Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto SGTBDAV Jasper Verolme
Korps Mariniers traint Oekraïners in Operatie Interflex
Dag en nacht trainen, 5 weken lang. Elke seconde telt. Mariniers van 21 Raiding Squadron (21RSQN) trainen van januari tot en met april 2 rotaties van elk 200 Oekraïners, om hen voor te bereiden op de strijd in hun vaderland.
‘HRANATA!’
Een eerste knal, gevolgd door meer indirect fire. Laag blijven is het devies. Gebukt rennen de Oekraïense trainees door de loopgraven in het noorden van Groot-Brittannië. Onder het toeziend oog van de Nederlandse mariniers, die hen minutieus door het gangenstelsel dirigeren. “Sneller! Go, go, go!”, klinkt het, waarna de tolk de woorden in het Oekraïens op even luide toon herhaalt. De rekruten aarzelen geen seconde en spurten vooruit. Eén ding is zeker: hier is het een oefening, over enkele weken is het werkelijkheid.
Ze kwamen 2 weken geleden binnen als vaders, zonen en broers. De een was architect, de ander werkte in de mobiele systemen. Nu staan ze allemaal in een vlekkenpak. Zoals Roman: 28 jaar, groot van stuk en afkomstig uit centraal-Oekraïne. Hij werkt voor een bedrijf dat pijplijnen voor watertoevoer bij grote bouwprojecten installeerde. Tot Rusland zijn land binnenviel. Roman werd gemobiliseerd. “Thuis heb ik 2 broers en 2 zussen. En uiteraard mijn moeder. Die was natuurlijk meteen bang me te verliezen. Tegelijkertijd snapt ze ook waarom ik hier ben: we hebben de mankracht nodig om deze oorlog te winnen. Ook als dat betekent dat haar zoon gaat.”
Overleven en vechten
Interflex is een multinationale operatie. De Britten hebben het trainingsprogramma samengesteld voor de deelnemende landen, waaronder Nederland. Het ‘wat’ staat dus vast. Het ‘hoe’ vullen de mariniers zelf in aan de hand van hun eigen skills & drills, vertelt majoor der mariniers Koen (37) van 21 Raiding Squadron uit Doorn. Overleven en vechten. Dat is waar de mariniers de Oekraïners in 5 weken op voorbereiden, tijdens operatie Interflex. Na de opleiding gaan de Oekraïners terug naar hun thuisland. Sommigen krijgen daar nog een aanvullende opleiding, anderen gaan meteen naar het front.
Survivability
Het Nederlandse trainingsteam bestaat uit 65 mensen. In eerste plaats ligt de focus op survivability: het overleven in het veld, voor jezelf zorgen en het verlenen van medische zorg op het slagveld. “Daarnaast leren we de Oekraïners vechten tegen hun vijand, om te gaan met hun wapens en explosieven. Ook het gebruik van drones wordt behandeld, alsook wat te doen bij een artilleriebarrage. We trainen ze zeker in defensieve tactieken, maar wel met een ‘offensieve mindset’. Een deel van hun land is bezet, dat win je alleen maar terug door in het offensief te gaan.”
Het oefengebied biedt een nieuw aangelegd Russian Trench System, tientallen meterslange loopgraven naar Russisch model die de Britse vlakte doorklieven. 10 minuten verderop is een oefendorp, waar het optreden in verstedelijkt gebied beoefend wordt. Ook hier met als doel: “Onze Oekraïense collega’s een zo groot mogelijke overlevingskans geven in hun strijd”, aldus Koen.
Kruisbestuiving
Sommige rekruten hebben gevechtservaring. Door deze kennis te delen, leren de mariniers ook van hen. “Daarnaast draaien onze junior-instructeurs verschillende lessen zelf, zoals de medische training”, vertelt majoor der mariniers Koen. “Dit doen ze zonder kader. We hebben de verantwoordelijkheid op een laag niveau weggelegd en die wordt ook volledig gedragen. Interflex betekent dus, naast training van Oekraïense collega’s, een groei van eigen personeel.”
Vaderlandse trots
“Deze inzet is mega. Hier doe je het voor”, vertelt korporaal van de mariniers Clemens (30), een van de 50 instructeurs. “We gaan zelf de strijd met de Russen niet aan, maar op deze manier kunnen we wel ons steentje bijdragen.”
Volgens de instructeur is 21RSQN een hechte club. “We werken al tijden met elkaar, zijn volledig op elkaar ingespeeld. We beschikken over de kennis en de vaardigheden om deze training te kunnen doen. Daarnaast zijn we trots dat we dit mogen doen. De trainees zijn ongelofelijk gemotiveerd. Ze weten wat hen te wachten staat en hebben ontzettend veel vaderlandse trots.”
Niet beasten, wel de basis
De deelnemende Oekraïners zijn gemiddeld 33 jaar. Er loopt een ‘uitschieter’ van 51 jaar rond. De meesten hebben geen militaire ervaring, daarom is het beginnen bij de basis: plaatje, praatje, daadje. Bij elke tactische beweging is er een demoteam dat de handeling voordoet. Wie rondkijkt tijdens de trainingen, ziet duidelijk verschil. De ene Oekraïner komt beter mee dan de ander.
De opleiding is een stoomtrein die niet stopt. “We gaan niet beasten, maar de kantjes eraf lopen is geen optie. We willen de basis er zo goed mogelijk inbrengen, want juist de details maken het verschil als ze naar het front gaan”, beschrijft Clemens. Dus top je waterfles op, zorg dat je voldoende voeding bij je hebt en zorg dat je wapen altijd klaar is voor een nieuwe actie. Je weet immers nooit wanneer de vijand opduikt.
Het is serieus
Het trainingsprogramma is enorm intensief, zegt zijn trainee Roman dan ook: “Je leert zóveel op een dag. Dat willen we ook. We weten allemaal hoe belangrijk het is deze vaardigheden onder de knie te krijgen. Het is serieus en zo pakken de instructeurs het ook aan. Dat betekent dat veel informatie regelmatig wordt herhaald. Soms luid. Het moeten drills worden”. Dit betekent overigens niet dat er geen plaats is voor grappen. “Het is ook regelmatig flink lachen met onze instructeurs Oscar en Clemens. We kunnen het goed met ze vinden.”
‘De strijdlust is groot, de motivatie gigantisch’
Enorme verantwoordelijkheid
5 weken is kort, misschien wel te kort. Maar 24 weken opleiding is dat nog steeds, zegt Romans instructeur Clemens. Je kunt nooit genoeg getraind hebben als je in zo’n strijd belandt. De strijdlust is groot, de motivatie gigantisch. Ondertussen duurt de strijd in Oekraïne al een jaar voort en eist het iedere dag levens. “Dat een deel van hen de oorlog niet zal overleven is een harde realiteit”, zegt Clemens dan ook. “Ik en mijn collega’s voelen allemaal een enorme verantwoordelijkheid om deze mensen zo voorbereid mogelijk af te leveren. In de hoop dat zij het verschil kunnen maken.”
Het devies is om een zekere afstand te houden. Maar als je dag en nacht met je trainees bezig bent, creëer je een band, toch? “Ik voel me ook verbonden met die gasten”, zegt Clemens. “Maar wel tot op een bepaalde hoogte. We weten dat we ze hierna loslaten en een volgende rotatie in gaan. Dat is wel de realiteit.” Hij besluit: “We doen alles wat we kunnen. Elke dag sta ik op en denk ik: ik ga ze weer wat nieuws bijleren. Ik hoop echt dat onze eenheid deze training mag blijven geven in de toekomst. Het is enorm dankbaar werk.”
Van wens naar realiteit
Voor Roman is de opleiding halverwege. Hij hoopt onderofficier te worden. “Hard werken met de mannen en in een split second een beslissing kunnen nemen in het veld, op het moment dat het móet. Dat spreekt me aan.” Hoe deze strijd gaat eindigen? “Oekraïne wint deze oorlog”, besluit Roman resoluut. “We gaan er alles aan doen om dat realiteit te laten worden.”
‘Motivatie en focus’
Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal René Tas bezocht Operatie Interflex afgelopen week. “Ik zie hier ontzettend veel motivatie en focus. Deze Oekraïners staan over een paar weken in de frontlinie, om te vechten voor hun land. Wat ze hier leren, kan het verschil maken tussen leven en dood. Dat zie je ook terug bij onze instructeurs. Dit is geen oefening. Deze mensen gaan écht vechten. Onze mariniers doen er alles aan om de Oekraïners in korte tijd alle vaardigheden bij te brengen die ze nodig gaan hebben in hun strijd.”