Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto Herman Zonderland en archief
Soepele samenwerking tijdens Schneller Adler
Zo'n 200 vluchtelingen zetten tijdens oefening Schneller Adler voet aan boord van Zr.Ms. Rotterdam. Het amfibische transportschip biedt bij de Duitse noordkust een veilig onderkomen voor vluchtelingen uit Fromania, een fictieve afbrokkelende staat waarbinnen een opstand uitgebroken, geleid door het Skolkan Restauration Front (SKF). Samen met mariniers van 21 Raiding Squadron, als onderdeel van de Marine Spearhead Task Unit (MSTU) de aangewezen eenheid voor dergelijke taken, en collega´s van het Duitse Seebataillon oefent het schip een Non-Combatant Evacuation Operation. “We hebben een goed plan, maar het is vooral een startpunt voor chaos.”
“Ons neefje was bij ons aan het spelen, dus ik heb hem meegenomen”, vertelt een huilende moeder aan een marinier van de Duitse Küsteneinsatzkompanie (KEK) in de haven van Mukran, Oost-Duitsland. Hij moet het moeilijke besluit nemen wie aan boord van Zr.Ms. Rotterdam komt en wie achterblijft. Het jochie staat niet op de lijst en heeft geen paspoort bij zich. “We zijn niet veilig en moeten zo snel mogelijk mee met het schip”, smeekt de moeder nogmaals. Nadat dan toch de hele familie is geregistreerd, volgt een wachtrij naar de rubberbootjes die hen naar het Nederlandse schip zal brengen. “Alweer een rij”, verzucht ze.
Duitse Seaking-helikopters cirkelen boven de haven en ook mariniers van 21 Raiding Squadron (RSQN) vormen een veiligheidsring. De opdracht is niet zonder gevaar, gezien de recente activiteit van het SKF, en daarom vraagt het evacuatiepunt om militaire beveiliging. Oefenevacués zitten goed in hun rol als ze onder begeleiding naar de bootjes lopen. Sommigen zijn slecht ter been, krijgen paniekaanvallen of klampen zich vast aan een familielid dat in een volgend bootje is ingedeeld.
Tussen de oren
“Het is van groot belang om dergelijke operaties te beoefenen. De afgelopen jaren is gebleken dat het niet ondenkbaar is dat er een inzet als deze gebeurt; juist daarom trainen wij als onderdeel van de MSTU om klaar te staan als het nodig is”, vertelt plaatsvervangend commandant 21 RSQN kapitein der mariniers Justin. “Het enige wat hier voor ons nieuw of uitdagend aan is, is de samenwerking met de Duitsers. Zij werken veel samen met civiele partners, zoals de federale politie.” Die reageren gevoeliger op de benarde situatie van de evacués, waardoor Duitse of Nederlandse mariniers soms moeten ingrijpen om de vaart erin te houden.
De prioriteit ligt bij hulp aan gezinnen, ouderen en mensen met medische klachten. “Dat hebben wij aan boord althans afgesproken, maar moet ook tussen de oren zitten bij de collega’s aan wal”, vertelt de commandant van de Rotterdam, kapitein ter zee Klaasjan Schipper. “Daar werken ze met een lijst van de ambassade. Dat is het startpunt voor de evacuatie-operatie, maar vooral ook voor chaos. In de wanorde en tijdsdruk moeten ze soms afwijken van het plan. Dus ook deze communicatielijnen leggen we deze week onder een vergrootglas.”
Alles op alles
Zr.Ms. Rotterdam is het commandoschip van de marine-taskforce voor Schneller Adler; het is de basis voor alle amfibische onderdelen van de operatie. De Non-Combatant Evacuation Operation (NEO) is voor veel bemanningsleden nieuw. Schipper: “Ook ik heb het in mijn loopbaan van 36 jaar slechts 2 keer beoefend. Er is wel overlap met ons amfibische optreden: er gaan bootjes en helikopters heen en weer, maar honderden opstappers ontvangen, dat is nieuw voor ons.”
1 voor 1 varen de rubberen bootjes het dock van het schip binnen. Bemanningsleden helpen evacués van boord en verwijzen hen door naar collega’s die de opstappers fouilleren. De bagage wordt, voor de derde keer die dag, grondig geïnspecteerd. Daarna worden zij geregistreerd en volgen zij verplicht een veiligheidsbriefing. Het is aanschuiven aan de lange picknicktafels op het voertuigendek, waar voor iedereen koffie, thee en wat lekkers is. “Als de nood hoog is en Buitenlandse Zaken het zou vragen, kunnen we natuurlijk veel meer mensen kwijt; dan zetten we alles op alles”, benadrukt Schipper.
Plannen gedateerd
Ook voor de Duitse collega’s is de oefening waardevol. De bestaande plannen van de Duitse marine voor een evacuatie-operatie zijn gedateerd, volgens Fregattenkapitän Norman Bronsch, commandant van het Seebataillon. “Daar kunnen we nauwelijks meer op bouwen. Er is er veel veranderd in de procedures. De ervaringen die in Afghanistan zijn opgedaan, zijn des te passender. Dat gebeurde per vliegtuig, maar veel van de details gebruiken we ook bij deze oefening op zee.”
De partijen zijn te spreken over de binationale samenwerking op evacuatiegebied. Schipper: “We kennen elkaar al van de recente oefening Cold Response en arctische trainingen in Noorwegen. Schneller Adler verstevigt onze gemeenschappelijke basis. Bij eventuele toekomstige inzet, kunnen we elkaar snel een hand geven.”
Leren van verschillen
Elke staat moet (eigen) burgers uit crisisgebieden in veiligheid kunnen brengen. Nederland kreeg daar afgelopen zomer mee te maken, toen 2.500 mensen met Nederlandse vliegtuigen Kabul verlieten nadat de Taliban de hoofdstad had ingenomen. De Duitse Bundeswehr vloog binnen enkele dagen meer dan 5.000 mensen uit Afghanistan. “Wat we tijdens Schneller Adler beoefenen, is niet te vergelijken met de afschuwelijke situatie van toen”, vertelt Schipper. "Bovendien hebben we als schip het voordeel van een langere reistijd: die gebruiken we om te integreren met Duitse collega’s. We volgen in grote lijnen dezelfde NATO-procedures, maar leren van elkaars verschillen. Zo landen de Duitse Seaking-boordhelikopters tijdens dual spot-operaties vrijwel gelijktijdig. Dat heeft tactische voordelen, maar wij zijn gewend meer tijd tussen de landingen te laten. Dit verschil hebben we voor de aanvang van Schneller Adler doorgesproken. Dat komt niet alleen de snelheid en efficiëntie ten goede, maar vooral ook de veiligheid.”