Tekst Vanessa Strijbosch
Foto sergeant-majoor Maartje Roos
Scheidend en aantredend Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht aan het woord
Wat doet de IGK?
De Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK) is een bemiddelaar, een soort ombudsman. Hij probeert partijen tot elkaar te brengen om zo tot een oplossing te komen. Hij legt zo’n 50 werkbezoeken per jaar af om in gesprek te gaan met de medewerkers van Defensie. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? De IGK is onafhankelijk. Iedereen kan een beroep op hem doen. De IGK adviseert de minister en is ook Inspecteur der Veteranen en Inspecteur der Reservisten.
Hoe krijgt een 3-sterren generaal het in 1 zin voor elkaar om mensen op hun gemak te stellen? Scheidend Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht (IGK), luitenant-generaal Hans van Griensven, weet precies hoe: maak een goede grap. “Ik ben de opvolger van Prins Bernard, zie mij maar als de 13e prins.” Vorige week donderdag legde hij zijn laatste werkbezoek af als IGK en droeg hij het stokje over aan luitenant-generaal der mariniers Frank van Sprang. De Defensiekrant was erbij en sprak met beide heren.
De ijsbreker werkt. Er wordt gegrinnikt. 1 van de gesprekspartners durft het zelfs aan om een scherpe opmerking terug te maken: “U heeft in ieder geval dezelfde looks.” Het is een typerende situatie voor de werkbezoeken van luitenant-generaal Hans van Griensven, die bekend stond als een ‘amicale en toegankelijke IGK’. Hij drukte op meerdere vlakken zijn stempel, voerde veranderingen door en wilde vooral het eerlijke geluid laten horen.
Toen u aantrad gaf u aan zich te willen laten leiden door 5 woorden: luisteren, begrip, actie, communicatie en leiderschap. Is dat gelukt?
“Ik kan oprecht concluderen dat ik me er aan heb gehouden. Ik geloof er nog steeds in. Luister echt naar mensen, geef aan dat je ze gehoord en begrepen hebt en doe er iets mee. Communiceer het goed en neem je verantwoordelijkheid als leider. Dat werkt altijd.”
Wat is u het meest bijgebleven van al die gesprekken en ontmoetingen?
“Ik ben me er nog meer bewust van hoe belangrijk erkenning en waardering zijn voor mensen. Ik ontving 10 Ambonese KNIL-veteranen en hun familie op De Zwaluwenberg (het IGK hoofdkwartier, red.). Molukse veteranen die namens het koninkrijk vochten maar min of meer zijn vergeten. Na 65 jaar gaf ik ze een podium en kregen ze de waardering die ze verdienden. Ik zag dat het heel belangrijk voor ze was. Dat zo’n simpel gebaar zoveel goeds kan doen. Dat raakte me.”
“De IGK heeft invloed, maar geen macht”, zei u eens. Had u het gevoel dat er naar u werd geluisterd?
‘Ik ga het niet oplossen, maar kan het wel signaleren’
“Ik signaleer, agendeer en adviseer. Maar ik kan niet commanderen. Ik kan nooit iemand een opdracht geven omdat ik iets vind. Als mensen mijn adviezen niet aannemen, houdt mijn rol op. Natuurlijk denk ik dan wel eens: ‘wat doe ik hier dan?’. Maar dan is het aan mij om effectiever te zijn. We pasten onze werkwijze aan met minder rapportagedruk. We stelden 2 nieuwe onderzoekers aan en brengen 2 keer per jaar een themarapport uit. Daarnaast stelde stelde ik een stafadjudant aan op De Zwaluwenberg. Dat was best revolutionair.”
Na 40 jaar zwaait u af bij Defensie. Hoe kijkt u terug en wat zou u uw opvolger willen meegeven?
‘Ik leerde om mijn mond te houden’
“Vanaf het moment dat ik binnen kwam, werd het steeds dynamischer bij Defensie. Ik heb het altijd naar mijn zin gehad en kijk met veel voldoening terug. Ik heb veel geleerd. De laatste jaren leerde ik om op gepaste momenten mijn mond te houden. Mensen hebben behoefte om hun verhaal te vertellen. Dat is ook mijn tip aan generaal Van Sprang: luister, toon empathie, neem actie en communiceer.”
Aantredend IGK, luitenant-generaal der mariniers Frank van Sprang, kijkt en luistert aandachtig mee tijdens het laatste werkbezoek van zijn voorganger. Generaal Van Sprang neemt als voormalig Directeur Operaties en Commandant Korps Mariniers veel operationele ervaring mee naar De Zwaluwenberg.
IGK worden. Stond dat op uw bucket list?
“Het was geen jongensdroom van me, had er nooit aan gedacht, maar ik heb er de laatste jaren geen geheim van gemaakt dat ik wel graag IGK wilde worden. In 1985 kwam ik als adelborst voor het eerst op De Zwaluwenberg. Dat maakte toen al indruk. Ik realiseerde me dat dit soort mensen de randvoorwaarden scheppen en voor verandering kunnen zorgen.”
Hoe gaat u het als IGK aanpakken?
“Voor mij zijn verbinden en vertrouwen heel belangrijk. Mijn vader was Indië veteraan en leerde mij om vooral te blijven praten met mensen, ongeacht hoeveel balken en strepen op je schouder staan. Vertrouw en maak gebruik van de aanwezige kennis en ervaring. Daaraan heb ik mij altijd gehouden en dat zal ik ook als IGK blijven doen.”
Waar verheugt u zich het meest op?
“Het contact met mensen. En dan bedoel ik geen ‘dog and pony show’ en je dingetje doen. Laten zien dat je luistert en actie neemt. Ik ga het niet allemaal oplossen, maar kan het wel signaleren. Men is ‘ belofte-moe’ geworden binnen Defensie. Mensen moeten weer het vertrouwen krijgen dat er wat gaat veranderen. Ik wil er alles aan doen om dat voor elkaar te krijgen.”