Tekst Arjen de Boer
Foto ANP, sergeant-majoor Maartje Roos, adjudant Richard Frigge en Hans Roggen
20 jaar Collegiale Ondersteuningsgroep
Marchaussees die na een heftig incident hun hart willen luchten, kunnen terecht bij de Collegiale Ondersteuningsgroep (COG). Die collega's bieden al 20 jaar een luisterend oor.
30 juni 1988. De auto die recht op hem af stoof. Zijn vinger die de trekker overhaalde. De chaos en spanning. Adrenaline gierde door het lichaam van marechaussee Jan Kraakman. Hij moest wel schieten. "Mijn collega kon er achteraf met bravoure over vertellen", vertelt adjudant Kraakman vele jaren later. "Ik niet. Diezelfde avond werd in een tv-serie geschoten. Ik stond meteen weer op scherp."
Gemis
De impact was groot, maar Kraakman miste op het werk iemand die zonder oordeel naar zijn verhaal zou luisteren. De oprichting van de Collegiale Ondersteuningsgroep (COG) 20 jaar geleden was dan ook cruciaal. Het COG biedt collega's de gelegenheid stoom af te blazen, vertelt Kraakman. Zelf is hij, minus een korte onderbreking, sinds het begin COG'er bij district West. "Toch ben ik geen maatschappelijk werker", zegt Kraakman. Hij is 'gewoon' een collega die geïnteresseerd luistert. "Ik kan vertellen dat wat iemand meemaakt een normale reactie is op een abnormale gebeurtenis."
Aandacht
In de begindagen namen collega's de COG echter niet meteen serieus. Echte mannen, en zeker militairen, praten niet over gevoelens, merkte Kraakman. "In het verleden was het al snel business as usual", vult collega-COG'er Gerard van der Mijde aan. De opperwachtmeester bij district Noord-Oost maakte zelf een uit de hand gelopen vechtpartij mee op Schiphol. "Voor een praatje was naderhand geen ruimte. Maar die aandacht is juist belangrijk. Iemand die vraagt: 'wat heb je gedaan? Hoe is het de afgelopen dagen gegaan?'"
Grote rampen
In al die jaren hebben Van der Mijde (12 jaar COG'er), Kraakman en hun collega's vele honderden marechaussees een luisterend oor geboden. Dat gebeurde in het buitenland tijdens uitzendingen, maar vooral in Nederland. Zo moesten Kraakman en zijn COG-collega's flink aan de bak toen in 1996 2 vliegrampen plaatsvonden: de Herculesramp en enkele maanden later de Dakotaramp. KMar-collega's zagen veel lijken en verschrikkelijke taferelen. "Sommigen kunnen daar meteen met elkaar over praten", zegt Kraakman. "Anderen staren stilletjes voor zich uit. De impact verschilt per persoon."
In 1996 bestond de COG net 1 jaar en was nog onbekend bij collega's. "Dat viel op. Mensen zeiden: 'moet dat nou? Ik ben niet ziek, toch?' Maar we gingen gewoon naar de mensen toe en praatten. Achteraf hoor je dat ze het fijn vonden."
De collegiale ondersteuning was meer ingeburgerd toen Karst Tates in 2009 een aanslag wilde plegen op de Koninklijke familie en 7 burgers, onder wie KMar-burgermedewerker Roel Nijenhuis, doodreed. Marechaussees werden snel opgevangen en konden hun verhaal doen in het bijzijn van anderen. "Dat is belangrijk om elkaar te kunnen begrijpen", zegt Van der Mijde die toen COG-piket had. "Dan kunnen mensen een totaalplaatje krijgen en horen hoe een ieder dit persoonlijk heeft beleefd. Dat zorgt voor wederzijds respect."
…en dagelijkse gebeurtenissen
Het meeste werk komt voort uit de vaker voorkomende incidenten die collega's meemaken. Van een schietpartij tot een ernstig verkeersongeval. Van een gewond persoon tot iemand die zelfmoord heeft gepleegd. Stuk voor stuk incidenten waarover de COG moet worden ingelicht. Op nummer 1 staat met stip de reanimatie, weet Kraakman. "Je bent bezig iemands leven te redden, maar meestal lukt dat niet", zegt de adjudant. "Achteraf ga je denken: 'heb ik fouten gemaakt? Was ik op tijd?' Dat laat een enorme indruk achter."
Toekomst
De noodzaak voor collegiale hulp zal groeien, verwacht Kraakman. "De wereld verhardt, het aantal incidenten neemt toe. Daarom zullen draaiboeken en protocollen meer structuur moeten krijgen." Maar onder de streep komt het neer op dat luisterend oor, de aandacht voor de ander. "Stoer zijn is niet nodig na een heftig incident", zegt Van der Mijde. "Collega's maken veel mee en de emmer kan vol raken. Praten is belangrijk."
De Koninklijke Marechaussee telt nu 39 collega's die als neventaak deel uitmaken van de Collegiale Ondersteuningsgroep (COG). Dit waren er 20 jaar geleden een stuk of 15. Hieronder de actuele verdeling naar district:
• Noord-Oost: 6
• West: 6
• Zuid: 6
• Schiphol: 7
• Caribisch gebied: 7
• District Landelijke en Buitenlandse Eenheden: 7
Daarnaast zijn er nog 4 mensen met wie COG'ers kunnen overleggen voor advies. Deze zogeheten kernleden zijn de stafarts en gedragswetenschappers.