03

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 09

Moedige Koreastrijder na 66 jaar postuum onderscheiden

Tekst André Twigt

Pieter Berend Slager was zijn naam

Getuigenverklaringen omtrent Korea-veteraan Pieter Berend Slager lezend, vraag je je af hoe hij zich net voor zijn dood moet hebben gevoeld. In een opwelling waarschijnlijk beresterk. Minuten voordat hij op Heuvel 1120 zou sneuvelen, cijferde Slager zichzelf volledig weg.

Vijandelijke mitrailleurs vuurden onafgebroken, maar dat weerhield de volhardende Groninger er niet van een gewonde maat in veiligheid te brengen. Bij een tweede poging had hij geen geluk. Met de man op zijn nek werd landmacht-korporaal Slager geraakt. Hij viel, kwam overeind, strompelde verder. Een tweede schot trof hem fataal in de borst. Voor zijn bijzonder dappere optreden tijdens de Korea-oorlog ontving Slager onlangs postuum het Bronzen Kruis. 

Tijdens de ceremonie op de Oranjekazerne in Schaarsbergen nam de schoonzus van Korea-veteraan Slager de dapperheidsonderscheiding aan.

De ceremonie vond plaats op de Oranjekazerne in Schaarsbergen. Op dé pleisterplaats van het Regiment Van Heutsz - waarbij Slager diende – overhandigde Defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert de dapperheidsonderscheiding aan mevrouw Dijkstra. De schoonzus van de militair is één van de weinige overgeblevenen, die hem nog bij leven heeft gekend.

Op ruim 2 maanden na is Slager inmiddels 66 jaar dood. Na zo'n lange tijd zou je zeggen dat de blijk van waardering geen dag te vroeg is gekomen. Toch werd de voordracht voor de dapperheidsonderscheiding geschreven kort nadat het lichaam van Slager op de berghelling werd aangetroffen. Niemand kon vermoeden dat de houten kist, met daarin het document, tijdens transport naar Nederland zou zoekraken. Bij het inrichten van het Van Heutsz Museum (begin jaren negentig, red.) kwam het papier boven water. Getuigenverklaringen nodig om de voordracht te bestendigen, vonden historici vorig jaar pas terug. Het heeft zo moeten zijn. 

Een militair van het Nederlands Detachement Verenigde Naties legt bloemen bij de graven van omgekomen kameraden op Ereveld Tanggok bij Pusan.

Slager ligt samen met 115 andere Nederlandse militairen begraven op het Ereveld Tanggok in Pusan (Zuid-Korea). Eindelijk kreeg de (eveneens) ex-marinier de eer waar hij zo lang recht op had. 

Verschrikkingen

Uit de documentatie komt een beeld naar voren dat hij er niet de persoon naar was zich druk te maken over een medaille. Op die bewuste ochtend van 26 juli 1951 telden voor hem de maten. Zij die door moordend – als ‘neerdrukkend’ omschreven - mitrailleurvuur waren neergemaaid. De aanval van de Nederlanders op Heuvel 1120 liep vast in een Noord-Koreaans spervuur. Het bevel terugtrekken klonk. Gesneuvelden en gewonden bleven achter. Toen werd gevraagd wie laatstgenoemden wilde ophalen, stak Slager zijn vinger op. Zijn maten drukten hem nog op het hart niet te gaan. 

Luitenant-kolonel den Ouden, commandant van het Nederlands Detachement Verenigde Naties in Korea, bij een onderkomen dat de troepen door middel van stro tegen de kou beschermt.

Met de hevige gevechten van toen in het achterhoofd vond bewindsvrouw Hennis het gepast het Bronzen Kruis op de dragen aan alle oud-Koreastrijders. “De verschrikkingen van het slagveld heeft u aan den lijve ondervonden”, sprak zij tegen de kleine afvaardiging die bij de uitreiking present was. 

Wapenstilstand

Het 636 man tellende Nederlands Detachement Verenigde Naties vertrok op 26 oktober 1950 uit Rotterdam. Als onderdeel van de Amerikaanse 2nd Infantry Division (8th Army) werden de vrijwilligers aan de eerste VN-missie langs een front ten zuiden van de 38ste breedtegraad ingezet. De slag om Heuvel 1120 maakte onderdeel uit van de verovering van de kortbij gelegen strategische berg Taeusan. Pas na drie dagen van hevige gevechten waren de Noord-Koreanen van ‘1120’ verdreven. Doordat er kort daarvoor al druk werd onderhandeld over een wapenstilstand, hoopten veel manschappen dat ze niet meer naar het front hoefden. "Ze kwamen van een koude kermis thuis”, aldus Hennis. Uiteindelijk eindigde de burgeroorlog tussen het democratische Zuid- en het communistische Noord-Korea pas in de zomer van 1953 in een permanente gewapende vrede.  

Veel later zou historicus M.D. Schaafsma de slag om Heuvel 1120 kernachtig beschrijven als ‘een weerstand heviger dan waar ook eerder ontmoet’. Nederlanders kwamen niet alleen onder mitrailleur – maar ook onder artillerie- en mortiervuur te liggen. Daarbij moesten zij geregeld vijandelijke infiltratiepogingen afslaan. De vaak dikke mist maakte het gevecht onoverzichtelijk. Ook was er een constant mijnengevaar.

De oorlog in Korea eiste uiteindelijk 120 oorlogsvrijwilligers het leven. Onder hen die dappere Groninger… Pieter Berend Slager was zijn naam.