Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Barend Westerveld | Video: Paris Hidden
Joint Support Ship terug van linke missie in Midden-Oosten
Zr.Ms. Karel Doorman heeft de deelname aan Operatie Aspides in de Rode Zee en de Golf van Aden beëindigd en is sinds 23 augustus terug in thuishaven Den Helder. Het Joint Support Ship (JSS) was als hospitaal én als bevoorrader een belangrijke eenheid van de Naval Force die de EU-operatie op de been bracht. Deze werd in het leven geroepen vanwege de aanvallen van Jemenitische Houthi’s op koopvaardijschepen die gerelateerd kunnen worden aan landen die Israël gunstig gezind zijn. Alle Hens peilde de meningen aan boord van het JSS, toen de missie bijna ten einde liep. Een greep uit de reacties.
‘Wij liepen uiteraard ook gevaar’
CDR George Pastoor, Naval Force Commander Operatie Aspides
“Als handelsland Nederland zijn we sterk gebaat bij een vrije doorvaart op zee. Daarnaast staan wij voor het handhaven van de internationale rechtsorde. Daarom stelden wij de Karel Doorman met helikopter en vliegende bemanningen, stafofficieren en een geneeskundig team ter beschikking voor Operatie Aspides. In feite is het schip een tankstation op zee en kan het, ook per heli, voorraden overzetten op schepen van ons vlootverband. Daarnaast had onze aanwezigheid als drijvend Role 2-ziekenhuis een geruststellend effect op andere eenheden en personeel van koopvaardijschepen."
"Voor onze veiligheid was het heel belangrijk om te blijven benadrukken: Aspides is als EU-operatie autonoom en puur defensief. Toch liepen we uiteraard ook gevaar. Wat je daar meemaakt is het gebruik van een mix van wapens die thuishoren in het hoogste deel van het geweldsspectrum, zoals supersone en zelfs hypersone ballistische raketten en cruise missiles. Daarnaast komt het gebruik van explosieve onbemande systemen veel voor. Wat onze mensen betreft: zij hebben echt wat meegemaakt; van doorgewinterde officieren en onderofficieren tot en met matrozen tweede klas die voor het eerst meevoeren. Deze missie, deze reis: het was allemaal niet niks.”
‘Nergens bang voor, wel blijven focussen’
KTZ Giovanni Melchiorre (IT), chef-staf van de Force Commander
De Italiaanse kapitein ter zee Giovanni Melchiorre was chef-staf van commandeur George Pastoor, de Force Commander van Aspides. “Het was geen gemakkelijke missie, met weinig eenheden. Maar we waren zeer toegewijd en deden ons best. De rederijen zijn blij met de inzet van Operatie Aspides. Wij hebben in 4 maanden zo’n 200 koopvaarders veilig kunnen begeleiden; dat is een goed resultaat. Daarbij was er sprake van uitdagende omstandigheden. Er stond veel druk op en het was heel erg heet. Dat eiste veel van de mensen en schepen."
"In de staf op de Karel Doorman zaten mensen van 8 nationaliteiten: uit België, Duitsland, Estland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland en Zweden. Iedereen bracht zijn eigen nationale ervaring mee en we leerden veel van elkaar. Al die verschillende culturen, met maar 1 doel, en samen onder de Europese vlag. Mooi. Ik vond de context van de missie in militair opzicht wel complex. We waren nergens bang voor, maar moesten tegelijkertijd wel goed blijven focussen op de balans tussen risico lopen en bescherming bieden. Het verblijf op de Karel Doorman beviel mij overigens prima, met 1 kanttekening: de pasta Carbonara aan boord ís geen pasta Carbonara...”
Bekijk de beelden en krijg een indruk van de missie en medische oefeningen aan boord:
‘Wij zijn niet alleen’
Marinier 1 Dennis, rescue-operator op de Cougar-boordhelikopter
De Cougar gold als uiterst belangrijke ‘lange arm’ van de Karel Doorman, vooral tijdens verkenningsvluchten. Tegelijkertijd stond de kist dag en nacht klaar als vliegende ambulance van het drijvende hospitaal in een zeer roerige regio. Er deden zich geen zorgwekkende zaken voor, maar om klaar te zijn ‘voor het geval dat’, oefenden de loadmasters annex boordschutters geregeld boven zee. Ook rescue-operator (RO) marinier eerste klas Dennis (860 Squadron): “Het was mooi om qua gunnery onze currency op peil te kunnen houden onder deze afwijkende omstandigheden."
"Wat mij taak als RO zelf betreft, hoefde ik maar 1 keer in actie te komen. Toen ben ik gehoist op een bij nader inzien verlaten reddingsvlot op zee. Toch kijk ik tevreden terug op de missie. We hebben bijvoorbeeld geregeld geoefend met koopvaarders. Dan meldden wij ons via de radio en konden we een medische casus oefenen met onze loadmasters. Het was mooi om de waardering aan boord te voelen. Je bemerkte die ook als wij alleen al langs vlogen. Dat de burgervaart wist: ‘Wij zijn niet alleen.’”
‘Natuurlijk jeukten de handen’
KTZ (AR) Marcel, anesthesioloog en clinical director Role 2
Binnen de uitgebreide en moderne medische faciliteiten van het JSS was het goed toeven voor marine-anesthesieloog kapitein ter zee (AR) Marcel. Hij werkte er binnen een paarse Role 2, waarbij een 12-koppig Zweeds medisch team was aangehaakt. “Wij konden aan boord werken met een dubbele set-up: 4 traumabedden, 2 operatiekamers met personeel, 5 Intensive Care-bedden en 10 verpleegbedden. Natuurlijk jeukten de handen, maar ik ben blij dat er qua ernstinzet weinig te doen was. Het is de bekende paradox: je wilt graag veel doen, maar liever niet dat er gewonden vallen."
"We hebben 1 zwaargewonde patiënt kunnen behandelen: een Nepalese opvarende van een koopvaarder die door Houthi’s was aangevallen. Hij had scherven in zijn rug en zijn been was er slecht aan toe.” Kordaat ingrijpen van een chirurgisch team voorkwam dat hij zijn been verloor. Hoe het met de Aziaat afliep? “Hij bleef nog anderhalve dag aan boord en is toen vervoerd naar een Frans militair hospitaal in Djibouti.” De marineman blijkt zeer te spreken over de samenwerking binnen de Role 2, vooral ook met de Scandinaviërs. “Zij hanteren dezelfde protocollen en spreken briljant Engels. Eerst lieten we de oorspronkelijke teams intact, maar daarna liep alles door elkaar. Ik ben trots op deze integratie.”
‘Onvoorspelbaar zijn voor de Houthi’s’
Matroos 1 ODOPS, roerganger
“In hoog-risico gebied voerden we vaak een zigzagplan uit, om onvoorspelbaar te zijn voor de Houthi’s. Met slechts 1 vaste koers zouden ze ons makkelijker kunnen onderscheppen. Normaal vaar je in transitmodus, maar als er dreiging ontstaat ga je over op de manoeuvreermodus. Als er vanuit de Commandocentrale plotseling een ‘flash’-bericht klonk, bijvoorbeeld gevolgd door ‘missile inbound’, dan werd het spannend en gingen we over op gevechtswacht. Op zo’n moment zet je alle stuurpompen en diesels bij en werden de Goalkeepers gericht."
"Bij een normale doorvaart langs Jemen richting de Rode Zee kwam ook wel wat adrenaline kijken en zaten we ook alvast in gevechtswacht, maar verder deed ik toch gewoon ‘mijn dingetje’. Dan zat ik op de brug, samen met de officier van de wacht, de navigatieofficier en meerdere mensen die op de uitkijk stonden. Die hielden de omgeving in de gaten en gaven het meteen door als er iets verdacht leek.”
‘Dat wachten doet iets met je’
Sergeant LDV Jan, chef-kok
Een bemanning van 130 man plus 140 opstappers, dat waren 270 monden om te voeden. Wat betekende dat voor de Logistieke Dienst Verzorging (LDV)? “We hebben er aan boord alle capaciteiten voor, maar het was wel een grote puzzel. Als je dan plotseling in gevechtswacht moet, verander je binnen 3 minuten van een voorzienend bedrijf in een bedrijf in de hoogste staat van paraatheid. Zelf moeten wij dan ook binnen 3 minuten op post, bijvoorbeeld bij de gewonden-opvangstations. De LDV hakken we vervolgens in tweeën, vanwege de shifts van 6 uur op, 6 uur af."
"Wat de missie betreft heerste er meestal een gezonde spanning, maar op 21 juli was dat anders. Veel mensen zaten naar de EK-wedstrijd Nederland – Frankrijk te kijken, toen het alarmsignaal klonk: er kwam een raket vanuit Jemen onze kant op. Iedereen rennen en op post. Later bleek een Libanese koopvaarder aangevallen te zijn en dat gebeurde nog 2 keer. Die missiles kwamen precies onze kant op. We kregen zelfs het commando ‘dekken over stuurboord’. Dan is het wachten op het geratel van de Goalkeeper of de impact van een raket. Dat doet iets met je. De volgende dag hebben we er goed over gepraat. Ik was vooral bezorgd hoe de jongere garde ermee omging. Genoeg jongens en meisjes waren voor het eerst van huis, voor het eerst aan het varen. En dan toch je ‘mannetje’ staan; dat is knap.”
‘Het kan hard gaan’
Marinier 1, Minigun-schutter aan dek
“Vanwege de gevechtswacht kwam ik bij de laatste passage van de straat Bab el Mandeb tussen Jemen en Eritrea om 06.00 uur op post op het seindek. Samen met mijn buddy, voor een shift van 6 uur. Onze taak was uitkijken naar verdachte contacten op het water en in de lucht. Wij beschikten over een Minigun die 50 schoten per seconde kan lossen. In een volle munitiekist zitten 3.000 patronen. Verder beschikten we over een Smartshooter. Dat is een Colt die lockt op drones en pas een schot afgeeft als je gegarandeerd raak schiet. Verder hadden we nog een Drone Buster, die het GPS- en radiosignaal van een drone verstoort, waardoor die uit koers raakt.
"Mijn buddy en ik hielden onderling contact met andere dekschutters, op allerlei posities rond het schip, én met de fire support-officier op de brug. Elkaar goed en snel begrijpen in geval van dreiging is heel belangrijk. Als mariniers hebben we vaker missies gedraaid in dit zeegebied, vooral met Vessel Protection Detachments. Zelf maakte ik daar in 2022 nog deel van uit. Toen was Jemen nog een land dat ‘gewoon’ in burgeroorlog verkeerde. Nu is de situatie heel anders en veel dreigender naar buiten toe. Het kan hard gaan.”
‘Duurzame oplossing ligt niet op zee’
LTZ 1 (SD) KMR Frans, politiek adviseur van de Force Commander
“Het was mijn taak om de Force Commander te adviseren rond politieke overwegingen waarmee hij rekening moest houden bij de operationele besluitvorming. Bijvoorbeeld rond gevoeligheden voor de landen in de regio. Daarvoor had ik contact met de Nederlandse ambassades in die landen. Aspides is een vrij jonge operatie, dus was het belangrijk om duidelijk te maken waar de operatie voor stond en wat het belang ervan was voor de landen aan de Rode Zee en de Golf van Aden."
"Vandaar ook dat we een key leader engagement hebben gehouden in Muscat, Oman. Daar schoof bijvoorbeeld de Omaanse marineleiding aan, net als mensen van het Maritime Security Center uit dat land en vertegenwoordigers van andere landen in de regio. Tijdens dat seminar kwam uiteraard naar voren dat die landen in algemene zin niet pro-Israël zijn, maar tegelijkertijd wel veel last hebben van de Houthi-aanvallen op de koopvaardij. Zo zijn de inkomsten van Egypte met betrekking tot doorvaarten via het Suezkanaal met 50 procent teruggelopen. Hoe belangrijk Operatie Aspides ook is, uiteindelijk denk ik dat een duurzame oplossing niet op zee ligt, maar binnen de diplomatie.”