Tekst Arno Marchand
Foto SGT1 Joyce Rutjes
175 moslims en niet-moslims gezamenlijk aan tafel
Zijn moslims anno 2015 binnen Defensie geaccepteerd? Daarover heeft het Hoofd Islamitische Geestelijke Verzorging kolonel Ali Eddaoui een duidelijke mening. “Jazeker wel”, zegt hij. “Voor het geloof is voldoende ruimte binnen de krijgsmacht en zo niet, dan proberen we die te creëren.” De acceptatie bleek vorige week duidelijk bij de gemêleerde opkomst van moslims en niet-moslims tijdens de jaarlijkse iftar-maaltijd.
Iftar, dat zoveel als ‘eerste maaltijd van de dag’ betekent, is de dagelijkse onderbreking van de vastenmaand ramadan. Tussen zonsopkomst en zonsondergang onthouden moslims zich van eten, drinken, roken en seksuele omgang. Met de iftar-maaltijd besteedt Defensie op gepaste wijze aandacht aan Islamitische collega’s. “Voor mij is het dan ook een symbool van erkenning van moslims binnen Defensie”, zegt secretaris-generaal van Defensie Erik Akerboom die zelf graag bij de iftar aanwezig wil zijn.
“Het is natuurlijk nog niet overal halleluja”, zegt Eddaoui, “maar moslimmilitairen bij Defensie zijn wel de ultieme vorm van integratie in een land. Onze militairen hebben de keuze al gemaakt. Nederland is het vaderland en moslimmilitairen zijn daar loyaal aan.”
Militairen en islam
Strikt vasthouden aan de door hun geloof voorgeschreven geboden zou voor islamitische militairen een probleem kunnen zijn. 5 keer bidden tijdens een veldslag is ‘lastig’ en knielen in plaats van plat liggen, kan ronduit gevaarlijk zijn. Militairen hebben dan ook een uitzonderingspositie binnen de islam. Ze mogen bijvoorbeeld minder lang bidden en zich symbolisch wassen, bijvoorbeeld met zand of stenen. Ze mogen zittend of liggend bidden. Ook hoeven islamitische militairen niet te vasten tijdens oorlogshandelingen.