Tekst LTZ2OC Maartje van der Maas
Foto Koninklijke Marine

Mariniers trainen op Martinique en in Frans Guyana

Het is een jaarlijks terugkerend evenement in het Caribische Gebied: Franse militairen trainen met de mariniers van het 32e raiding squadron. Het ene jaar happen de Fransen stof op de droge Benedenwindse eilanden. Het andere jaar proeven de mariniers modder in de jungle van de Franse eilanden. Dit partnerschap onderhouden, is een ding op zich geworden. Beide partijen delen net alleen hun specifieke werkterreinen, maar hebben ook de nodige gezamenlijke operationele interesses: van counter drugsoperaties tot noodhulp na een natuurramp.

x
Vooral dat laatste is afgelopen september nog aan de orde geweest, toen het tropische eiland Dominica met zware regenval te maken kreeg. De infrastructuur op het eiland spoelde letterlijk weg, diverse dorpen werden van de bewoonde wereld afgesneden. “Onze mariniers hebben daar hulp verleend en een week lang in de jungle gewerkt en gebivakkeerd”, aldus planner van de oefening majoor der mariniers Clemens Buter. “Om daarop voorbereid te zijn, is deze training met de Fransen erg nuttig.”
Hoe vervoer je een gewonde als je geen brancard voorhanden hebt? Onder leiding van Franse instructeurs van het Vreemdelingenlegioen kregen mariniers en leden van de Arubaanse Militie in Frans Guyana vaardigheden aangeleerd die in de jungle van pas komen.
x
De mariniers en de miliciens verbleven drie weken lang onder vrij extreme omstandigheden in de jungle van Frans Guyana. Dit gaf de zogenoemde 'unit cohesion training’ wel een extra lading. Onder dergelijke omstandigheden moet je kunnen vertrouwen op je collega’s.
Op Martinique werden diverse vaardigheden aangescherpt, waaronder klimmen. Daarnaast trainden de mannen wapenhandelingen en volgden ze een schietprogramma.
Ook tactisch verplaatsen over water werd getraind. Deze vaardigheid is een noodzaak omdat de vegetatie vaak ondoordringbare is. Varen is dan de enige manier om van A naar B te komen.
x
De training op Martinique werd afgesloten met een mars van 45 kilometer. Daarbij bedwongen de mariniers en miliciens de hoogste vulkaan van het eiland. Na 36 uur kwamen zij uitgeput aan op het kamp en ontvingen ze uit handen van Commandant Zeemacht in het Caribische Gebied, commandeur Lodder een welverdiende badge.