Zijn moslims anno 2015 binnen Defensie geaccepteerd? Daarover heeft
het Hoofd Islamitische Geestelijke Verzorging kolonel Ali Eddaoui een duidelijke
mening. “Jazeker wel”, zegt hij. “Voor het geloof is voldoende ruimte binnen de
krijgsmacht en zo niet, dan proberen we die te creëren.” De acceptatie bleek
vorige week duidelijk bij de gemêleerde opkomst van moslims en niet-moslims
tijdens de jaarlijkse iftar-maaltijd.
Iftar, dat zoveel als ‘eerste maaltijd van de dag’ betekent, is de dagelijkse
onderbreking van de vastenmaand ramadan. Tussen zonsopkomst en zonsondergang
onthouden moslims zich van eten, drinken, roken en seksuele omgang. Met de
iftar-maaltijd besteedt Defensie op gepaste wijze aandacht aan Islamitische
collega’s. “Voor mij is het dan ook een symbool van erkenning van moslims binnen
Defensie”, zegt secretaris-generaal van Defensie Erik Akerboom die zelf graag
bij de iftar aanwezig wil zijn.
“Het is natuurlijk nog niet overal halleluja”, zegt Eddaoui, “maar
moslimmilitairen bij Defensie zijn wel de ultieme vorm van integratie in een
land. Onze militairen hebben de keuze al gemaakt. Nederland is het vaderland en
moslimmilitairen zijn daar loyaal aan.”
Sergeant Mustafa Kertis (35): “Als Turkse Tukker beleef ik het geloof op mijn eigen manier. Ik heb het altijd bij me en zorg dat het mij en anderen niet in de weg staat. In de 18 jaar bij de Koninklijke Marine was ik altijd boordplaatser en overdag kwam ik niet aan bidden toe. Wel was er iedere zondag aan boord een bezinningsdienst. Daarbij is geen imam aanwezig – altijd een aalmoezenier of dominee. In zo’n dienst schuift iedereen aan, ook collega’s zonder geloof. Nu ga ik weer op uitzending, naar het Midden-Oosten. Ik kijk ernaar uit. Het scheelt heel wat als je een gesprek begint met salam aleikum. Dat opent deuren voor je. Dat ik de taal spreek, hielp me in 2002 in Irak. Het is geweldig als je gestrande Turkse vrachtwagenchauffeurs gerust kunt stellen dat de Nederlandse mariniers er voor hun veiligheid zijn.” Sergeant 1 Martin Bake (30): “Van huis uit ben ik niet moslim maar katholiek. Om te mogen trouwen met mijn Indonesische vrouw ben ik moslim geworden. Eerst niet echt overtuigd, maar ik ben me er steeds meer in gaan verdiepen. Dat zou ik anders ook niet gepast vinden. Ze weet dat het voor mij lastig is. Ze zegt: ‘Geloof zit in je hart, alleen bij mijn man iets minder’. Maar ik krijg wel steeds meer van de islam mee bij mijn bezoeken aan Indonesië. Vooral de ramadan. Er is echt veel geduld en begrip voor elkaar. Ja, op het werk accepteren ze het, maar ze vinden het wel een beetje vreemd. Ik ben daar gevoelig voor en ga discussies daarom uit de weg. Tijdens de ramadan voel ik me dan een beetje alleen en dat is wel vervelend. Maar een avond als deze – ik ben hier voor de tweede keer – is geweldig.” De Koninklijke Landmacht organiseerde samen met de Dienst Islamitische Geestelijke Verzorging de iftar-maaltijd die plaatsvond in het Nationaal Militair Museum in Soesterberg.
Militairen en islam
Strikt vasthouden aan de door hun geloof voorgeschreven geboden zou voor
islamitische militairen een probleem kunnen zijn. 5 keer bidden tijdens een
veldslag is ‘lastig’ en knielen in plaats van plat liggen, kan ronduit
gevaarlijk zijn. Militairen hebben dan ook een uitzonderingspositie binnen de
islam. Ze mogen bijvoorbeeld minder lang bidden en zich symbolisch wassen,
bijvoorbeeld met zand of stenen. Ze mogen zittend of liggend bidden. Ook hoeven
islamitische militairen niet te vasten tijdens oorlogshandelingen.