Tekst Ingmar Kooman
Foto SGT Hille Hillinga

Nieuwe inzetwijze C-130 Hercules beproefd

11 landen, 15 transporttoestellen, 1 plek: Beja, Portugal. Tijdens de European Air Transport Training scherpten 450 militairen zich hier onlangs in alle facetten van het tactisch luchttransport. Voor de Nederlanders stonden de 2 weken vooral in het teken van airdrops, een nieuwe inzetmogelijkheid van de C-130 Hercules. Maak kennis met de verschillende teams die 'die ene taak' mogelijk maakten.

De riggers: Er komt soms flink wat kracht bij kijken om een lading goed te verankeren. Het laatste wat je wilt, is dat kratten of vaten tijdens de val loskomen van de parachute. 7 mannen en 1 vrouw van 11 Bevoorradingscompagnie zijn speciaal in Italië opgeleid voor deze taak. Inpakken voor gevorderden. Sergeant-1 Sebastiaan: “Als het op een pallet past, kunnen we het vervoeren.”
De inspecteur: Klaar voor transport? De rigging-inspecteur doet de laatste check voor vertrek. Is geen enkele spanband of koordje beschadigd? 800 of meer kilo schuivende lading is het laatste wat je wilt in volle vlucht. Pas als zijn handtekening staat, kan het vliegtuig vertrekken voor de airdrop. De rigging-inspecteur is nooit de loadmaster van de vlucht. Adjudant Bart: “Ik ben net als de slager: die keurt ook niet zijn eigen vlees.”
x
De tussenpersoon: De ground liaison officer is een landmachtmilitair bij het 336 Squadron van de Koninklijke Luchtmacht. Als tussenpersoon zorgt hij ervoor dat de luchtmachters en de landmachteenheid op de grond optimaal kunnen samenwerken. Dat is zeker belangrijk wanneer een airdrop plaatsvindt onder toezicht van buitenlandse collega’s. Die hanteren vaak weer andere procedures. Portugal is wat betreft sergeant-majoor René ideaal. “In deze uitgestrekte oefengebieden kun je nog geen blind paard raken.”
De ‘loadie’: Achterin de kist houdt een loadmaster de lading nauwlettend in de gaten. Een spanband en een speciale metalen goot houden de ‘stick’ – de reeks ladingen – op hun plek. Timing, daar draait het om bij een airdrop. In de laatste minuten voor de airdrop opent de loadmaster de laadklep. Pas als het groene licht aanspringt, snijdt hij de strakgespannen verankering aan. Door de spanning op de band scheurt die in 1 keer door.
De pathfinder: Pathfinders van 11 Luchtmobiele Brigade vormen de ogen en oren voor de vliegers. Ze zetten de dropzone uit en zien erop toe dat die veilig is en blijft. Kort voor de drop informeren ze de vlieger over de windsnelheid en windrichting. Tot op de laatste minuut kunnen ze de airdrop afblazen, bijvoorbeeld omdat de wind te sterk aanwakkert. Sergeant-majoor Frank: “Wederzijds vertrouwen, daar gaat het om. Een vlieger gooit zijn lading alleen als wij het verantwoord vinden. Veiligheid is het allerbelangrijkste. Als een krat van 800 kilo neerkomt, is dat wel even iets anders dan een vent van 80 kilo.”
De vliegers: Met hulp van de computer navigeert het vliegtuig zo precies mogelijk naar de dropzone. De vliegers houden de loadmasters achterin op de hoogte van hun positie en de aanvliegtijd. De lading mag niet te vroeg en ook niet te laat vallen. Boven de dropzone vliegt het toestel laag en langzaam, ongeveer 240 kilometer per uur.
x
De lading: Eén voor één schuiven de ladingen uit het vrachtruim. De parachute aan de pakketten opent direct. Tijdens de training zette de Defensie Para School voor het eerst ook ‘slimme’ parachutes in. Deze vinden dankzij een gps-systeem en een computergestuurd valscherm vanaf grote hoogte zelfstandig hun weg naar het doel. Daar landen ze tot op 5 meter nauwkeurig. Ze zijn bedoeld voor de bevoorrading van speciale eenheden in vijandig gebied.
De opruimploeg: De Portugezen halen de parachutes in. Ze takelen de gedropte lading op hun vrachtwagens. Terug naar de basis. Om alles weer klaar te maken voor een nieuwe airdrop.