Tekst ritmeester Jessica Bode
Foto Mediacentrum Defensie en ingezonden materiaal

Wat gaat er de komende jaren met Defensie gebeuren?

Na maandenlang passen, meten, zoeken en uitpluizen is Defensie eruit. Wat gaat er de komende 15 jaar bij het ministerie veranderen en wat wordt er deze kabinetsperiode gedaan met de ruim 5 miljard euro die er de komende jaren extra bijkomt. Minister Ank Bijleveld vertelt open en eerlijk over de kersverse Defensienota 2018 die zij samen met staatssecretaris Barbara Visser schreef. 

Scroll naar beneden voor meer maatregelen

“We zijn realistisch. We kunnen met de extra investeringen een goede stap zetten, maar het kost tijd om wat afgebroken is weer op te bouwen. We zijn er nog niet. Het glas is halfvol. Er is meer nodig om onze organisatie verder te versterken”, verduidelijkt defensieminister Ank Bijleveld.

Investeren in mensen, middelen en manieren

Weer toekomstperspectief

Maar wat voorop staat, is dat er toekomstperspectief is voor Defensie en de medewerkers. De minister vertelt: “We willen enerzijds snel investeren in onder meer munitie, persoonlijke uitrusting (gevechtsvesten, kleding en handvuurwapens), transportvliegtuigen, drones en pantservoertuigen. Ook is het zaak dat we fors investeren in onze cybercapaciteit, IT en het inlichtingenapparaat. Verschillende defensielocaties blijven toch open en op alle kazernes komt draadloos internet beschikbaar.” 

Anderzijds gaat het om investeringen voor de lange termijn, zoals het vernieuwen van de vloot. De resultaten daarvan zullen niet snel zichtbaar zijn, maar door de extra geldmiddelen worden projecten de komende 4 jaar wel opgestart.

Er wordt meer geïnvesteerd in het handvuurwapen.

Ondergrens bereikt

Het is belangrijk dat het roer bij de krijgsmacht zo snel mogelijk omgaat. De organisatie is uitgemolken. Wat minister Bijleveld betreft zit het bedrijf aan de ondergrens van haar kunnen. “Voor zowel mensen als materieel. Meer kan er echt niet af.”

Het rommelt

Bovendien wordt de wereld onveiliger. Het rommelt ook aan de randen van Europa. Neem bijvoorbeeld Rusland dat actief is bij de Baltische Staten. Dreigingen zijn complex, divers en onvoorspelbaar.

Die verslechterde veiligheidssituatie vraagt ondertussen steeds meer van de krijgsmacht. Zowel in Nederland als binnen de NAVO en EU. Minister Bijleveld: “Investeringen zijn dus ook nodig om aan de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product (BBP) te kunnen voldoen. Dat quotum gaan we nog niet halen, maar we komen nu wel dichter in de buurt.”

Het rommelt aan de randen van Europa. Daarom bewaken NAVO-partners het luchtruim van de Baltische Staten. Vorig jaar deed Nederland dat 4 maanden lang.

'Er komt meer aandacht voor werving'

Personeel eerst

De Defensienota moet het antwoord zijn. De minister en de staatssecretaris voerden de afgelopen maanden tal van gesprekken met mensen uit alle lagen van de organisatie en daarbuiten. Centrale vraag: wat moet er veranderen? Daaruit blijkt dat personeel voorop moet staan.

Het KPU-bedrijf in Soesterberg verzorgt voor de circa 42.000 militairen kleding en aanverwante zaken.

Staatssecretaris Visser verduidelijkt: “We krijgen daarom een nieuw toelagesysteem, er komen extra premies en meer aandacht voor (regionale) werving. Militairen krijgen betere spullen en meer oefen- en trainingsmogelijkheden. Ook vragen we militairen die de dienst uitgaan om reservist te worden.”

Benieuwd waar er zoal in geïnvesteerd wordt?

In de kaders hieronder staan concrete voorbeelden van investeringen in mensen en middelen.

MENSENWat gaat er op personeelsgebied veranderen?

Maatregelen

MIDDELENEn wat is er qua extra middelen noodzakelijk?

Maatregelen:

Niet alles tegelijk

De minister benadrukt nogmaals dat de veranderingen gefaseerd ingevoerd worden. “Dat kan niet anders, want er werken hier 55.000 mensen. Ik snap ook dat de medewerkers ongeduldig zijn. Dat zou ik ook zijn na 30 jaar bezuinigen. Maar we kunnen nu eindelijk weer perspectief bieden. We kunnen alleen niet alles tegelijk.”

Top 3

Gelet op de financiële middelen, kan Defensie momenteel niet voldoen aan alle capaciteitsdoelstellingen van de NAVO. Daarom worden prioriteiten gesteld:

  1. De krijgsmacht blijft veelzijdig inzetbaar, omdat de dreigingen zeer verschillend van aard en intensiteit zijn. Ook verandert de veiligheidssituatie continu.
  2. Huidige wapensystemen worden gemoderniseerd. Tegenstanders beschikken over steeds meer wapens van technologisch hoogwaardige kwaliteit. Hier moet Defensie een antwoord op hebben.
  3. Meer de focus op informatiegestuurd optreden* met een stevige IT-infrastructuur.
    * Belangrijke informatie op ieder niveau verwerven, verwerken en verspreiden. En met de juiste middelen, op het juiste moment, op de juiste plaats zijn.