02

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 01

Twee verschillende werelden in Mali

Artikel 4 in Bamako en Gao

Vier KMar-collega's vormen in Mali het artikel 4-detachement tijdens de United Nations Multidimensional Integrated Stabilization Mission in Mali (MINUSMA). Adjudant Elpida en wachtmeester-1 Harm werken in de hoofdstad Bamako, detachementcommandant kapitein Mark en opperwachtmeester Tom in Gao. Twee verschillende werelden, één missie.

Wachtmeester-1 Harm heeft het lokale wegennet van de Malinese hoofdstad aardig in zijn hoofd. Na een rit - airco aan, want het is 36 graden - parkeert hij bij een hoog uitzichtpunt. "Er wonen en werken veel Nederlandse militairen in Bamako. Het is daarom voor ons erg belangrijk dat we ons werkgebied zo goed mogelijk leren kennen voor als er iets aan de hand is", vertelt hij tussen twee slokken water. "De hoofdwegen weten we al blindelings te vinden, maar natuurlijk geldt dat nog niet voor elk straatje en steegje. Dat kan ook haast niet. Onze situational awareness groeit per rit en die kennis komt natuurlijk van pas als we in actie moeten komen."

Hoffelijkheid

De stad verkennen klinkt misschien simpel. Tótdat je zelf in Bamako bent. Het verkeer is chaotisch. Regels zijn er niet. Althans zo lijkt het. Het enige voordeel van weggebruikers in Mali is dat er een grote onderlinge hoffelijkheid naar elkaar is. Van overbeladen vrachtwagen tot straatventer, alles schuift - weliswaar langzaam - langs elkaar. In verkeerssituaties waar je in Nederland een furieuze scheldkanonnade kan verwachten, volstaat hier een glimlach om de boel weer - wederom langzaam - in beweging te krijgen. Adjudant Elpida vindt de lokale bevolking in de hoofdstad over het algemeen heel relaxed. "Iemand die zich tegen je keert, is echt een zeldzaamheid", zegt ze. "De Malinezen zijn vriendelijk en meewerkend. Vijandigheid voel ik hier eigenlijk nooit."

Adjudant Elpida en wachtmeester-1 Harm werken in de hoofdstad Bamako: "De Malinezen zijn vriendelijk en meewerkend".

Ondersteuning

Harm en Elpida voeren vanuit kamp Midgard de artikel-4 taak uit, de militaire politietaak. "We treden op als wijkagent", vertelt Harm. Links schiet een brommer voorbij. Een jonge vrouw met een teil vol bananen op haar hoofd schuift behendig langs. "Daarnaast zijn we er voor advies en ondersteuning van de Nederlandse militairen", gaat de wachtmeester verder. "Niet alleen voor de collega's op Midgard, maar ook voor kamp Bifrost en UNPOL. We kijken of mensen lekker in hun vel zitten en springen bij waar nodig."

"En er zit trouwens ook nog een Nederlandse sergeant-majoor op Koulikoro", vertelt Elpida. "Daar naartoe rijden is een hele belevenis. Het begin van de route is prima, daarna krijg je steeds meer gaten in de weg en aan het eind rijd je alleen nog op gravel. Net de Dakar-rally."

Regelmatig nemen Harm en Elpida deel aan het zogenoemde 'ambassadeoverleg'. Daar zitten onder andere collega's van de All Sources Information Unit (ASIFU) bij. "Wat we met de militaire attaché bespreken blijft binnenskamers", voegt Elpida toe. "ASIFU is een intell-feestje. We zitten als toehoorders bij die gesprekken, maar blijven zo wel op de hoogte van wat er allemaal speelt. En dat is erg belangrijk voor het uitvoeren van onze taak."

Weinig artikel-4 werk

De zaken die op het bordje van Harm en Elpida kúnnen komen? Verkeersongevallen, overschrijding van dienstvoorschriften, diefstal, vernieling, belediging. Ook ongewilde schoten kunnen in uitzendgebieden voorkomen. Harm: "Kleine zaken dus. Het is momenteel overigens heel rustig." "Maar", verduidelijkt Elpida, "je onderhoudt natuurlijk je contacten, patrouilleert in je gebied en verstrekt wapens en munitie aan de UNPOL-collega's. Het mooiste aan de missie? De uitdaging bij jezelf blijven zoeken. Je moet het echt samen doen, dus dien je elkaar te inspireren. En dan niet alleen je KMar-collega, maar álle Nederlanders die op Midgard zitten, van MOVCON tot force protection. Op het moment dat je je afzondert en op je 'eiland' blijft zitten, dan krijg je het zwaar."

KMar-detachementscommandant kapitein Mark.

Gao versus Bamako

KMar-detachementscommandant kapitein Mark en opperwachtmeester Tom zijn uitgezonden naar Gao. Hun wereld ziet er anders uit dan die van de collega's in de hoofdstad. Mark vertelt:

"Het grote verschil tussen Gao en Bamako is de veiligheidssituatie. Waar Elpida en Harm in Bamako vrij de poort uit kunnen, is dat hier totaal anders. Daarom hebben Tom en ik veel minder contact met locals. Zonder goede reden komen wij simpelweg niet van Camp Castor af. Gao is onrustiger. Een goed voorbeeld is de aanslag van 18 januari. Hier dichtbij ging een bomauto de lucht in, waardoor 77 mensen omkwamen. Wij voelden de drukgolf van de explosie  op het kamp.

Uiteraard is het werk van onze KMar-collega's in de hoofdstad wél hetzelfde. Ook zij zijn respectievelijk wijkwachtmeester en Hulpofficier van Justitie (HovJ). Als HovJ toets ik of bevoegdheden, zoals aanhouden en inbeslagnemen op de juiste wijze zijn toegepast. Dit is ook de hoofddtaak die ik als HovJ in Nederland heb. Maar als ik hier als HovJ aan de slag moet, kan het ook echt foute boel zijn. Als er Nederlandse slachtoffers zijn, dan stellen wij een onderzoek in naar wat er precies is gebeurd en nemen we eventuele lichamen in beslag voor verder onderzoek. Verder dragen we ook zorg voor de correcte identificatie van de slachtoffers en hebben we nog veel meer taken en verantwoordelijkheden die hierbij komen kijken.

Kapitein Mark en opperwachtmeester Tom vanuit Gao: "Het grote verschil met Bamako is de veiligheidssituatie".

Een tweede HovJ-taak is het bestuderen van After Action Reports. Als Nederlandse militairen geweld gebruiken, maakt de commandant een After Action Report op waarin hij omschrijft waarom het geweld is toegepast en onder welke omstandigheden. Het After Action Report bevat tevens een beoordeling van de commandant omtrent de rechtmatigheid van de geweldsaanwending. Ik beoordeel of de informatie in het rapport aanleiding geeft een nader feitenonderzoek of een opsporingsonderzoek in te stellen, en vervolgens rapporteer ik hierover aan de Officier van Justitie in Arnhem."

Tekst: kapitein Jaap Wolting   |   Foto's: sergeant-majoor Gerben van Es