02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 2

Afschrikken in de arctic

Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto SGTBDAV Jasper Verolme

Grote gezamenlijke slagkracht tijdens Joint Viking

Maritieme collega’s van 5 verschillende landen slaan tussen 6 en 15 maart de handen ineen tijdens Joint Viking. De multidisciplinaire en multinationale oefening in het hoogste geweldsspectrum brengt duizenden militairen op de been in het noorden van Noorwegen. “Alleen door samen te oefenen kun je verdere synchronisatie bereiken. Dit doen we om samen ten strijde te kunnen trekken, als dat nodig is.”

Get the Murinians out of Norway.

Get the Murinians out of Norway’, dat is het credo tijdens Joint Viking, waarin Noorwegen haar nationale verdedigingsplannen test. Een klassiek scenario, waarbij vijandelijk buurland Murinus het Scandinavische land binnenvalt. Duizenden militairen uit onder andere Denemarken, Finland, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zweden schieten het binnengevallen land te hulp. Het streven tijdens de door Noorwegen geleide oefening? De vijandelijkheden beperken tot een klein gebied op land en voorkomen dat het conflict verder uitbreidt.

“Interoperabiliteit, het tonen van slagkracht en van het feit dat we verenigd zijn, zodat we samen kunnen optreden, als dat nodig is.”

Van Joint Warrior naar Joint Viking

Voorafgaand aan de Noorse oefening Joint Viking namen de schepen deel aan de Engelse oefening Joint Warrior, waarbij een multinationale amfibische taakgroep (ATG) werd geactiveerd onder de vlag van de Joint Expeditionary Force (JEF). Dit samenwerkingsverband met het Verenigd Koninkrijk als framework nation, bestaat verder uit Denemarken, Estland, Finland, Letland, Litouwen, Nederland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk, IJsland en Zweden.

De JEF komt in actie wanneer de deelnemende landen dit noodzakelijk achten. In tegenstelling tot de NAVO is hiervoor geen consensus nodig en zijn de landen niet verplicht om mee te doen aan een inzet. In dit geval bestaat de JEF-bijdrage uit een amfibische taakgroep, die Noorwegen gaat ondersteunen bij het voorkomen van uitbreiding van het conflict en het herstellen van de territoriale integriteit van Noorwegen. De ATG staat onder leiding van de Nederlandse commandeur Jeanette Morang.

CDR Jeanette Morang (Foto: SM Jan Dijkstra)

Vervlochten

“Interoperabiliteit, het tonen van slagkracht en van het feit dat we verenigd zijn, zodat we samen kunnen optreden, als dat nodig is.” Dat zijn de doelstellingen achter de grote amfibische training, volgens commandeur Jeanette Morang. De commandant van de JEF en US ATG (zie kader) bevindt zich met haar staf op Zr.Ms. Rotterdam en stuurt 12 van de 40 deelnemende schepen aan. Plus mariniers van 1 Marine Combat Group (1MCG) en de Surface Assault and Training Group (SATG) en alle vliegende eenheden. “Schepen in de fjorden, landingsvaartuigen die heen en weer varen, heli’s die overvliegen; het is een indrukwekkend gezicht.”

De deelnemende landen zijn in alle gelederen vervlochten. De Nederlandse mariniers gaan aan land met Britse collega’s en treffen daar Noorse infanteristen, die de vijand vanaf het zuiden naar het noorden terugdringen. Voor medische evacuaties, transport van mariniers en verkenningsvluchten doen er 2 Cougars van 300 Squadron van de luchtmacht mee. De NH90-maritieme gevechtshelikopter aan boord van Zr.Ms. Van Amstel is primair mee voor het opsporen van onderzeeboten, maar kan uiteraard ook worden ingezet voor verkenningen. Aan land staan Noorse F-35’s, die zowel de Noorse landeenheden als de ATG ondersteunen met intelligence-vluchten, verdediging tegen andere vliegtuigen en het bestoken van doelen op zee en op het land. Daarnaast zijn er diverse maritieme patrouillevliegtuigen voor verkenning. Naast de boordhelikopters zijn er op gelegenheidsbasis ook Engelse helikopters beschikbaar voor transport, verkenning en Forward Air Control-taken.  

Brede inzet

De ATG bestaat uit het vlaggenschip Zr.Ms. Rotterdam, met daarop de Maritime Battle Staff (MBS), eenheden van 1MCG, de Bootgroep van de SATG en een eenheid van het Duitse Seebattalion. Zr.Ms. Karel Doorman neemt deel met Cougars van 300 Squadron en een Role 2-capaciteit van de 400 Geneeskundige Compagnie. Zr.Ms. Van Amstel werpt zichzelf en een NH90 in de strijd en verder zijn er nog schepen, helikopters en landingseenheden uit Denemarken, Noorwegen, het VK en de VS. Naast de JEF en de ATG opereren er nog meer taakgroepen binnen de oefening, waaronder de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 met een Nederlandse bijdrage in de vorm van Zr.Ms. Schiedam.

Eigen doel binnen groter plaatje

Kortom: multi-domein, multinationaal, multidisciplinair. Joint Viking biedt enerzijds kansen om op elkaar ingespeeld te raken. “Juist het optreden in al die verschillende domeinen en op deze schaal maakt Joint Viking ontzettend interessant”, zegt luitenant ter zee 1 Jeroen Le Feber dan ook. De battle watch captain van de MBS aan boord van de Rotterdam is een spin in het web, met zicht op alle deelnemende maritieme eenheden. “Samenwerken tijdens de actie is relatief makkelijk, de NAVO-procedures zijn immers voor allen gelijk getrokken. Maar tegelijkertijd heeft elke eenheid binnen Joint Viking een eigen oefendoelstelling. Dat bijt soms. De uitdaging is om iedereen bij elkaar te houden. Het ene land draait een intern opwerkprogramma, de ander heeft een sterk politiek belang. Tel daar een uitdagende radio- en satellietcommunicatie bij op, hier in de fjorden, en je hebt een complexe operatie te pakken.”

“We behalen veel trainingswaarde, omdat we een volledige ‘oploop’ kunnen doen. Daarnaast bereiken we meer verbondenheid binnen de club.”

Tot hun recht

De grootsheid, dat is iets waar eerste luitenant der mariniers Jop Pompe ook tegenaan loopt. De waarnemend commandant van Landing Craft Task Unit 1 (LCTU 1) is met zijn team verantwoordelijk voor de volledige inzet van amfibische vaartuigen tijdens Joint Viking vanuit het Nederlandse contingent, bestaande uit 2 Landing Craft Utility’s, 2 keer een Landing Craft Personnel, de Amphibious Beach Unit en een Recce-team, voor verkenningen.

”Het aan land zetten van 1MCG en alle middelen en voertuigen is onze taak. We hangen nu onder een grote staf, dat maakt dat het soms moeizaam verloopt. Is even wennen en vraagt om geduld.” Dan zijn er nog de no play-restricties. “We zijn hier met allemaal eenheden met een tactische mindset: het hele gebied is voor ons operatiegebied. Maar…, alles moet afgestemd worden met het trainingscommando van de Noren. Dan wordt ‘een goed strand om te landen’ na verkenningen en voorbereiding opeens ‘geen strand om te landen’. Dat zorgt voor frustraties, want wat wij willen bereiken is: train as you fight.”

“Wie van A naar B wil verplaatsen is over het land soms uren onderweg. Met een amfibisch vaartuig kan dat in een uurtje.”

Veel trainingswaarde

Niet dat Pompe enkel problemen ziet. Sterker nog: “Oefenen onder deze omstandigheden, met de hele Bootgroep en 1MCG samen, dat maak je weinig mee. We behalen veel trainingswaarde, omdat we een volledige ‘oploop’ kunnen doen. Daarnaast bereiken we meer verbondenheid binnen de club.”

De landingsvaartuigen komen echt tot hun recht, vertelt de marinier. “Wie van A naar B wil verplaatsen, is over het land soms uren onderweg. Met een amfibisch vaartuig kan dat in een uurtje, diep het binnenland in. LCTU 1 is in staat om amfibische kracht te bieden die eenheden in staat stelt snel manoeuvres uit te voeren, maar kan ook zelfstandig opereren in de fjorden, voor het uitvoeren van verkenningen of kinetische acties.”

Brede roep om personeel

Iets dat opvalt, is dat alle marines kampen met een personeelstekort, zegt commandeur Morang. “Dat is direct te merken in het vermogen van eenheden om de warfare-taken uit te voeren.” Dat is tevens een probleem voor de continuïteit. “Hierdoor is opleiden lastiger, omdat je het liefst overlap hebt met je opvolger”, vult battle watch captain Le Feber aan. “Deze oefening zou nog mooier worden als we meer mensen in dienst zouden hebben. Ja, je bent soms wat langer van huis, maar dit is wel het mooiste werk dat je kunt doen.”

Strategisch belang

Goede afstemming, meer onderlinge coördinatie; het zijn lessons identified die toekomstig samenwerken kunnen bevorderen. “Alleen door samen te oefenen kun je tekortkomingen vaststellen en verdere synchronisatie bereiken; om samen ten strijde te kunnen trekken, als dat nodig is”, stelt commandeur Morang.

Juist daarom is Joint Viking ook volgens haar van belang. Door de inval van Oekraïne is eens temeer helder waarom men voorbereid moet zijn. De Russische agressie zorgt voor een vergrote dreiging op de Noordflank van het NAVO-grondgebied. NAVO-partner Noorwegen grenst aan Rusland; daarbij is de noordelijke vaarroute de weg van Rusland naar de Atlantische Oceaan. Bovendien is het gebied rijk aan diverse grondstoffen. Het strategisch belang is groot.

Deterrence & assurance.

 “Joint Viking is zeker ook een vorm van deterrence richting een potentiële tegenstander”, zegt Morang. “Iedere marine-oefening van dit formaat is een vorm van afschrikking. We laten hiermee zien wat we kunnen en dat we verenigd zijn. Aan de andere kant betekent Joint Viking ook assurance voor de Noren. Zij zijn zich er terdege van bewust dat zij op een strategische locatie op de Noordflank zitten. Door samen te trainen laten we zien dat we zij aan zij met hen staan.”

Sneeuw en sonar

Niets zo veranderlijk als het weer. Optreden onder arctische omstandigheden brengt de nodige uitdagingen met zich mee. In aanloop naar Joint Viking waren de schepen genoodzaakt te schuilen in een fjord voor een storm, waarbij golfhoogtes van 10 meter bereikt werden. Luitenant ter zee 2 (SD) Floris Laagland zit er als expert op het gebied van Meteorologie en Oceanografie (METOC) middenin. “Voor  Nederlandse begrippen is het misschien wel extreem, maar voor deze regionen zijn het gangbare weersomstandigheden.”

Als METOC maakt hij de vertaalslag van de weerfenomenen in het operatiegebied naar de operationele impact en neemt daarbij alle assets in ogenschouw. Een taak die valt of staat bij goede voorbereiding. “En uiteraard de juiste digitale input die ik krijg vanuit de Joint Meteorologische Groep. Op dit moment is alles conform verwachting, maar soms moeten we de operatie aanpassen. Sneeuwbuien als die van vandaag maken dat de mariniers niet per heli, maar per amfibische vaartuigen aan land komen. Daarnaast heeft het weer bijvoorbeeld impact op de sonar. Er liggen wat schepen buiten het fjord die de onderzeebootdreiging en surface-dreiging in de gaten houden. Hoe hoger de zee, hoe meer ambient noise, oftewel: hoe minder goed zij kunnen luisteren en identificeren wie ze horen. Sneeuw maakt namelijk verrassend veel herrie onder water: de vlokjes breken meermaals terwijl ze smelten.”