencomplex, een garage voor de dienstmotoren, een koffiecorner en vergaderzalen. “De collega’s in het pand beschikken verder over nieuw meubilair, verstelbare bureaus en ruimtes waarin ze zelf de temperatuur, verlichting en ventilatie kunnen reguleren. Voorheen zaten ze bijvoorbeeld met extra kacheltjes achter hun computer. Qua werkomstandigheden gaat iedereen erop vooruit.”

Afbeeldingen van de verschillende ruimtes in het gebouw. Als eerste een koffiecorner, waarin een keuken met koffieautomaat staat en daarnaast een zitruimte met hoge en lage tafels. Daarna een ruimte met een ovaalvormige vergadertafel. Vervolgens een grijskleurige garage met aan weerszijden motoren van de Marechaussee. Aan de muur hangt een grote, Nederlandse vlag. Tot slot een openstaande celdeur met een stenen bankje.
Het nieuwe pand is voorzien van pantries waar collega’s kunnen samenkomen, vergaderzalen, een garage voor de dienstmotoren en een cellencomplex.
Onherkenbare portretfoto van adjudant Ruben.
Adjudant Ruben.

Meer effectiviteit en kwaliteit

Adjudant Ruben behoort juist tot de groep van laatste nieuwe ‘bewoners’. Toen de tweede teamleider van de teams Integrale Werkvoorbereiding en Rechercheadvies verhuisde van Fort de Bilt in Utrecht naar Camp New Amsterdam, kon het contrast bijna niet groter zijn. Niet alleen was de locatie in Utrecht verouderd, ook ontbrak de connectie met andere collega’s van de Brigade Recherche vanwege de verschillende gebouwen waarin zij waren gehuisvest.

“Van dát gebouw naar een pand waarin alles goed werkt en zelfs climate control aanwezig is, is een aangename verandering. Wat het fort bovendien voor mij typeerde, was dat je erg op jezelf was. De grootste verbetering voor ons team is daarom dat je daadwerkelijk meer verbinding met elkaar hebt. Aan de andere kant van de gang zit bijvoorbeeld een ander rechercheteam en op onze eerste werkdag merkte ik al dat we onze kamers uitkwamen omdat er connecties waren in onze onderzoeken. Er zijn nu heel korte lijntjes. Met verschillende partijen in hetzelfde gebouw werken, vertaalt zich in meer effectiviteit en kwaliteit van het werk.”

Onder de directe collega’s van Ruben was na de bekendmaking van het verhuisplan eveneens weerstand. Met name omdat de reisafstand toenam. “In de praktijk merk ik dat men daar wel een weg in vindt. We passen ons snel aan.” Toch heeft hij nog wel een suggestie voor verbetering: “Op Fort de Bilt hadden we goed geregelde sportfaciliteiten. Het verbaast me dat op een dusdanig grote en centrale locatie eigenlijk zeer weinig tot geen sportmogelijkheden zijn. Dat is het enige punt waarop we achteruit zijn gegaan.”

Duurzaamheid was zowel tijdens de bouw, die eind 2021 van start ging, als de oplevering een belangrijk thema. Het kantoorcomplex voldoet bijvoorbeeld aan de BENG-eisen: een Bijna Energie Neutraal Gebouw. Dat houdt in dat het op jaarbasis gemiddeld evenveel energie opwekt als verbruikt. Om dat te bereiken, beschikt het pand onder meer over een warmtepomp en is het dak voorzien van 400 zonnepanelen.

Eén van de gangen in het nieuwe pand. Door de glazen deuren kunnen collega’s elkaar zien. In een van de ruimtes hangen post-its aan de muur.
‘Qua werkomstandigheden gaat iedereen erop vooruit.’

Van iedereen

De locaties die de collega’s achterlaten worden deels afgestoten. Gebouwen die nog wel in goede staat verkeren, worden gevuld met andere eenheden. Toch benadrukt kolonel Linda dat het nieuwe complex niet alleen van de LTC-staf is. “Dit vertegenwoordigt ook de uitvoerende eenheden die door het hele land werken.”

Aan de buitenkant van het nieuwe gebouw prijkt een groot, zwart logo van de KMar.

Tekst Nico Schinkelshoek I Foto Kick Smeets en archief Mediacentrum Defensie