Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.
7 juli 2013. Wachtmeester-1 Emile (34) bestuurt als persoonsbeveiliger van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) een verkenningsvoertuig tijdens een vip-begeleiding in de Afghaanse provincie Kunduz. Nietsvermoedend rijdt hij in een hinderlaag. De Taliban neemt het gepantserde voertuig van dichtbij onder vuur. Het lukt Emile om aan de kogelregen te ontsnappen en zichzelf, zijn bijrijder en 2 passagiers in veiligheid te brengen. Het BSB-team ontvangt voor het optreden een groepswaardering Brons. Daarnaast levert het incident Emile de nieuwe bijnaam Snowball op, een verwijzing naar de vormen van de kogelinslagen in zijn autoruit.
Wat was de betreffende dag jullie opdracht?
“Ik vormde samen met 5 andere collega’s van de BSB voor een periode van 2 maanden een Close Protection Team in Kunduz. Onze core business in het gebied was het verzorgen van de beveiliging van vips, waaronder de commandant van de Nederlandse militairen en ambtenaren van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De betreffende dag was onze opdracht om de Nederlandse commandant en een collega van Buitenlandse Zaken te beveiligen tijdens een verplaatsing vanaf ons Nederlandse kamp naar de stad Khanabad. Het was de bedoeling dat ze de opening bijwoonden van een nieuw gemeentehuis, waaraan Nederland een bijdrage had geleverd. Een rit van ongeveer 45 minuten. De route hadden we al een keer verkend en dat was prima verlopen. Ik bestuurde de betreffende dag het verkenningsvoertuig. Naast mij zat een BSB-collega als bijrijder. Achterin had ik 2 passagiers: een defensiefotograaf en een verpleegkundige. Het konvooi bestond uit 3 voertuigen. Wij reden voorop, achter ons reed het voertuig met de vips en daarachter nog een wagen. We onderhielden tijdens de verplaatsing live contact met de anderen. Mocht er zich iets voordoen, konden we dat meteen doorgeven, waarop zij dan weer konden handelen.”
Hoe verliep de reis naar Khanabad?
“Ik was met mijn collega’s toentertijd ongeveer 5 weken in het gebied. We hadden al erg veel beveiligingsklussen uitgevoerd. De situatie in de provincie was rustig, er gebeurde doorgaans weinig. Nederland had ook al te kennen gegeven het gebied binnenkort te zullen verlaten. Het was eigenlijk een dag als alle anderen. Het eerste deel van de rit verliep probleemloos. We verplaatsten door een glooiend landschap en over grote open vlaktes met aan weerszijden weilanden. Typisch voor Afghanistan. We reden een stukje vooruit zodat we op de plaats van bestemming alvast contact konden maken en de aankomst van de vips konden voorbereiden, zodat alles soepel zou verlopen. Dit liep anders. Vlak voor de stad zagen we midden op de weg een tiental personen staan die eruitzagen als Afghaanse politieagenten. Ze maakten met hun armen een kruisgebaar voor hun borst en maanden ons tot stoppen. Toen we de auto stil hadden gezet, keken ze wie er in het voertuig zaten. In eerste instantie leek er niks aan de hand, waarschijnlijk kwam dat door het uiterlijk van mijn bijrijder. Op het moment dat ze mij zagen, steeg de spanning en sloeg de situatie in een milliseconde om.”
Wat gebeurde er toen?
“Een van de mannen wilde mijn portier openen, dat is natuurlijk geen optie. In een splitsecond besloot ik het voertuig in zijn achteruit te zetten en gaf gas. De man bij het portier trok zijn AK47 en begon op amper een meter afstand vol op mijn raam te schieten. Ook de anderen namen ons voertuig onder vuur. Ze stonden in een L-vorm om ons heen. We werden van alle kanten beschoten. Terwijl ik achteruitreed, zag ik dat een van de Afghanen een RPG (een draagbare granaatwerper) op ons voertuig richtte. Ik realiseerde me dat een RPG-granaat tussen de 50 en 70 meter nodig heeft om ‘scherp’ te stellen en te exploderen. Er was dus nog maar een mogelijkheid: Vol gas vooruit, afstand verkleinen tot aan de RPG! Terwijl we nog steeds werden beschoten, reed ik door de hinderlaag heen. Al slingerend bereikten we de stad. Het voertuig was zwaar beschadigd: versplinterde ruiten en een lekke band, de stuurbekrachtiging werkte niet meer, de tank lekte en de rem was kapot. Ook waren de communicatiemiddelen uitgevallen, bleek dat ze onze antenne hadden geraakt. Het laatste dat de andere collega’s hadden gehoord, waren de kogelinslagen in ons voertuig en op het raam. Ze kregen te horen: troops in contact, wait out, voor hen ook een zeer moeilijk moment.”
Hoe liep het uiteindelijk af?
“Eenmaal in de stad, waar overigens niemand opkeek van ons in puin geschoten voertuig en bewoners rustig aan het barbecueën waren, hebben we een veilige locatie gezocht. Het lukte met onze mobiele telefoon contact te leggen met het Nederlandse kamp. Na 2 uur arriveerde er een Quick Reaction Force van de Duitsers, het leek een eeuwigheid. In de tussenliggende tijd barst je van de adrenaline en ben je zeer gespannen. Ik herinner mij dat we ergens om een hoek een klik-klak-geluid hoorden. We trokken meteen onze wapens, bleek het een Afghaan te zijn die een blikje fris opende. Terug op het kamp kwam de spanning eruit en laat je je gevoel de vrije loop. Alle collega’s en ook de vips waren superblij dat we ongedeerd terugkeerden. Iedereen was benieuwd naar wat er was gebeurd. Het protocol Trauma Risk Management werd opgestart. Ik vertelde mijn verhaal aan een vertrouwenspersoon. Ook lichtte ik mijn ouders in. We hadden na dit voorval de keuze om naar huis te gaan. Als groep besloten we te blijven, we vonden dat beter voor onze verwerking. We wilden de klus die we samen waren begonnen ook met elkaar afmaken. We hervatten onze werkzaamheden, maar ik kan niet ontkennen dat ik daarna met een ander gevoel de poort uitging, nog alerter.”
Hoe kijk je terug op deze gebeurtenis?
“Mensen zeggen weleens dat tijdens zo’n gebeurtenis alles heel traag verloopt. Ik beleefde het in fases: het stoppen, de spanning, de man die mijn deur wilde open, de schoten, de inslagen en de sneeuwballen op de ruit, achterwaarts rijden, de man met de RPG en uiteindelijke voorwaarts door de menigte heen. Op dat moment heb je het leven van jezelf en 3 anderen in je handen. Je denkt alleen maar: hoe komen we hier weg. Misschien verraste ik ze door vooruit te rijden… achteruit was zeker onze dood geweest. Achteraf telden we 30 treffers. Eén van de kogels aan mijn zijde van het voertuig werd gestopt door een extra gepantserde plaat naast de deuropening. Precies de plaat die ik tot die tijd altijd had vervloekt, omdat die de instap in het voertuig verkleint. Tsja, hoe dicht bij de dood kun je komen? Dit had gruwelijk fout kunnen gaan, maar soms moet je een beetje mazzel hebben. Ik praatte veel over het incident, maar merkte dat ik het daardoor niet kon afsluiten. Ik richtte mij een paar jaar lang op klussen in Nederland en begon opleidingen te geven. Nu heb ik het een plekje kunnen geven. Het werken bij de BSB vind ik nog steeds erg leuk. Ik vind dat deze gebeurtenis ook zeker iets zegt over de kwaliteit van onze brigade, wat we kunnen en waartoe we in staat zijn.”