Tekst André Twigt
Foto sergeant Hille Hillinga
Afdeling Veldartillerie op weg naar eredivisie vuursteun
6 vragen en antwoorden over... vuursteun
Op het Artillerie Schietkamp bij Oldebroek domineerden deze week de doffe dreunen. De Fire Support Teams van de landmacht werkten er een groots opgezette oefening grondgebonden vuursteun af. Panzerhouwitzers en 120 mm mortieren stonden gereed om iedere vuuropdracht ‘te vertalen’ in een aantal welgemikte granaten richting doel. Gastheer was de Afdeling Veldartillerie (Afdva), onderdeel van het Vuursteuncommando.
Wie?
De Afdeling Veldartillerie van de Koninklijke Landmacht. De eenheid ondersteunt de infanteriebataljons, inclusief die van het Korps Mariniers. Ondanks haar brede inzet zou de naamsbekendheid van de Afdeling Veldartillerie (een samenvoeging van de Rijdende Artillerie, Veldartillerie en Korps Mariniers, red.) beter mogen, oordeelt commandant luitenant-kolonel Marc van Ockenburg. “Afdva is een ‘werknaam’. Voor de binding en herkenbaarheid ziet de overste liever een rugnummer terugkomen. Om op te treden als enige grondgebonden zware vuursteuneenheid van de krijgsmacht beschikt de afdeling over een eigen staf, een stafbatterij en 3 vuurmondbatterijen (pelotons).
Wat?
Wat de Afdeling Veldartillerie doet, wordt tijdens de vuursteunoefening
helder. De Fire Support Teams van de bataljons doen aanvragen voor
vuursteun, die via enkele tussenstations door de in stelling gebrachte
Panzerhouwitsers en de 120 mm mortieren worden uitgevoerd. Maar dat is volgens
Van Ockenburg slechts het halve verhaal.
Bij een steunverlening wordt de staf van de Afdva geheel of gedeeltelijk tegen
de te steunen eenheid geplakt. “De commandant treedt dan op als
artillerie-adviseur van de brigadecommandant.” Daardoor heeft hij direct inbreng
op het operatieplan en het ondergelegen vuurplan. Daarin staat welke doelen
wanneer en in welke volgorde worden aangegrepen. “Kortom, we zorgen niet alleen
dat de granaten op het doel terecht komen, ook alle voorbereidingen nemen we
voor onze rekening.”
Waar?
De Tonnetkazerne in ’t Harde is de thuisbasis van de artilleristen. Maar met een jaarplan dat iedere keer weer uit zijn voegen barst, zijn de gunners vaak op pad. Soms zelfs overdreven vaak. Plaatsvervangend bataljonscommandant majoor Chiel Vreeken: “We kunnen eenheden waar ook ter wereld steunen, op oefening of tijdens missie. Hoogtepunten vorig jaar waren de deelname aan schietoefeningen in Duitsland, de marinierstraining Bold Alligator (USA), in Schotland, Hongarije en op Münster-Süd (Bergen-Hohne). Ook dit jaar loopt het aantal opdrachten op.” “Tijd voor een fikse uitbreiding”, concludeert Van Ockenburg.
Wanneer?
Wanneer eenheden op steun van de Afdeling Veldartillerie kunnen rekenen? “24 uur per dag, 7 dagen per week en indien nodig kunnen we dat heel lang volhouden.” Eerste luitenant Daan Gerritsen slaat de spijker op de kop. De stukken en de toegewijde bemanningen zijn er wanneer bataljons daarom vragen. ’s Nachts of overdag, bij kou of hitte, in stoffige ‘theaters’ of juist heel vochtige: de artillerie is er van. “Dat is onze grote troef”, zegt de pelotonscommandant. “Helikopters en gevechtsvliegtuigen zijn eveneens goed in het verlenen van vuursteun. Helaas zijn hun vliegduur en munitievoorraad beperkt. Onze mortieren en houwitsers staan een eenheid rond de klok terzijde.”
Waarom?
Artillerie is voor de tactische commandant hét middel om steun aan manoeuvre-eenheden te geven en hun gevechtskracht te versterken. Door de vijand met barrages schade toe te brengen, neemt de kans dat de eigen troepen blootstaan aan vijandelijk vuur af. De Afdva is er op gebrand vijandelijke artillerie te vernietigen, evenals nabije gelegenheidsdoelen. Doelen in de diepte aangrijpen die later een gevaar kunnen vormen voor de eigen eenheden is eveneens een taak van de artillerie.
Hoe?
De Panzerhouwitser verschiet 3 schoten in 10 seconden. Zolang de vijand zich maar binnen het bereik van de spreidingswapens bevindt (rond 8 kilometer voor de 120 mm mortier en tot zo’n 40 kilometer voor de Panzerhouwitser, red.). “Onze achilleshiel is de geringe beschikbaarheid”, zegt Van Ockenburg. “Met 3 pelotons de gehele krijgsmacht bedienen, lukt domweg niet. We moeten dus keuzes maken. Het zou niet alleen fijn, maar vooral operationeel verantwoord zijn wanneer we in de nabije toekomst meer personeel en materieel krijgen.” Zeker om de grondgeboden vuursteun in de ‘eredivisie’ te laten meespelen. Op stapel staat onder meer de verwerving van GPS-geleide lange drachtmunitie. Een Panzerhouwitser met Excalibur granaten treedt straks meer op als sniper dan als spreidingswapen. Zo behoort ongewenste nevenschade zo goed als tot het verleden. Van Ockenburg: “Dit komt het imago van de artillerie alleen maar ten goede.”