08

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 11

De agenda van de commandant

Wat houdt de commandant van de Koninklijke Marechaussee, luitenant-generaal Hans Leijtens, allemaal bezig? Een keer per maand kijkt KMarMagazine met hem mee. Deze maand ontving Leijtens het Nederlands Forensisch- en Opsporingsteam (FO-team) op Vliegbasis Eindhoven.

Luitenant-generaal Hans Leijtens:

“Begin deze maand heb ik het FO-team onthaald bij hun terugkomst uit Oekraïne. Het team heeft 6 weken lang onderzoek gedaan naar vermeende oorlogsmisdaden op verzoek van Oekraïne en in opdracht van het Internationaal Strafhof (ICC). Het circa 40-koppige team bestond onder meer uit forensische, digitale en tactische rechercheurs van de KMar, collega’s van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, aangevuld met experts van andere defensieonderdelen.

Het was een bijzondere ontvangst. Ik heb de afgelopen periode meegeleefd met de teamleden en af en toe contact met hen gehad. Ik hoorde over de zware omstandigheden en hoe lastig ze het hadden. Als het team dan na zo’n zware missie met het vliegtuig aankomt, dan is het mooi om daar te staan, samen met onder meer Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim, om onze waardering en respect uit te spreken voor hun inspanningen.

Ik heb de teamleden enorm bedankt en uitgesproken dat ik hartstikke trots ben op hun inzet. Ook heb ik hen gevraagd hun ‘lessons learned’ met ons te delen ten behoeve van de volgende missies in het voorjaar en najaar van 2023. Daarbij heb ik hen op het hart gedrukt van hun hart geen moordkuil te maken.

We hebben ons dankwoord kort gehouden, want in de ruimte ernaast stonden familie en geliefden te trappelen om hun naasten weer in de armen te sluiten. Tijdens de hereniging met ouders, kinderen, broers, zussen en geliefden zag ik veel emoties en blije gezichten. Het was kort voor Sinterklaas, dus gelukkig net op tijd voor de feestdagen.

De teamleden hebben in relatief korte tijd veel materiaal verzameld. Ze hebben onder meer stoffelijke overschotten onderzocht van Oekraïense krijgsgevangenen om de doodsoorzaak te achterhalen. Verder hebben ze getuigen gehoord en telefoons van Russen uitgelezen om bewijs te verzamelen voor vermeende oorlogsmisdrijven. Ook technische zaken werden geanalyseerd, zoals welke raket een bepaald object heeft getroffen. Hun bewijsmateriaal gaat naar het ICC. Daar wordt bepaald of tot vervolging wordt overgegaan.

De FO-missie heeft onder andere onderzoek gedaan in de oostelijke oblasten Charkiv en Poltava. De omstandigheden waren buitengewoon lastig. Ze hadden de pech dat Rusland de druk op Oekraïne opvoerde en civiele doelen veelvuldig bestookte met raketten en artillerie. Daardoor moesten de teamleden regelmatig schuilen in kelders voor indirect vuur.

De FO-leden zijn best wat gewend, maar gezien het aantal onderzoeken, de aard van de onderzoeken en de omstandigheden waaronder ze die moesten uitvoeren, was deze inzet zeer intens. Daar hoort passende nazorg bij. Die lijkt grotendeels op de nazorg die iedereen na een missie krijgt, maar er wordt hier en daar extra maatwerk geleverd, omdat het een specifieke missie betreft, die mogelijk een specifiek effect heeft op de mentale en fysieke gezondheid van de collega’s.

Zoals gezegd ben ik er trots op dat zij deze missie met succes hebben voltooid en dat wij als Marechaussee een bijdrage hebben kunnen leveren als het gaat om verantwoording afleggen over vermeende oorlogsmisdrijven; dat wij als Marechaussee en Defensie laten zien dat vermeende daders daar niet ongestraft mee wegkomen, maar dat ze ter verantwoording worden geroepen. Dat is denk ik een heel belangrijk signaal.”

Onder anderen CKMar, de CDS en de Amerikaanse aanklaagster Brenda Hollis van het ICC verwelkomden het FO-team op Vliegbasis Eindhoven.

Tekst: kapitein Henny de Boer | Foto's: Phil Nijhuis