Tekst André Twigt
Foto John van Helvert
Johan de Witt-conferentie over risico’s op en onderwater
De pas gehouden Johan de Witt-conferentie ging uiteraard over Oekraïne, over de situatie in de Zuid-Chinese Zee, maar ook over de bescherming van de kwetsbare infrastructuur op de bodem van de Noordzee. Wie vandaag de dag in de wereld van de marine stapt, hoeft zich de komende jaren niet te vervelen, schatte P-3M voorzitter Jan van Gulik in.
De jaarlijkse conferentie wordt gehouden door en voor leden van Stichting P-3M en de Alumni Vereniging van het Koninklijk Instituut van de Marine. Het evenement biedt een platform voor, zoals ze zegt, ‘een open gedachtewisseling op het snijvlak van maritiem-militaire, staatkundige en bedrijfskundige thema’s’. Dit jaar koos men voor ‘In het kielzog van Zr.Ms. Evertsen, een reis langs de dreigingen voor Nederland’. In de tweede helft van 2021 maakte het Luchtverdedigings- en Commandofregat 7 maanden lang deel uit van de escorte van het Britse vliegdekschip HMS Queen Elizabeth. Het was een reis langs de maritieme dreigingen waar we als Nederlandse samenleving mee te maken kunnen krijgen.
‘Het doet wat met de mensen aan boord wanneer je zo lang onder druk wordt gezet’
Geen buitenlandse marineschepen
Tijdens de conferentie werd een breed palet aan onderwerpen besproken. Op welke consequenties het conflict in Oost-Europa voor de marine heeft, sloot het verhaal van kapitein ter zee George Pastoor naadloos aan. Hij was vorig jaar commandant van de Evertsen en deed uit de doeken hoe het is om op zee in je freedom of movement te worden beperkt. Net voordat Carrier Strike Group 21 naar het Suezkanaal opstoomde, voerden 2 van haar escorteschepen een patrouille uit in de Zwarte Zee.
Zowel de Evertsen als de destroyer HMS Defender werden daarbij langdurig lastig gevallen door Russische marineschepen en gevechtsvliegtuigen. “Er was op dat moment niets aan de hand en we bevonden ons keurig in internationale wateren”, aldus Pastoor. Het Russische powerplay ging volgens de commandant los toen de Evertsen en de Defender de door Rusland geclaimde territoriale wateren nabij de Krim in voeren. "Hier dulden ze geen buitenlandse marineschepen, zo bleek.”
Apparatuur gejammed
Samen met de Defender patrouilleerde de Evertsen in de Zwarte Zee. Daarbij ging het Nederlandse fregat niet zover als het Britse schip, dat door Rusland geclaimde territoriale wateren binnen voer. “Downing Street had toestemming gegeven voor deze verkennende freedom of navigation operation”, verklaart Pastoor over het incident dat op 23 juni 2021 plaatsvond. Hoogtepunt van de intimidatie was toen waarschuwingsschoten werden gelost richting de Defender en er tegelijkertijd een vuurleidingsradar op de Evertsen werd gericht. Daarnaast claimde Rusland ook nog eens dat er 4 bommen op een afstand van 1.500 meter voor de boeg van de Defender waren gegooid. Maar dat bleek niet waar te zijn.
De volgende dag voer de Evertsen op zo’n 45 nautische mijlen ten zuidoosten van de Krim in een patrouillegebied ver buiten de geclaimde territoriale wateren van de Krim en zo’n 70 mijl verwijderd van de Kerch Straat (toegang tot de Zee van Azov). Daarbij werd het fregat 6 uur lang door gevechtsvliegtuigen belaagd. “Het doet wat met de mensen aan boord wanneer je zo lang onder druk wordt gezet.” Dat de Russen een NAVO-eenheid in de Zwarte Zee schaduwen en met vliegtuigen laag over scheren, was volgens Pastoor niets nieuws, maar dat het nu zo langdurig gebeurde en veel lager en dichterbij was opvallend. “Ook werd onze elektronische apparatuur gejammed. Met dit machtsvertoon wilden de Russen volgens Pastoor duidelijk maken dat de Krim hun grondgebied is. “Even heb ik getwijfeld of we niet over moesten schakelen naar gevechtswacht.”
Veel meer rendement
Een onderwerp dat ook de revue passeerde, was waarom het zo belangrijk is om de digitale datakabels die op de oceaanbodem liggen te beschermen. Deze digitale handelsroutes generen ongeveer 80 procent van ons Bruto Nationaal Product en zijn dus van cruciaal belang. “Zonder dataverkeer ligt alles stil”, stelt Michiel Steltman. De managing director van Digitale Infrastructuur Nederland vertelde dat Nederland een digitale mainport is. Veel datakabels komen bij ons land Europa binnen, waardoor wij een dominante positie op dit gebied in de wereld hebben. “We zijn een magneet voor datacenters en we zijn ook een dataknooppunt. Wat dat alles voor Nederland doet? “Veel”, aldus Steltman. “Investeringen in digitale infra geven veel rendement. Zo brengen datacenters veel meer op dan luchthavens en zeehavens”.
Zeekabels beschermen
Hoe je de datakabels beschermt, is nog steeds een vraag. Een netwerk heeft doorgaans veel redundantie en gaat niet kapot wanneer een onderdeel uitvalt. Snijd je een kabel door, dan houdt het op. “Het schijnt dat de Britten recent een fregat hebben gebouwd om de zeekabels te beschermen. Ik denk dat het tijd wordt dat wij daar ook eens over spreken.”
Volgens Steltman is veel onderwaterinfra geprivatiseerd en heeft Nederland er zelf geen zeggenschap over. Tegelijk is het economisch belang van de kabels zeer groot. Hoe deze kwestie geregeld moet worden, is volgens de kenner nog koffiedikkijken. “Je kunt er niet meer van wegkijken. Het wordt tijd dat er concrete stappen genomen worden om het veiligheidsgevoel te waarborgen.”
Sabotage bijna niet te voorkomen
Volgens dr. Peter Berends van TNO zal de behoefte om de infra op de Noordzee te beschermen alleen maar groeien. De komende jaren zullen er meer kabels bijkomen. “Onderwater is nog plek zat.” Berends legt uit dat sabotageacties onderwater bijna niet te voorkomen zijn. De zee is groot en het opsporen van de daders vergt immense inzet van mens en materieel. Volgens Berends hebben de Russen grote interesse voor deze nieuwe manier van oorlogvoering. Al sinds 2015 zijn Russische onderzoeksschepen met onder meer onderwaterdrones boven de kabels bezig.
“Omdat ze weten dat ze in de gaten worden gehouden, ontwikkelen ze momenteel kleine subs, die ze inzetten vanuit onderzeeboten”, vertelt de specialist. “Daarmee kun je ongezien in de buurt van kwetsbare infra komen en ook heimelijk interventies uitvoeren.” Die onderzeeboten gaan bij Moermansk onderwater, waarna je ze niet meer ziet. Volgens Berends is het opsporen van deze kleine subs lastig, maar niet onmogelijk. Ook ziet de wetenschapper dat Russen steeds verder zijn met meer toegepaste techniek om drones weer aan boord van een moedersub te krijgen. “Hulpmiddelen als trechters en grijparmen zijn inmiddels binnen handbereik.”
Tegenstanders verder dan wij
“Dat het saboteren van kabels onderwater geen theorie meer is, bewijst het verhaal van Berends over het observatorium voor visserijonderzoek nabij de Noorse eilandengroep Lofoten. Hier is onderwater de helft van de bekabeling weggeknipt, waarschijnlijk door de Russen. Wat je hieraan kan doen? De infra verminderen, sneller repareren of verstoppen? “We moeten we grip op deze toestanden krijgen. Ga er sowieso maar van uit dat onze tegenstanders qua technologie verder zijn dan wij.”
Noordzee moet prioriteit krijgen
De Johan de Witt Conferentie ging naast de kwetsbaarheid van datakabels ook over de dreigingen voor de logistieke- en energieketens over zee. Door toenemende afhankelijkheid van andere landen, gebrek aan internationale afspraken en eenheden is de bescherming van deze infrastructuur kwetsbaar voor de Nederlandse samenleving. Alle aanwezigen deden dan ook de oproep om het belang en de bescherming van infrastructuur op de zeebodem, zowel op de Noordzee als in de rest van wereld, tot prioriteit te maken.