Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.
Het is een warme zomerdag in 2022 als wachtmeester Kevin (33) in zijn snelle dienstwagen zit langs de A76 bij Heerlen. In de wagen met bijna 300pk, gemaakt voor achtervolgingen op hoge snelheid, zit ook een collega van de Duitse politie. Een samenwerking die voor de collega’s van het Grensoverschrijdend Politie Team (GPT) van de Brigade Limburg-Zuid heel normaal is. “Zo kunnen we beter optreden tegen grensoverschrijdende criminaliteit”, zegt Kevin. Criminelen kunnen de grens dan minder goed gebruiken om de politie af te schudden. Over de portofoon horen Kevin en zijn collega dat een blauwe Audi Q7 net over de grens in Duitsland een stopteken heeft genegeerd en richting Nederland rijdt. Het teken voor Kevin dat ze aan de bak moeten.
Vertel eens, wat gebeurde er precies?
“Er waren dus 2 verdachten in een SUV met een Brits kenteken. Na het negeren van het stopteken in Duitsland kwamen ze onze kant op. Ik ging achter de wagen rijden en gaf een stopteken. Het was meteen duidelijk; die gast gaat niet stoppen, die gaat er vandoor. Hij nam de afrit. Nadat we onze optische- en geluidsignalen hadden aangezet, zagen we hem door rood rijden en direct tegen het verkeer in een N-weg opdraaien. Door een middengeleider was het niet mogelijk om aan de goede kant van de weg te rijden. Wij moesten een inschatting maken. Die N-weg was rechttoe rechtaan, het was rustig, de gevaarzetting was acceptabel.”
Dus jullie er achteraan?
“Inderdaad. Na een kruising reed hij over een fietspad en zodra het kon, pakte hij dezelfde weg terug naar de snelweg. Weer tegen het verkeer in. Toen dachten wij: ‘dit spelletje spelen we niet mee’. Wij zijn aan de goede kant mee blijven rijden. Maar die gasten zijn ook niet dom. Halverwege keerden ze op de N-weg en reden de goede kant op. Ze zijn nog door de plaatsjes Simpelveld en Bocholtz gereden, 90 km/u in de bebouwde kom. Op de snelwegen reden ze tot 180 km/u.
Op een gegeven moment zagen we onderweg hoe een zwemvest uit de auto werd gegooid. Toen kregen we het idee dat het mogelijk om mensensmokkelaars gingen. Destijds was het in opkomst dat er vanuit Duitsland nautische goederen naar België en Frankrijk werden gebracht. Zo konden illegale migranten in bootjes de oversteek van het Kanaal naar Groot-Brittannië maken. Deze mannen leken daarvoor de spullen in hun wagen te vervoeren. Maar dat ontdekten we later pas.”
Wat is het moment dat je weet: dit wordt een achtervolging?
“Ik heb inmiddels veel ervaring opgedaan en zoiets zie je aan het rijgedrag. Verdachten versnellen ineens of pakken plotseling, op het laatste moment een puntstuk om weg te komen. Op zo’n moment krijg je direct meer focus. Je gaat goed in je stoel zitten. Je geeft gas en gaat er achteraan. Ondertussen moet ik de wagen onder controle houden, op het overige verkeer letten, communiceren met de meldkamer en vertellen waar de verdachten zijn en er heenrijden. Veel tegelijk dus, dat is intensief.”
Hoe lang duurde de rit?
“Toch wel een kwartier. Dat is best lang als je bedenkt dat veel achtervolgingen enkele minuten duren. Deze hebben we bedachtzamer aangepakt omdat ze telkens gingen spookrijden, wat natuurlijk gevaarlijk is voor het overige verkeer. Ik wilde er niet telkens achter hangen en drukken om ze op te jagen. Soms is het bij een achtervolging beter om de verdachten iets uit te laten lopen. Er zijn elders natuurlijk andere collega’s die ze desnoods kunnen opvangen.”
Hoe liep het af?
“De vluchtende Audi pakte een afrit richting een tankstation, een tweede auto van ons ging er achteraan. Iets verderop stond een motoragent die wachtte om ons te ondersteunen bij de achtervolging. Maar ineens zag hij die SUV op hem afkomen. Hij kon nog maar net wegkomen. Ik reed ondertussen door op de snelweg om de wagen te onderscheppen als hij weer de oprit zou nemen. Die gasten maakten gevaarlijke keuzes om weg te komen. Dan moet je snel denken: ‘of we rijden hem klem of gebruiken het voertuig als geweldmiddel en drukken de vluchtauto de vangrail in’. Maar dat doe je niet zomaar, het is gevaarlijker en zorgt zeker weten voor schade. Al snel kon ik langszij komen en de verdachten klem rijden. Toen was het voorbij, collega’s konden de mannen aanhouden. Later lachte die bestuurder en riep nog zoiets als ‘Good driving’.”
Wat zat er in die wagen?
“Uit de spullen in de wagen bleek wel dat het om mensensmokkelaars ging. In de auto lagen meer dan 50 zwemvesten en de onderdelen voor een grote, deels opblaasbare boot. Plus een grote buitenboordmotor en jerrycans met diesel. De auto was dus flink beladen en had het zwaar tijdens de achtervolging. Ik kon de geur van de verbrande koppeling en de remschijven ruiken.”
Wat is er met de verdachten gebeurd?
“Het waren 2 mannen, 1 van Irakese afkomst en een Iraniër. Ik ben nog naar de rechtszaak geweest. De rechter heeft de bijrijder 1,5 jaar cel gegeven en de bestuurder 2 jaar. Zijn straf was hoger omdat hem ook poging tot doodslag ten laste was gelegd vanwege het inrijden op die motoragent.”
Hoe kijk je nu terug op deze achtervolging?
“Jaarlijks hebben we aan de Nederlandse zijde van de grens ongeveer 40 tot 50 achtervolgingen op hoge snelheid. In die zin was dit incident niet speciaal. Maar het feit dat ze telkens bewust gingen spookrijden om ons af te schudden, was wel bijzonder. Uiteraard evalueren we achteraf onze inzet. Het is belangrijk om daar lessen uit te trekken. Misschien zouden we een volgende keer de achtervolging eerder afbreken. Maar goed, op dat moment besloten we anders en was het veilig genoeg. Bovendien willen we zulke gasten natuurlijk pakken, daarvoor komen we tenslotte naar ons werk.”
Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘ het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl