Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.
In de bijna 25 jaar die hij bij de Koninklijke Marechaussee werkt heeft adjudant Ronald het nodige meegemaakt. Maar over het antwoord op de vraag welke casus hem het meest is bijgebleven hoeft hij niet lang na te denken. In zijn rol als Officier van Dienst Operationeel Centrum (OvD-OC) was hij op woensdag 9 december 2020 net begonnen aan zijn late dienst op de meldkamer op de Koningin Máximakazerne, toen een medewerker van een autoverhuurbedrijf op Schiphol Plaza de meldkamer belde. Een man had een briefje achtergelaten op zijn balie en zich daarna snel uit de voeten gemaakt. Wat daarna volgde, zal Ronald nooit meer vergeten.
Wat vertelde de man van het autoverhuurbedrijf?
"De man vertelde aan een centralist van ons wat er precies was gebeurd en wat er op het briefje stond, dat de man had achtergelaten. Kort samengevat en zonder al te veel details prijs te geven, kwam het erop neer dat het een bommelding betrof. Er zou volgens de maker van het briefje een explosie plaatsvinden aan boord van een vliegtuig dat op het punt stond om van Amsterdam naar Stockholm te vliegen. De melding kwam om 14.23 uur binnen, de vertrektijd van het vliegtuig was 14.35 uur. Het boarden was in volle gang. Bommeldingen komen wel vaker voor, dus toen de melding in het Geïntegreerd Meldkamer Systeem (GMS) verscheen, riep ik op de meldkamer in eerste instantie eigenlijk alleen maar: 'Let op bommelding!'. Daarna pakte ik meteen het protocol erbij. We gingen in de meldkamer snel aan de slag om de operationele collega's zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens hun werk."
Wat heb je toen gedaan?
"Als OvD-OC informeerde ik direct de Officier van Dienst Politie (OvD-P) over de melding en liet ik een uitvraag doen voor een Teamleider Explosieven en Veiligheid (TEV) om een analyse te maken van de melding. Ook stuurden we meteen een koppel naar het verhuurbedrijf om het briefje veilig te stellen en collega's richting het vliegtuig. We namen contact op met Cameratoezicht om de bommelder op te sporen. We regelden een startverbod voor het vliegtuig en er werd een Schiphol Security Incident, een scenario uit het Crisisbestrijdingsplan Schiphol, afgekondigd. We stelden alle belangrijke partijen, zowel intern als extern, zo snel mogelijk op de hoogte van de bommelding. Door die taken te vervullen ondersteunden en ontlastten we de OvD-P, zodat die zich kon richten op het incident zelf en zich niet bezig hoefde te houden met het regelwerk. Ik onderhield gedurende het incident nauw contact met de OvD-P."
Wat gebeurde er daarna?
"Als OvD-OC moet je continu het overzicht bewaren. Ik luisterde mee met de centralisten, won informatie in en deelde deze met alle essentiële partners, zoals onze Chief Operations en de OvD-P, maar bijvoorbeeld ook met de hulpdiensten op de luchthaven, de OvD-OC van de regionale politie-eenheid Noord-Holland en de CaCo (Calamiteitencoördinator) van de veiligheidsregio. Ik bleef daarnaast ook met mijn collega’s constant in scenario's denken. Wat is de huidige situatie? Wat is er nodig? Wat moet er gebeuren als er echt een explosief afgaat? Zijn we niks vergeten? Toen kwam er nog een melding binnen van een onbeheerde tas die op slechts 2 gates afstand van 'ons' vliegtuig stond. Cameratoezicht had inmiddels de bommelder in beeld en stelde vast dat de man de luchthaven met een bus had verlaten. Toen werd het ook voor ons in de meldkamer wel even spannend. Men zocht met man en macht naar de bommelder, de D-pier op de luchthaven werd ontruimd en het vliegtuig gesweept. Ik was continu aan het telefoneren, voerde wel 60 telefoongesprekken in amper één uur tijd."
Wat maakte deze casus zo bijzonder?
"Toen ik de laatste ontwikkelingen deelde met de calamiteitencoördinator in Haarlem, die leiding geeft aan het multidisciplinaire meldkamerproces, besloot hij rond 15.00 uur op te schalen naar GRIP 2, een incident met duidelijke uitstraling naar de omgeving. Dat gebeurt niet vaak. Als OvD-OC had ik dat nog niet eerder meegemaakt. Het hield onder andere in dat ik veel extra mensen moest alarmeren en extra zaken moest regelen. Toen kwam er heel veel op mij af. Behalve een Staf Grootschalig Bijzonder Optreden en een Commando Plaats Incident werd namelijk ook het overkoepelende Regionaal Operationeel Team, een team met functionarissen van verschillende hulpdiensten, ingesteld. Ik sprak het systeem in dat automatisch alle collega's oproept om naar het incident te komen. We werkten vanaf dat moment met het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS), een logsysteem. Ik las mee en gaf om de 5 minuten ook zelf een update over de laatste stand van zaken."
Hoe liep het incident af?
"Het liep uiteindelijk allemaal goed af en ook de melder werd gepakt. Iets na 16.00 uur kwam namelijk het bericht dat een 55-jarige man zich bij een politiebureau in Haarlem had gemeld. Hij bekende de bommelding te hebben gedaan en legde meteen een verklaring af. Hij gaf aan dat hij uit rancune had gehandeld. Eerder was hem de toegang tot Zweden geweigerd en hij wilde voorkomen dat hij zou worden uitgezet naar Rusland. Achteraf bleek dat hij al eerder bommeldingen had gedaan. Hij was een bekende van de politie. De man werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voor het doen van een valse bommelding. Op het moment dat ik hoorde dat we de bommelder hadden, konden we afschalen. Ik bracht onder andere de OvD-P daarvan op de hoogte. Op de meldkamer werd het daarna weer wat rustiger. En toen was het een kwestie van uitzoomen en weer verder gaan, want ook het 'normale' werk ging die dag gewoon door."
Hoe kijk je terug op deze casus?
"Ik kijk met een goed gevoel terug. Uiteraard is het fijn hoe het incident is afgelopen, maar ik ben ook erg blij hoe we het hebben aangepakt. Om aan te geven hoe omvangrijk dit incident was: normaal past een melding op een a4-tje, dit werden uiteindelijk 18 pagina's. Dat is uniek. Ik heb grote bewondering voor de centralisten die de betreffende dag op de meldkamer werkten. Ze hebben het druk gehad en echt knetterhard gewerkt. Wat mij ook bijblijft, is dat dit incident heeft bewezen dat de geschreven plannen in de praktijk werken. De samenwerking, zowel intern als extern, verliep die dag prima. We draaiden als Operatiecentrum echt op de automatische piloot. We wisten wie waar mee bezig was, wie er geïnformeerd moest worden en wat er nodig was. We konden de collega's op afstand goed ondersteunen en zo een bijdrage leveren aan hun veiligheid. Dat gaf een machtig gevoel."