Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Bart Nijs Fotografie

Defensie strijdt met civiele partners tegen hoogwater

Defensie bij nationale oefening watersnoodramp

De risico’s op overstromingen in Nederland worden door klimaatsveranderingen steeds groter. Als het in de Ardennen en Frankrijk veel regent, stijgt het water in de Maas. Voor de Veiligheidsregio Limburg-Noord reden genoeg om een grootschalige oefening op te tuigen. Zo’n 200 militairen en 550 mensen van 19 andere overheids- en civiele partijen streden vorige week in Venlo tegen het opkomende water.

In het Regionaal Coördinatiecentrum van de Veiligheidsregio in Venlo komen de verschillende hulpdiensten bij elkaar. De dreigende overstroming van de Maas kan meerdere gemeenten in gevaar brengen. De ‘standaard’ hulpdiensten brandweer, politie, geneeskundige diensten en bevolkingszorg van de gemeente hebben hierbij ook de expertise en inzet van Defensie, het waterschap, Rijkswaterstaat en het Openbaar Ministerie nodig. Met zijn allen vormen ze het Regionaal Operationeel Team. Samen bestrijden ze de (mogelijke) ramp en vormen ze de operationele leiding. Dat doen ze ook tijdens de oefening ‘Waterkracht’.

De operationele leiding ter plaatse opereert vanuit een mobiele commandopost op de plaats van het incident (Commando Plaats Incident – CoPi). Dit team bestaat uit de officieren van dienst van brandweer, politie, geneeskundige hulpverlening en bevolkingszorg aangevuld met de benodigde expertises. Behalve dat de leiding veel overlegt met het Regionaal Coördinatiecentrum, heeft iedere specialist nauw contact met de eigen organisatie. Om die buitenwereld te simuleren, richt de oefenleiding een ‘responscel’ (foto) in. Een afvaardiging van iedere partij simuleert de diverse afdelingen per organisatie.

Om zich te wapenen tegen het zogenaamd opkomende water, besluit het waterschap de dijken op te hogen. Waterschapmedewerkers plaatsen daarom een 2 kilometer lange aluminium wand op de Maaskade van Venlo. Niet veel later wordt deze mobiele waterkering verwoest door een omvallende hijskraan. Defensie wordt om hulp gevraagd. Kunnen militairen met het waterschap de wand herstellen, de kraan met de brandweer verwijderen en de omgekomen kraanmachinist bergen?

Als genisten van de landmacht bij de rampplek aankomen, overleggen ze eerst met de officieren van dienst van politie (OvD-P) en brandweer (OvD-B) van het CoPi. Met zijn drieën maken ze een risicoanalyse en bespreken ze de aanpak. De militairen gaan aan de slag met de civiele partners.

“Wat een bouwvakker boven water kan, kunnen wij onder water”, zegt sergeant-1 Eelke Noorman, groepscommandant duikploeg van de geniecompagnie waterbouw. Hij stuurt 1 van zijn duikers het water in voor een verkenningsduik. “Aan de hand daarvan maken we opnieuw een risicoanalyse en een plan van aanpak om de hijskraan en een slachtoffer uit het water te halen.”

De duiker gaat te water aan een multifunctionele kabel waardoor hij kan ademhalen (blauw), communiceren (rood) en de diepte kan meten (geel). Aan het einde van de loopbrug, vlakbij de omgevallen hijskraan, houdt een collega een oranje kabel met een camera vast. Die neemt de duiker mee naar beneden. Hij maakt beeldmateriaal van wat hij onder water ziet, zodat de collega’s aan wal letterlijk beter beeld krijgen van de situatie.

x

Verderop langs de Maas helpen militairen van de geneeskundige compagnie ziekenhuispatiënten evacueren. “Normaal vervoeren we gewonde militairen”, zegt sergeant Wim van Doorn. “Deze patiënten zijn al geopereerd en stabiel. Toch willen we graag weten wat er is gebeurd, welke behandeling ze hebben gehad en waar we op moeten letten.”

Ton Heerschop, crisiscoördinator van het ziekenhuis, is blij met de extra ondersteuning van Defensie. “In de hele regio beschikken we over 14 ambulances, met elk plaats voor 1 patiënt. In zo’n militaire ambulance kunnen we 2 tot 6 patiënten tegelijk vervoeren, afhankelijk van of ze liggen of zitten.”

Achter het ziekenhuis, aan de rand van het parkeerterrein, leggen Rijkswaterstaat, het Waterschap Peel en Maasvallei en Defensie ondertussen een nooddijk aan. Anco van den Heuvel van Rijkswaterstaat: “De dijk is verzadigd, waardoor die instabiel is geworden. Hij begeeft het nu een stuk sneller onder druk van hoogwater.” Militairen leggen daarom een soort antiworteldoek aan om de dijk te verstevigen. “Dit doek houdt geen water tegen, maar wel de grond. De dijk blijft daardoor in vorm, waardoor de kans op een doorbraak wordt verkleind.”

“Via de militair adviseur van het ROT hebben we de hulp van Defensie ingeroepen”, vertelt een waterkeringsspecialist van Waterschap Peel en Maasvallei. “Alle aannemers waarmee we normaal werken, waren druk met andere klussen. Gelukkig kunnen we in crisissituaties altijd een beroep doen op Defensie; veel capaciteit qua mensen en middelen. Dat is echt een enorm voordeel.”

Voor het geval de dijk toch bezwijkt, bouwen genisten een nooddijk van grote zandzakken. Een muur van 2 rijen breed en 2 rijen hoog zou een mogelijke overstroming moeten tegenhouden. De geïmproviseerde dijk is in ieder geval hoger dan de originele.

Door de diverse scenario’s hebben alle partijen elkaars werkwijze beter leren kennen. Daarmee hebben ze een belangrijke test doorlopen voor eventuele toekomstige rampenbestrijding. Defensie levert op verzoek aanvullende en/of unieke capaciteiten om de civiele partners te ondersteunen bij de crisis- en rampbestrijding. Dat doet Defensie vanuit 1 van de 3 Militair Regionaal Commando’s (zie kaart).