Tekst Leo de Rooij
Foto sergeant-majoor Gerben van Es, sergeant Hille Hillinga en ANP

Indringende inzet

In de nasleep van de ramp met de MH17 was de KMar ook in Nederland op vele fronten actief. Op Schiphol, waar de allereerste opvang van de nabestaanden werd gedaan na het bekend worden van het verschrikkelijke nieuws. Op vliegbasis Eindhoven, waar de stoffelijke resten vanuit Charkov aankwamen. Onderweg, toen de indrukwekkende stoet lijkwagens vrij baan kreeg naar Hilversum. Op de Korporaal van Oudheusdenkazerne in Hilversum, waar de slachtoffers geïdentificeerd moesten worden. Onze collega’s ondervonden aan den lijve hoe indringend deze inzet was. Een greep uit hun ervaringen.

x

Wachtmeester-1 Niels Dalemans, brigade Grensbewaking Schiphol

“Ik was bezig met mijn reguliere werkzaamheden toen werd gevraagd om een plek in te richten op Schiphol, waar de nabestaanden van de crash konden worden opgevangen. Dat werd de Dakota bar, bij het Panorama-terras. Ik ben daar toen samen met een collega heengegaan voor de eerste opvang en om een registratie te maken van de nabestaanden en welk familielid er in vlucht MH17 zat. Wat ik heb gezien en meegemaakt is moeilijk te beschrijven. Wat een intens verdriet, wat een droevige sfeer en wat een vreselijke verhalen van de nabestaanden.

Het was lastig om de mensen goed op te vangen, omdat ze vooral behoefte hadden aan meer informatie. Maar die was er niet. De enige informatie die toen beschikbaar was, was datgene wat op de het nieuws werd uitgezonden. Het was goed dat er een plek was waar mensen hun verdriet konden delen en enigszins tot rust konden komen. Ik ben blij dat ik daar mijn steentje aan heb kunnen bijdragen. Het heeft een onuitwisbare indruk gemaakt op mij en mijn collega’s. Ik hoop echt dat ik zoiets nooit meer hoef mee te maken, maar mocht dat wel het geval zijn dan zal ik er weer staan. Om de mensen te kunnen helpen, al is het maar een klein beetje…"

x

Opperwachtmeester Cordrik van der Meulen, commandant Draagploeg

“Ik kreeg het verzoek om een draagploeg te formeren om de volgende dag de eerste slachtoffers van de ramp met de MH17 op Eindhoven binnen te halen”, herinnert Cordrik van der Meulen zich. “Samen met mijn team en teams van de overige krijgsmachtsdelen is er hard gewerkt om iedere kist dezelfde eerbiedwaardige behandeling te geven. Pas na onze inzet werd ik mij ervan bewust hoeveel impact dit wereldwijd heeft gehad, mede door alle warme reacties die ik nadien mocht ontvangen.”

Op de laatste dag konden de dragers met de nabestaanden spreken. “Moeilijk, maar ook heel bijzonder. Het enorme gemis dat wordt gevoeld en gedeeld en tegelijkertijd de enorme dankbaarheid voor wat wij hebben gedaan. De kisten kregen hiermee een gezicht, kregen een verhaal. Alles bij elkaar zo indrukwekkend dat ik die dag met tranen in mijn ogen naar huis reed.” 

x

Wachtmeester-1 Mathijs Schulte, motorrijder

Normaal escorteert Mathijs militaire colonnes of transporten van de Nederlandsche Bank. “Dit was dus wel even wat anders. Al blijft het in dit werk een kwestie van formatie houden en de juiste procedures volgen. En dat hadden we goed voorgeoefend.” Van extra zenuwen had hij weinig last. “Tuurlijk, normaal zijn er niet zoveel ogen op je gericht. En rechtstreeks op tv maak je ook niet dagelijks mee. Maar je blijft gefocust op je werk, zorgt dat het er scherp uit blijft zien.”

Emotioneel zwaar? “Viel mee. In de spiegel op je motor zie je maar één lijkwagen, niet die hele rij er achteraan. Pas ’s avonds op tv kreeg ik het hele beeld en dat zag er indrukwekkend uit. Dat maakte best wel wat los, ja. Dat er zoveel mensen langs de route zouden staan, hadden we ook niet verwacht. Al die afgeladen viaducten, die bloemen die werden gegooid, de totale stilte erbij, het applaus bij de kazernepoort…ja, dat was een kippenvel-moment.”

x

Tweede luitenant Marlou Pluim, liaison KMar

Namens de brigade Utrecht was Marlou Pluim betrokken bij het overleg met kazernecommandant, politie, LTFO en overige partijen. “Onze eerste insteek was om een waardige binnenkomst voor de stoet te creëren. Met specifiek aandacht voor het openbare orde-verhaal op en rond het defensieterrein in Hilversum en de ondersteuning van de politie in de omgeving. De Noodweg, de toegangsweg tot de Korporaal van Oudheusdenkazerne, liep dagelijks vol met belangstellenden.”

Bijzonder om mee te maken, kijkt Marlou terug op die KMar-inzet. “Ondanks de drukte bleef het overal ingetogen, respectvol. Daarnaast hadden we contact met enkele nabestaanden, die persoonlijk wilden meekijken hoe de ontvangst geregeld was. Het indringend huilen van de mensen maakt het dan erg persoonlijk; ook al doen we ons werk, wij zijn niet van steen.”

x

Adjudant Annemie, locatiecommandant Eindhoven

Als locatiecommandant op het platform van vliegbasis Eindhoven had Annemie (gelukkig) weinig werk: “Iedereen gedroeg zich voorbeeldig, daar zorgde de ceremonie zelf ook voor. Het in goede banen leiden van de media-aandacht bleek geen enkel probleem, ook de pers toonde zich respectvol.”

Flexibel inspelen op wat zich aandiende, dat was voor Annemie de uitdaging. Ze somt op: “De begeleiding van de nabestaanden van het verzorgingspunt naar het platform. Zicht op de ceremonie houden, zodat ons eigen personeel zonder zicht op het platform toch tijdig de minuut stilte in acht nam. De drukte rond het herdenkingspunt aan de poort managen, al bleef het ook daar zeer respectvol. Samenwerking met de politie gestalte geven. En vooral achter de schermen veel werk verzetten. Al met al vond ik het vooral een mooie en indrukwekkende gebeurtenis, waaraan we als Marechaussee onze bijdrage hebben geleverd.”

x

Adjudant John van den Hooff, cameratoezicht korporaal Van Oudheusdenkazerne

John bevestigde samen met collega adjudant Roland Heesen in opdracht van de Defensie Bewakings- en BeveiligingsOrganisatie een aantal camera’s rondom het speciaal ingerichte mortuarium op de korporaal Van Oudheusdenkazerne. “Ik had de dag dat ik werd gebeld met het verzoek nog verlof, maar uiteraard stonden ik en Roland de volgende ochtend in Hilversum. We waren er rond 8 uur en een paar uur later draaiden alle camerasystemen. Zo kon DBBO de omgeving van het mortuarium 24 uur per dag in de gaten houden.”

John en Roland konden de betreffende woensdag in alle rust werken. De eerste rouwstoet kwam ‘s avonds aan. Anders was dat toen John een paar dagen later terugkeerde om een van de camera´s te vervangen. “Het is werk en ik ben vrij nuchter, maar toen ik die bloemenzee zag bij aankomst en mij realiseerde dat hier de lijkwagens in en uit hebben gereden, kreeg ik een brok in mijn keel.”