Tekst Arthur van Beveren
Foto Sjoerd Hilckmann

Defensie en civiele partners trainen op uniek oefenterrein

Met pijn in het hart overziet ritmeester Johnny zijn laatste oefening als leider in het Nationaal Trainingscentrum CBRN in Vught (chemische, biologische, radiologische en nucleaire stoffen). “We kunnen hier alles oefenen, van drugslab tot een aanval met strijdgassen.” Hij kickt op grote multidisciplinaire oefeningen, zoals die van afgelopen week. “Een aantal weken geleden oefenden de Amerikanen hier, nu zijn er Belgen op bezoek.”

Onze zuiderburen keken toe hoe Defensie met civiele partners een grootschalige ramp aanpakt. Leerzaam om alle werkwijzen op een lijn te krijgen, voor als er daadwerkelijk iets gebeurt in het grensgebied. De Belgen zien hoe strompelende ‘slachtoffers’ het nagebouwde metrostation uit komen. 2 politieagenten zijn als eerste ter plaatse.

Ritmeester en oefenleider Johnny overlegt met de politie over het oefenscenario. De oefenleiding houdt in de gaten of de deelnemers werken binnen het scenario en stuurt bij wanneer nodig.

Samenwerking

Dan komt de stroom verschillende uniformen op gang. Brandweer, GGD, ME, marechaussee, RIVM en de CBRN Respons Eenheid van Defensie. Het doel: samenwerken. Dat is best lastig met zoveel spelers. Iedereen wil hetzelfde, maar doet dat net op een andere manier. “Welk gebied rond de aanslag is veilig? Wie geeft het gebouw vrij? Daar moeten tussen de civiele partners en Defensie duidelijke afspraken over bestaan. Dat trainen we vandaag”, aldus Robert Raben van de Brandweer Flevoland.

Een medewerker van de Grootschalige Ontsmettingseenheid van de brandweer reinigt een slachtoffer dat besmet is met een zenuwgas. In de grote ontsmettingsstraat worden tientallen mensen tegelijk behandeld.

Marechaussee

Bij het overleg van het Commando Plaats Incident (CoPI) ‘schuift’ ook opperwachtmeester Paula aan. “Het duurt lang voordat er iets gebeurt, maar je kunt vaak niet anders. Eigen veiligheid gaat altijd voor. Een groot gevaar is dat wij doeners zijn. Wij willen ingrijpen. Een CBRN-aanval als deze is verraderlijk, want het gevaar is niet te zien.”

De brandweerslang met pionnen markeert de grens naar de veilige 'cold zone', zoals de hulpdiensten die noemen. Een stap ervoor en je bent in de 'warm zone' waar je zonder beschermend pak niet mag komen.

Rijdend lab

De mannen en vrouwen van de CBRN Respons Eenheid zijn ook doeners, maar een stuk beter voorbereid dan de gemiddelde militair. Als het moet rijden ze een gifwolk in, beschermd door hun splinternieuwe bus. Dit rijdende lab kan elke CBRN-dreiging detecteren en analyseren. Volgens korporaal-1 Tim associëren de meeste militairen CBRN, met de gasmaskeroefening tijdens de opleiding in de zogenoemde maskeroefenruimte (MOR). “Daar moet alles snel. Hier hebben we juist de tijd om geconcentreerd te werken. Het is een mooie specialisatie. Iedereen in de eenheid heeft al CBRN-ervaring.”

De CBRN Respons Eenheid van Defensie bereidt zich bij hun hypermoderne bus voor op de verkenning. Onder het gele pak dragen ze een gasmasker met een zuurstoffles die 45 minuten lucht geeft.

Weinig tijd

Terwijl de ME paniekerige slachtoffers tegenhoudt, gaan 2 verkenners van de Respons Eenheid met hun tools in een rolkoffertje het metrostation in. Defensie is hier ondergeschikt aan de brandweer. Die houdt de leiding. Daarom is het belangrijk dat de randvoorwaarden kloppen en de mannen in hun gaspak niet gehinderd worden. Hun zuurstofflessen hebben een beperkte inhoud, dus veel tijd is er niet. 

Leermoment

Het ziet er ietwat knullig uit, maar manoeuvreren in het pak is een uitdaging. Achteruit gaat het de trap af, dat is veiliger. Precisiewerk, zoals het opbergen van monsters, geeft problemen door de dubbele laag handschoenen die besmetting moeten voorkomen. Het zijn dit soort procedures die als leermoment worden meegenomen.

Op het metroperron meten de militaire CBRN-verkenners een hoge dosis van het zenuwgas VX. Rond de bron, een kerstbal hangend aan een drone, verzamelt de verkenner materiaal voor analyse.

Vertrek

Voor ritmeester Johnny zit het er na deze oefening op. Meer dan 2 jaar was het trainingscentrum zijn domein. “Ik vertrek naar een virtuele trainingslocatie: het Simulatiecentrum Landoptreden in Amersfoort.”