Tekst André Twigt
Foto Mark van Stokkom (Studio 38c) en archief René Bolhuis
In Messina vond marinezoon René Bolhuis innerlijke rust
Kapitein-luitenant ter zee Jacob Bolhuis stierf op 17 november 1966. De eerste officier werd op het voordek van Hr.Ms. kruiser De Zeven Provinciën door een golf gegrepen, die hem tegen het boordgeschut smeet. De dood van zijn vader en alles wat daarna gebeurde, greep zoon René zo aan dat het zijn leven heeft getekend. In zijn zoektocht naar meer innerlijke rust volgde een bezoek aan het Italiaanse Messina. De haven waar het lichaam van zijn vader 56 jaar geleden aan land werd gebracht, bleek voor René de plek waar zijn vastgelopen rouwproces eindelijk in beweging kwam.
Het zwaar weer op die 17e november eiste ook het leven van chef d’equipage opperschipper Klaas Flens. Hij sloeg overboord en bleek overleden toen hij kort daarna werd opgepikt door de kruiser Hr.Ms. De Ruyter. Varend langs de Siciliaanse kust gingen op De Zeven Provinciën in totaal 4 man het voordek op. De berging van het stuurboordanker gaf problemen en controle was vereist. De kwartiermeesters Leen Oosterom en Pieter Stupers overleefden het ongeval, maar ze liepen zware verwondingen op.
‘Is hij dood!?’
René herinnert het zich als de dag van gisteren. In zijn ouderlijk huis aan de Nassaukade in Voorschoten zat hij tussen de middag met moeder een boterham te eten. Tot een man in marine-uniform bij de voordeur stond. René zag hem en moeder ook. In een oogwenk had ze door wat er speelde. Ze stond met een ruk op en holde naar de voordeur. ‘Is hij dood!?’, schreeuwde ze. De vlootpredikant knikte, waarna ze bewusteloos op de grond viel. “Samen hebben we moeder naar binnen gebracht en op de bank gelegd. Later kwam ze bij.”
Ze bleef maar treuren
Nog vele keren zouden mannen met strepen op de mouwen op de stoep staan. Moeder ging dan met hen apart zitten. Na afloop was ze vaak heel verdrietig. De toen 10-jarige René werd bij die gelegenheden door een buurvrouw onder de arm genomen. Toch bracht de hele toestand emoties teweeg waaraan een kind eigenlijk niet blootgesteld mag worden. De plotselinge dood van zijn vader en alles wat daarbij speelde… Het ontroostbare verdriet van moeder… Zonder het te beseffen, laadde René in een reeks van jaren een deel van moeders verdriet op zijn schouders.
Rond zijn 28e werd het René allemaal teveel
Om hulp vragen deed hij niet
Rond zijn 28e werd het René allemaal teveel. Hij raakte overspannen, kreeg psychische en lichamelijke klachten en stopte van de ene op de andere dag met zijn baan als wijkverpleger. Het vak waarmee hij zich altijd zo verbonden voelde. Om hulp vragen kwam niet bij hem op. 2 jaar was hij uit de roulatie tot hij weer opkrabbelde en besloot te gaan studeren aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Deze opleiding houdt zich bezig met de aard van het menselijke zijn. Na 2 jaar hield René het echter voor gezien en begon hij als coördinator in het diaconaal vakantiewerk voor mensen met een lichamelijke handicap.
Alles kwam voorbij
Pas jaren later realiseerde René zich dat de dood van zijn vader bij hem een trauma had veroorzaakt, dat zijn rouwproces bemoeilijkte. Dat gebeurde toen hij psychosociale hulpverlening studeerde en tijdens intercollegiale therapiesessies meer over zichzelf te weten kwam. Hij bleef last houden van perioden waarin zijn emoties intens opvlamden. “Op zulke momenten kwam alles voorbij: het marine-gezin en vader in het bijzonder. Hij had vaak moeite om het leven aan boord te scheiden van zijn rol thuis.”
Zoektocht naar meer vrede
2 jaar geleden kwam René in contact met het Bureau Casemanagement van de marine, dat zorg verleent aan mensen met psychische klachten. Onder begeleiding leerde hij meer vrede te hebben met zijn traumatische rouw. “Wat ook hielp, was dat ik samen met mijn goede vriend Wilfred de plekken in ons leven heb bezocht. Waar we naar school gingen, onze geboorteplaats, werkplekken…; we bezochten ze stuk voor stuk en vertelden over onze herinneringen.“
Op een gegeven moment opperde Wilfred een bezoek aan Messina te brengen. Daar waar overste Bolhuis destijds aan land was gebracht. “Jij hebt daar nog werk te verzetten”, zei hij. Met instemming van Case Management zocht René voorafgaand aan zijn bezoek contact met de lokale havenautoriteiten, met de vraag of zij nog informatie hadden over het ongeval in ’66 en de aan landbezorging van de slachtoffers. Voorlichter Christiana Laurà stuurde een paginagroot artikel dat destijds in de lokale krant was verschenen. Het raakte René zo dat hij Christiana wilde gaan bedanken. “Haar empathie was hartverwarmend.”
‘Zonder hen nooit zover gekomen’
René maakte thuis een beeldje dat een vader voorstelt die zijn jonge zoon vasthoudt. Aan de voet van het beeldje bevestigde hij een koperen plaatje met uitleg in het Italiaans. Christiana Laurà regelde een ontvangst op het havenkantoor, waar René het beeldje kon aanbieden aan de directie. Vervolgens was er een officieel moment aan de waterkant. Naast een vertegenwoordiger van de Italiaanse marine en een journalist stonden diverse autoriteiten van het havenbedrijf en de Italiaanse kustwacht op de kade. In de lucht maakte een marine-helikopter een fly-by, waarna René een tekst voorlas. Die droeg hij op aan zijn vader, maar ook aan de andere slachtoffers, hun naasten en de bemanning. “De ceremonie gaf mij veel troost en voldoening. En de inzet van het Bureau Casemanagement en Christiana Laurà bleken daarbij van onschatbare waarde. Zonder hen was ik nooit zover gekomen.”