Tekst Leo de Rooij
Foto sergeant-1 Eva Klijn
Border Security Team Lesbos
Sinds begin april werkt het tweede Border Security Team op het Griekse eiland Lesbos. Daar ligt midden in het landschap een berg. Zwemvesten. Honderden, misschien wel duizenden, meestal van inferieure kwaliteit. Met achter ieder zwemvest een verhaal. Vluchteling, migrant, asielzoeker, economisch gelukzoeker; allemaal mensen op zoek naar een beter leven.
Zoals het Syrische meisje Lara, wiens vingerafdrukken werden vastgelegd door brigadier Margriet (politie). Net als haar 13 collega's van de Koninklijke Marechaussee maakt ze deel uit van het Border Security Team-2, een samengestelde eenheid (zie kader: Samenstelling) van Marechaussee, politie, Immigratie- en Naturalisatiedienst, Dienst Terugkeer en Vertrek en Dienst Justitiële Inrichtingen. Het BST ondersteunt namens het Europees grensbewakingsagentschap Frontex de Griekse autoriteiten om de eindeloze migrantenstroom te reguleren en in kaart te brengen. "Zoals Lara zijn er zoveel", weet Margriet. "Gevlucht voor de oorlog, eindeloos onderweg, uitgebuit door mensensmokkelaars, meermaals verkracht, met een gammel bootje de oversteek gewaagd. Om dan uiteindelijk hier bij ons in het First Reception Centre in Moria (Lesbos) te komen, waar ze via de Identificatie- en Registratiestraat aan een nieuw leven hoopt te beginnen."
Foefjes helpen
Eerst is er de screening. Marechaussee-collega's adjudant Cor en opperwachtmeester Ingrid checken met hulp van een tolk of de mensen wel echt uit het land komen waar ze zeggen vandaan te komen. Cor: "Een deel van de mensen komt hier zonder documenten. Onze taak is dan om snel een beeld te krijgen of de verhalen kloppen. Daar zijn foefjes voor. Kennen ze de vlag van het land, weten ze wat de hoofdstad is? Allemaal zaken die we wegen om te bepalen wat iemands nationaliteit is."
De laatste weken lijkt de migrantenstroom op te drogen. "We zien nog maar een enkele Syriër, wel steeds meer Pakistanen en Afghanen. Bij de meesten zijn de eerste emoties er al af als ze hier in het opvangkamp arriveren. Laatst had ik een Pakistaans kind van 14 jaar dat alleen reisde. Was door de ouders verkocht... Dat is een triest verhaal ja, die komt wel binnen." Juist om deze reden kunnen de BST'ers terugvallen op collega's die TRIM-opgeleid zijn (Trauma Risico Management). Zij staan klaar voor de eerste opvang.
Zijn er wel documenten, dan komen ze onder de microscoop van wachtmeester-1 Jochem. Hij werkt samen met een Duitse collega; ze vullen elkaar aan en maken gebruik van elkaars ervaring. "De docu-box die Frontex ter beschikking stelt, werkt volgens hetzelfde principe als de apparatuur die we op de brigade Waddengebied gebruiken. Documenten in het Arabisch, die we thuis niet zo vaak zien, controleren we met de Edison-database op de Ipad, en dat werkt perfect. Maar eigenlijk maakt het niet zoveel uit wat voor soort document je aangeboden krijgt: de opbouw en kenmerken van echtheid verschillen niet zoveel."
Geen patrouilles
De hele identificatie- en registratieprocedure gebeurt aan de hand van de door Frontex vastgestelde profielen. "Op 31 maart kwamen we met het team hierheen, en een dag later draaiden we gelijk de eerste diensten", blikt BST-commandant kapitein Jantienus terug. "In tegenstelling tot BST-1 op Chios draaide hier al een grote Frontex-operatie, dus we sprongen op een rijdende trein. Verder sluit dit werk naadloos aan bij de kwaliteiten en competenties van onze mensen; dit is onze core business."
Er zijn meer verschillen tussen BST-1 en 2. Jantienus: "Wij doen geen land- of zeepatrouilles, trekken geen mensen uit het water. Ons werk is vooral administratief van aard en vindt plaats op het Reception Centre. Ik wil graag benadrukken dat we daar geen opsporing doen, we zijn niet bezig met politieverhoren. Zo gauw de vervolgstap in de keten wordt gezet (lees: asielaanvraag), houdt het werk voor het BST op. We kunnen daarin enkel adviserend optreden. Ook is het BST niet bezig met het terugsturen van mensen. Wel proberen we, volgens de richtlijnen van Frontex en veelal in internationaal verband, de Grieken te helpen bij het reguleren van de migrantenstroom. Daarin kan onze multidisciplinair samengestelde eenheid echt een wezenlijke bijdrage leveren, zodat de Grieken er niet alleen voor staan."
Reisroutes
Niet alle BST'ers doen hun werk in de identificatie- en registratiestraat. Met zijn recherche-ervaring is wachtmeester-1 Klaas samen met een Deen en een Griek actief als 'debriefer', wat hem dagelijks binnen de hekken van het 3.500 mensen tellend kamp Moria brengt. "Daar tracht ik de verhalen van de migranten op papier te krijgen: hoe zijn ze gereisd, welke grenzen zijn ze gepasseerd, hoeveel hebben ze betaald en aan wie? Die informatie stuur ik naar het Frontex-hoofdkantoor in Warschau, waar ze het geheel in kaart brengen." In tegenstelling tot zijn recherchewerk stelt Klaas zijn vragen niet in een verhoorsetting. "Zie het meer als een praatje met de buurman. Over het algemeen zijn ze zeer bereidwillig om te praten; ze blijven anoniem, het gaat niet ten koste van hun asielaanvraag. Maar ze vertellen me zeker ook niet alles. Als het gaat over mensensmokkel houden ze mijns inziens vaak informatie achter. Zij zien mensensmokkelaars namelijk vaak als hun redders, niet als criminelen."
Samenstelling BST-2
BST-2 bestaat uit 51 collega's van verschillend pluimage. De KMar levert het leeuwendeel: 13 collega's en de commandant. Verder bestaat BST-2 uit 4 landmachters, 8 Nationale Politie, 2 Dienst Terugkeer en Vertrek, 3 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), 11 Dienst Justitiële Inrichtingen en 9 tolken van de IND.