01

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 06

Zonder intell geen IGO

Analyse en Onderzoek afhankelijk van informatie uit operatie

Commandant Koninklijke Marechaussee luitenant-generaal Hans Leijtens ging in de vorige editie van KMarMagazine dieper in op zijn Commander’s Intent. Hij lichtte zijn toekomstvisie toe aan de hand van 4 thema’s. Eén daarvan was ‘Effectiever door informatie’. Een thema dat direct het werkveld van senior Analist Claudia van der Grijn raakt. Zij werkt bij de sectie Analyse en Onderzoek (A&O) van de afdeling Intelligence en is erg blij dat CKMar nogmaals het belang van goede intell benadrukt om de KMar ‘Futureproof’ te maken. “We hebben de collega’s op straat keihard nodig.”

Senior Analist Claudia van der Grijn: “We proberen zo concreet mogelijk te zijn richting de operatie.”

De sectie A&O vormt samen met het Informatieknooppunt (IKP), Operationele Intelligence (OI) en de Bijzondere Dienst (BD) de afdeling Intelligence, het kloppende intell-hart van de Koninklijke Marechaussee. Alle 4 dragen ze hun steentje bij aan het informatiegestuurd optreden van de KMar. Dit doen ze op 5 geprioriteerde veiligheidsthema’s: migratie, georganiseerde criminaliteit, integriteit van de krijgsmacht, (Contra)-terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) en cyber. A&O opereert op landelijke niveau. De sectie heeft als doel panklare intell-producten te maken en deze onder de besluitnemers binnen alle lagen van de organisatie te verspreiden. De operatie kan vervolgens op basis van de geanalyseerde informatie mensen en middelen inzetten.

‘Jammer genoeg hebben we geen glazen bol’

A&O brengt informatie bij elkaar, beschouwt deze, legt verbanden en trekt conclusies.

Conclusies trekken

Dagelijks houdt A&O de ontwikkelingen op de veiligheidsthema’s in de gaten. Van der Grijn legt uit: “We raadplegen veel verschillende bronnen, waaronder al onze handhavings- en opsporingssystemen. Maar we verzamelen ook informatie via Open Source Intelligence (OSINT). Ook de Nationale Politie, Frontex en Europol en buitenlandse liaisons vormen een informatiebron. Wij brengen alle informatie bij elkaar, beschouwen deze, leggen verbanden en trekken conclusies voor de korte en lange termijn. Uiteindelijk leidt dat tot producten waarin we trends en ontwikkelingen bevestigen, ontkrachten of bijstellen. Hiermee geven we sturing aan de operatie. Ook brengen we intell over concrete verdachten bij onze brigade Recherche. We proberen zo concreet mogelijk te zijn.”

Van der Grijn begrijpt dat de operationele collega’s in het land graag precies willen weten waar ze op welk moment moeten zijn. De operationele mindset is volgens haar momenteel vooral gericht op interventies en minder op informatie genereren. “Ze ontvangen liever iets concreets, in plaats van lange rapportages. Jammer genoeg hebben we geen glazen bol. Dat is de wisselwerking tussen ons en de operatie, en daar ligt voor de hele KMar vanuit de IGO-gedachte ook de uitdaging. Het komt weleens voor dat we concrete intell hebben, zoals geduide informatie over mensensmokkel die plaatsvindt op een bepaalde vlucht. Die spelen we dan ook zo snel mogelijk door aan de betreffende brigade in de vorm van een intell-report, zodat er meteen actie ondernomen kan worden.”

Zonder informatie uit de operatie kan Analyse & Onderzoek geen intell maken. (archieffoto)

“Maar”, gaat Van der Grijn verder, “A&O kan het niet alleen. We proberen zoveel mogelijk verbinding te houden met de operatie, maar ons werk vindt toch grotendeels op kantoor plaats. We zijn dan ook echt afhankelijk van de collega’s in de operaties als het gaat om het aanleveren van informatie en het correct vastleggen daarvan in de systemen. Zonder die informatie kunnen wij de besluitnemers niet in hun rol ondersteunen om de operaties optimaal te sturen. Stel dat op een luchthaven of doorlaatpost door grensbewakers een nieuwe trend of modus operandi wordt ontdekt. Als wij informatie, hoe onschuldig die in eerste instantie misschien ook lijkt, niet vanuit de operatie aangeleverd krijgen, kunnen we daar geen intell van maken en niet doorspelen aan collega’s, die dezelfde taken op een andere locatie uitvoeren. Een gemiste kans.”

‘Niet alleen de focus op de grote standaardcontroles’

Jeroen Severs

Een voorbeeld waaruit is gebleken dat mutaties voor een doorbraak in groot onderzoek kunnen zorgen, dateert uit 2018. Toen werd bekend dat de in 2004 in Irak overleden wachtmeester-1 Jeroen Severs in 1998 tijdens zijn eerste klus een mutatie maakte over de staande houding van Jos B. op de Brunssummerheide. Dit was vlakbij de plek waar een paar uur eerder het lichaam van de 11-jarige Nicky Verstappen werd gevonden. “Mutaties invoeren, is misschien niet altijd leuk om te doen. Maar het belang ervan is bewezen en zou als hoofdtaak gezien moeten worden. Deze casus van 20 jaar geleden wordt momenteel op het Opleidings,- Trainings- en Kenniscentrum Koninklijke Marechaussee gebruikt om nieuwe collega’s hiervan bewust te maken”, weet Van der Grijn.

De operatie ontvangt volgens Van der Grijn het liefst concrete informatie in plaats van lange rapportages. (archieffoto)

Van der Grijn vindt het logisch om de komende tijd te investeren in de informatiepositie van de KMar om zo het effect van operationele inzet verder te vergroten. Zonder informatie is er geen intell en is er dus geen informatiegestuurd optreden mogelijk, stelt ze. Op technisch gebied timmert A&O al flink aan de weg om haar functie te versterken. Op operationeel niveau doet A&O dat door gerichte inwin-opdrachten bij de brigades in het land uit te zetten. “Niet alleen de focus op de grote standaardcontroles, maar informatie inwinnen bij bijvoorbeeld kleinere grensovergangen. Misschien blijkt uit nadere analyse van die informatie wel dat we ons beter daarop kunnen richten. Of juist niet. Je kunt het dan in ieder geval uitsluiten en je mensen inzetten waar ze echt nodig zijn.”

Tekst: Robert den Hartog | Foto’s: sergeant-1 Mike de Graaf en archief Mediacentrum Defensie