05

Dit artikel hoort bij: Defensiekrant 02

De onderste steen boven

Onderzoek naar risico's chroom-6 en CARC in volle gang

Gespannen volgen (oud-)Defensiemedewerkers het onderzoek naar de mogelijke gezondheidsrisico’s van chroomhoudende verf. Zij hebben het liefst morgen duidelijkheid, maar het onderzoek vraagt tijd en zorgvuldigheid.

Vragen hebben ze, heel veel vragen. Komt mijn kanker doordat ik in mijn Defensietijd met chroomhoudende verf heb gewerkt? Hoe gevaarlijk is chroom-6? Ik heb geen klachten, maar kan dat alsnog? Zijn de veiligheidsregels nageleefd? Zo nee, wie is dan verantwoordelijk?

Dit zijn enkele voorbeelden van ruim 1400 vragen die onder anderen (oud-)Defensiemedewerkers hebben ingediend over de mogelijke risico's van verf met chroom-6 en de camouflageverf CARC (Chemical Agent Resistant Coating). Ruim 2500 mensen hebben zich gemeld, omdat zij ongerust zijn over de tijd dat zij of hun dierbaren bij Defensie met deze stoffen hebben gewerkt. Of nog werken, heeft minister Jeanine Hennis-Plasschaert  vandaag aan de Tweede Kamer geschreven. 

Roest en slijtage

Het ‘ingrediënt’ chroom-6 in grondverf kan schadelijk zijn. Het goedje werd vroeger gebruikt om voertuigen te beschermen tegen roest. Tegenwoordig wordt de verf onder strenge veiligheidsmaatregelen nog gebruikt bij vliegend materieel, omdat er nog geen goede vervanging bestaat. Wat de samenstelling van CARC is, wordt momenteel onderzocht.

Brigadegeneraal Jost van Duurling, voorzitter Taskforce Gevaarlijke Stoffen.

Gevoelig dossier

“Dit moet tot op de bodem worden uitgezocht”, zegt brigadegeneraal Jost van Duurling. Als voorzitter van de Taskforce Gevaarlijke Stoffen faciliteren hij en zijn team de onderzoekers en houdt de voortgang in de gaten. “Bovendien moet het onderzoek transparant zijn”, aldus de generaal. Want het is geen geheim dat sommige (oud-)medewerkers bang zijn dat Defensie informatie achterhoudt of verdraait. Defensie kan immers schadeclaims verwachten als blijkt dat sprake is van nalatigheid.

Zorgen voor openheid

Iedere schijn van vooringenomenheid is onacceptabel, weet Van Duurling. Daarom staan de inmiddels 2300 gevonden (historische) documenten over chroom-6 op internet. Uniek is de zogeheten paritaire commissie waarin de vakbonden en Defensie samen onderzoeksvragen en -plannen beoordelen. Een klankbordgroep van bijvoorbeeld letselschade-experts en wetenschappers geeft de onderzoekers en commissie feedback.

Jean Debie, voorzitter vakbond VBM.

Compleet beeld

“Eventueel wantrouwen is dan ook onterecht”, zegt Peter Wulms, commissielid namens vakbond VBM verwijzend naar alle maatregelen die openheid moeten waarborgen. Maar medewerkers moeten zelf ook open zijn. “Sommigen hebben documenten maar willen daarop blijven zitten tot na het onderzoek. Dat is niet verstandig”, zegt VBM-voorzitter Jean Debie. “Onderzoekers willen een compleet beeld en hebben dus alles nodig.”

Experts

Tientallen wetenschappers uit allerlei disciplines zijn momenteel druk bezig, vertellen onderzoeksleider Rob Beelen en Ronald van der Graaf van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het gaat dan niet alleen om mensen van het RIVM, maar ook van TNO en de universiteiten van Utrecht en Maastricht.

Rob Beelen, onderzoeksleider RIVM.

Zorgvuldig en goed

Om hun werk overzichtelijk te houden, zijn de 1400 vragen ondergebracht in 11 deelonderzoeken. Onderzoeksleider Beelen verwacht de eerste resultaten van het historisch literatuuronderzoek na de zomer. Dan volgt bijvoorbeeld een antwoord op ‘wat is op basis van de wetenschap te verwachten als mogelijke gezondheidseffecten van werken met chroom-6?’.

Maar antwoorden op grote vraagstukken zoals 'welk extra gezondheidsrisico hebben (oud-)medewerkers van Defensie gelopen bij verschillende blootstellingen?', komen later. De papieren werkelijkheid is namelijk niet genoeg. De onderzoekers willen (oud-)medewerkers ook aanvullende vragen kunnen stellen. Wat was iemands functie? Hoe zat het met beschermende maatregelen? En die interviews kosten tijd. “Waar het kan, versnellen we het onderzoek”, zegt Beelen. “Maar dat mag niet ten koste gaan van kwaliteit.”

Nuttige links met info over chroom-6:

voor 2014

Jaren ’70-’90 vorige eeuw

Gebruik verf met chroom-6 in opslagplaatsen. Onder meer voor spuiten van voertuigen, inmiddels afgeschaft. De luchtvaartwereld gebruikt deze verf al langer. Dit gebeurt nog steeds onder strenge veiligheidseisen.

2014

Voorjaar 2014

Defensie krijgt eerste signalen van medewerkers die vermoeden ziek te zijn geworden door het werken met chroomverf en CARC. Eerst van medewerkers van vroegere Amerikaanse opslagplaatsen, de POMS-sites. Daarna ook van andere Defensieonderdelen. 

September 2014

Minister besluit tot oprichting van een Taskforce die het onderzoek faciliteert en in de archieven van Defensie zoekt naar relevante documenten.

Oktober 2014

De minister vraagt onafhankelijk onderzoeksinstituut RIVM een historisch onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van het werken met chroomverf en CARC. 

De Taskforce houdt 2 voorlichtingsbijeenkomsten (in Kerkrade en Almelo) voor oud-medewerkers van de POMS-sites. Regionale GGD’en krijgen de opdracht onderzoek te doen of er gezondheidsrisico's zijn voor huidige en toekomstige werknemers op voormalige POMS-sites in Coevorden, Vriezenveen en Ter Apel. Op Brunssum en Eygelshoven loopt al een onderzoek naar de gezondheidsrisico’s voor mensen die daar nu nog werken.

December 2014

Defensie publiceert op rijksoverheid.nl 1000 documenten die tot dan toe zijn gevonden in de archieven. In dezelfde maand wordt een onafhankelijke paritaire commissie ingesteld die het RIVM-onderzoek begeleidt. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemer (bonden) en de werkgever.

2015

Januari en februari 2015

Extra voorlichtingsbijeenkomsten voor zowel oud-medewerkers als huidig personeel.

Voorjaar 2015

Het RIVM nodigt alle belanghebbenden om hun vragen voor het RIVM-onderzoek door te geven. Dit leverde een lijst van meer dan 1400 vragen op. Deze zijn afkomstig van (voormalig) medewerkers van Defensie, het ministerie van Defensie, vakbonden, letselschadeadvocaten en registerexperts, het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en de Onderzoeksraad voor Veiligheid.

April 2015

Het CEAG, de arbodienst van Defensie, publiceert resultaten van een quickscan op 10 locaties waar nu nog met chroom-6 wordt gewerkt. Bij de meeste werkzaamheden is de concentratie chroom in de lucht lager dan de grenswaarden.

Maart 2015

De coulanceregeling wordt van kracht. Deze dient om de nood te ledigen van (voormalig) Defensiemedewerkers die mogelijk ernstig ziek zijn door het werken met chroom-6 houdende stoffen. 

April 2015

Ruim 2100 mensen melden zich bij meldpunt omdat zij met chroomhoudende verf werken/hebben gewerkt. Zo’n 600 hebben gezondheidsklachten. Geregistreerde oud-medewerkers krijgen in het voorjaar een uitnodiging voor een gezondheidskundig onderzoek (consult met de bedrijfsarts).

Augustus 2015 

De meer dan 1400 vragen worden gebundeld in 34 onderzoeksvragen. De paritaire commissie stelt de onderzoeksvragen van het RIVM vast en prioriteert de vragen.

September 2015

Defensie publiceert een overzicht van de documenten die zijn gevonden in de archieven. In totaal zijn er 2300 documenten openbaar gemaakt.

Najaar van 2015

Het RIVM bundelt de onderzoeksvragen in 11 deelonderzoeken. Deze zijn besproken in de klankbordgroep en vastgesteld door de paritaire commissie. Alle deelonderzoeken zijn hiermee in volle gang.

November 2015

De Taskforce organiseert 2 voorlichtingsbijeenkomsten voor oud-medewerkers (Assen en Kerkrade). Het RIVM geeft een toelichting op het onderzoek.

2016

Januari 2016

Bij het Logistiek Centrum Woensdrecht worden nieuwe verfspuitcabines geopend nadat in september een mankement werd ontdekt. In een Kamerbrief meldt minister Hennis-Plasschaert dat tot nu toe 630 (oud-)medewerkers een beroep hebben gedaan op de coulanceregeling. 212 aanvragen zijn toegekend. 39 zijn nog inbehandeling, 379 zijn afgewezen. 108 personen zijn in beroep gegaan.

Na zomer 2016

Het RIVM verwacht de eerste resultaten van een aantal deelonderzoeken.