Column Chef der Equipage Commando Zeestrijdkrachten

Het einde van het zomerverlof vind ik altijd een mooi moment om even terug te kijken op het eerste deel van het jaar. Wat 2024 betreft, is er tot nu toe al enorm veel gebeurd. Tijdens werkbezoeken hoorde ik vaak dat veel mensen ‘in de waan van de dag’ leven en vooral naar voren kijken. Naar wat er op ze af komt. Dat is natuurlijk logisch, zeker gezien de huidige tijd waarin we leven.

En toch is het ook goed om met elkaar de tijd te nemen om terug te kijken. Wat is er eigenlijk allemaal gebeurd, wat heeft dat met jou en met de mensen in jouw omgeving gedaan? En wat hebben we bereikt met z’n allen? Als ik deze vragen tijdens een werkbezoek stel, dan krijg ik vaak mooie antwoorden. Zowel binnen operationele eenheden, als bij de ondersteuning. Vaak gaat het dan juist ook om persoonlijke ontwikkeling.

Op operationeel vlak hebben we ons de eerste 8 maanden van 2024 overal ter wereld laten zien. Dat begon al in februari met Steadfast Defender, de grootste NAVO-oefening sinds de Koude Oorlog. Hier deden maar liefst 90.000 militairen aan mee, uit 31 NAVO-landen. Vanuit onze Koninklijke Marine waren wij met 2 schepen en marinierseenheden aanwezig in het hoge noorden. Dat gebeurde uiteraard in het kader van onze hoofdtaak 1: de verdediging van het eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten.

Zr.Ms. Tromp begon een maand later aan de wereldreis, inclusief deelname aan operatie Prosperity Guardian, om een veilige doorvaart voor de koopvaardij in de Rode Zee te bevorderen. Hierna vervolgde het Luchtverdedigings- en Commandofregat haar reis verder richting het Verre Oosten, Hawaii, het Panamakanaal en het Caribisch gebied. Het Joint Support Ship (JSS) Zr.Ms. Karel Doorman ging ook naar de Rode Zee en naar de Golf van Aden. Het JSS nam deel aan Operatie Aspides en bood logistieke en medische ondersteuning aan andere schepen, onder soms risicovolle omstandigheden.

De Mijnendienst was op zijn beurt buitengewoon actief, op meerdere fronten. Dat liep uiteen van deelname aan het NAVO-vlootverband Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 door Zr.Ms. Zierikzee, tot aan de Kruisreis van adelborsten op 3 mijnenjagers en op het torpedowerkschip Zr.Ms Mercuur. De Onderzeedienst kreeg eindelijk het goede nieuws dat de kogel door de kerk is, voor wat betreft de vervanging van de huidige boten.

‘Alle eenheden kunnen hun taak slechts uitvoeren dankzij talloze collega’s die ondersteuning bieden’

Het Korps Mariniers neemt al sinds vorig jaar deel aan de missie EUFOR Althea in Bosnië en Herzegovina, waarmee de rust bewaard moet worden op de Balkan. Daarnaast draaide het Korps ook mee met grote, internationale oefeningen en liet het daar zien waar we als Nederland voor staan. Tussendoor leidden mariniers nog Oekraïense militairen op, op diverse locaties. Ver weg van Europa, in de eerder genoemde Carib, gingen onze OceanGoing Patrol Vessels als stationsschip succesvol door met het bestrijden van drugsmokkel. Ik moet zeggen: de sfeer wordt er in veel gevallen helaas grimmiger op.

Alle eenheden die ik noemde of niet noemde kunnen hun taak slechts uitvoeren dankzij talloze collega’s die ondersteuning bieden, zoals met onderhoud en instandhouding binnen de Directie Materiële Instandhouding. Maar ook van de onmisbare en toenemende ondersteuning door reservisten ben ik mij bewust. Zo kan ik nog wel even doorgaan…

Kortom: we zijn er allemaal best druk mee geweest. Alles wat we deden, deden we ook nog zo goed mogelijk. Daar ben ik van overtuigd. Of alles ook echt goed ging? Nee, dat niet. Tijdens de vele werkbezoeken eerder dit jaar hoorde ik naast enthousiasme ook kritische geluiden. Vaak terecht! Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de beperkte welfare aan boord, de stroperigheid van processen en procedures, mandaten die op een verkeerd niveau liggen, verouderd vastgoed of gewoon te weinig ruimte en individuele personeelszaken die niet fijn geregeld zijn. Soms gaat het ook om iets simpels, zoals erkenning en waardering in de vorm van een medaille. Daarbij realiseer ik mij natuurlijk dat zoiets vaak niet eenvoudig te regelen is.

Veel zaken zijn vast herkenbaar en soms zelfs lastig uit te leggen. Toch bemerk ik vooral dat er aan alle kanten hard gewerkt wordt om zaken voor elkaar te krijgen. Laten we wat dat betreft dus positief vooruitkijken en onze schouders eronder (blijven) zetten. Hoe mooi zou het zijn als we over een half jaar nóg positiever terug kunnen kijken?

Adjudant ODND René Heeringa
Chef der Equipage Commando Zeestrijdkrachten