Met een zogeheten Multi Domain Operations Wargame oefenden 65 cadetten van de landmacht, luchtmacht en de Marechaussee het begeleiden en beveiligen van NAVO-troepen door Nederland. Minstens zo belangrijk en leerzaam was de samenwerking tussen de verschillende Operationele Commando’s (OPCO’s). “Je merkt dat je soms langs elkaar heen praat, terwijl je het over hetzelfde hebt.
Geconcentreerd zitten Marechaussee-cadetten van de Koninklijke Militaire Academie (KMA) rond een grote landkaart van Nederland. Samen met collega-cadetten van land- en luchtmacht spelen ze een Multi Domain Operations Wargame. “Weer eens wat anders dan een PowerPoint”, zegt kolonel Bart Hoeben, universitair hoofddocent aan de Faculteit Militaire Wetenschappen en projectleider Multi Domain Warfare Education Centre. “In plaats van in de schoolbanken naar een presentatie luisteren, leren ze zo op een educatieve en realistische manier snel hun competenties te verbeteren.” Eén van de Marechaussee-cadetten, Tiago, is enthousiast over de driedaagse oefening. “Je bent lekker actief bezig”, vertelt hij. “Bovendien werk je samen met andere Operationele Commando’s (OPCO’s), dat is heel leerzaam. Want ondanks dat je elkaar al 4 jaar kent, merk je op bepaalde gebieden wel verschillen tussen landmacht, luchtmacht en Marechaussee.”
De cadetten werd opgedragen een plan, een Course of Action, te maken voorHost Nation Support en Host Nation Defence. De bedachte situatie: Amerikaanse NAVO-versterkingen komen aan in Vlissingen voor een reis richting de oostgrens van het bondgenootschap. Daaromheen loopt een scala aan uitdagingen en dreigingen: van vijandelijke, ondermijnende activiteiten tot sabotage, cyberdreigingen en maatschappelijke onrust. Hoeben: “Om de Amerikaanse doorvoer te garanderen heeft Defensie een belangrijke rol op het gebied van beveiligen, bewaken en begeleiden. Daarbij moeten eenheden ingrijpen bij vijandelijke acties, maar ook bij verkeersongelukken of andere wegblokkades.”
Bekijk hieronder de beelden van de oefening.
In groepen van 20 personen kregen cadetten de eerste dag uitleg hoe de diverse OPCO’s ingezet konden worden in het scenario. Voor onze organisatie ligt de focus dan met name op het begeleiden en beveiligen van zo’n konvooi. Met die opgedane kennis werd de tweede dag een plan gemaakt om de fictieve NAVO-versterkingen vanaf Vlissingen veilig door Nederland te loodsen richting de rest van Europa. Dat plan werd de derde dag in een Course of Action wargame onderworpen aan verschillende dreigingen zodat het plan kon worden aangescherpt. Kolonel Hoeben: “Hiermee zijn de competenties op het gebied van multidomein-operaties flink verder aangescherpt. Dat gaan ze ook niet meer vergeten.” Cadet Tiago (hier op de foto) tijdens de wargame. “We hadden 2 syndicaten van ongeveer 30 personen, evenredig afkomstig uit de verschillende Operationele Commando’s. We moesten een plan maken om de haven van Vlissingen te verdedigen als host nation en bepalen welke route het beste was. Tijdens de wargame moesten wij onszelf ook verplaatsen in de vijand waren en proberen gaten te schieten in ons eigen plan.” Deze oefening slaat volgens Hoeben een goede brug tussen de wetenschappelijke opleiding en het echte werk. “Je kunt dit soort plannen niet maken of doorgronden zonder minimaal basisbegrip te hebben over hoe je landmacht-, luchtmacht- en marechausseemiddelen inzet. Daarom kregen alle studenten van elkaar te horen wat nou precies airpower is, wat landpower is en hoe de Marechaussee ingezet kan worden. Met dat beeld gingen ze uiteindelijk de samenwerking zoeken. In plaats van dat je het vertelt in een les via een PowerPoint-slide, laat je het de cadetten echt beleven. Op deze manier houden ze daar veel meer een blijvend gevoel bij.” Het samenwerken met andere Operationele Commando’s (OPCO’s) verliep goed, vertelt Marechaussee-cadet Tiago. “De eerste dag volgden we theorielessen over de verschillende domeinen: wat houden de verschillende OPCO’s in en wat zijn de kernbegrippen. Deze voorbereiding konden we vervolgens tijdens de wargame toepassen.” Alle deelnemende cadetten zijn vierdejaars en kennen elkaar goed. “Daardoor verliep de communicatie soepel, maar je merkte toch wel dat je soms een andere taal sprak. De luchtmacht was bijvoorbeeld minder bekend met commandovoering, wat voor een andere dynamiek zorgde. Bij de Marechaussee noemen we het laagste niveau van optreden het operationele niveau, met daarboven het tactische en strategische niveau, terwijl de landmacht en luchtmacht dat laagste niveau juist het tactische niveau noemen. Daardoor praat je soms langs elkaar heen, terwijl je het eigenlijk over hetzelfde hebt.” Kolonel Hoeben: “In een situatie als Host Nation Support en Defence is Nederland eigenlijk ook een frontlinie. Daar voert de Marechaussee haar politietaken uit onder de politiewet. Maar tegelijkertijd moet land- en de luchtmacht ook intensief samenwerken, onderling en met de Marechaussee om te zorgen dat Nederland veilig blijft en de logistieke doorvoer gegarandeerd is.”
