Tekst kapitein Jaap Wolting
Foto sergeant-majoor Dave de Vaal
'Hier kun je je mentaal niet op voorbereiden'
Tientallen KMar-collega's namen vanaf eind juli deel aan de repatriëringmissie in Oekraïne. Allemaal hadden ze hetzelfde doel; stoffelijke resten en bezittingen van de slachtoffers van vlucht MH17 vinden. Dat het ontzettend moeilijk was, werd begin augustus duidelijk. De missie werd door de verslechterde veiligheidsomstandigheden gestaakt. Vlak daarvoor maakte KMarMagazine een sfeerreportage in het inzetgebied.
Opperwachtmeester John Holt zit met opgetrokken knieën tegen een boom vlakbij het dorp Petropavlivka. Van zijn gezicht is af te lezen dat hij baalt. Hij kan het veld niet in. “Onderweg hoorden we al harde knallen”, vertelt hij. Of de separatisten of het Oekraïense regeringsleger die veroorzaken, is onduidelijk. Hoe dan ook, het belet de repatriëringmissie in het zoeken naar stoffelijke resten. Te gevaarlijk. Het geeft John, gedreven teamlid van de Bijstandseenheid, in elk geval de tijd om te eten. Hij breekt een rantsoen aan en verklaart dat hij graag aan de slag wil: “Een week na de vliegtuigramp vroeg de leiding wie vrijwillig naar Oekraïne wilde. Ik heb me meteen gemeld, ondanks dat hier geen voorbereidingstraject voor is. Dit heeft onze Bijstandseenheid nog nooit gedaan, maar we zijn breed inzetbaar. Nu dus in de zoekploeg.”
Wederom klinkt een serie zware explosies. Een Nederlandse politieagent staat op de trap van de bus. Onafgebroken staart hij in de richting van de knallen. “Hier kun je je niet mentaal op voorbereiden, al volg je het nieuws nog zo goed”, vertelt John vertelt ogenschijnlijk kalm. Hij neemt een slok water, veegt zijn bezwete voorhoofd af. “We praten hier in Oekraïne natuurlijk met de forensisch experts. Die weten uit ervaring wat we kunnen aantreffen. Misschien vinden we wel lichaamsdelen. Voor mij is dat onwerkelijk. Ik moet echt mijn mindset aanpassen.”
Toen John voor het eerst door de Oekraïense weilanden trok, vond hij stukken van het vliegtuig en een uit elkaar gescheurd Nederlands boek. “Later een medisch paspoort, een onderbroekje van een kind en persoonlijke bezittingen”, zegt John. “Ik vind het heel bijzonder om hier te zijn. De belangen zijn groot. Ik heb me niet voor niets aangemeld. We willen het liefst alles uitkammen om maar zoveel mogelijk naar huis te kunnen brengen. Als het aan ons lag, zaten we elke dag in het zoekgebied, maar we kunnen de omstandigheden niet beïnvloeden. De oorlog is dichterbij dan je denkt."