03

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 4

Kennis en kunde Korps Mariniers juist nu cruciaal

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGTBDAV Jasper Verolme

Wisseling van de wacht bij top van equipage

x

Van onschatbare waarde is de Korpsadjudant voor het goed functioneren van het Korps Mariniers. Het wandelende doorgeefluik adviseert de Korpscommandant ‘gevraagd en ongevraagd’, zoals dat zo mooi heet, over alles wat er speelt of desnoods borrelt binnen de eenheid der zeesoldaten. Adjudant van de mariniers Willem de Koning vervulde deze rol de afgelopen 2 jaar, maar geeft het stokje nu door aan ranggenoot Mark Veraart.

De Koning (54), afkomstig uit Den Helder, doorliep vanaf 1992 alle rangen tot aan zijn huidige eindrang. Hij was van vele markten thuis. Een kleine greep: eerst marinier 1 binnen één van de marinierscompagnies, later geweergroepscommandant en opvolgend pelotonscommandant bij de operationele eenheden in Doorn, chef Sport op de Van Ghentkazerne in Rotterdam, P&O-adviseur in Den Helder en uiteindelijk dus Korpsadjudant.

Hij vond het fantastisch. “Het Korps Mariniers is uniek”, zegt hij stralend. “Er heerst een enorme can do-mentaliteit. Als je ziet met welke kleine middelen zaken toch nog doorgang vinden. De marinier denkt altijd in oplossingen, maar dat is ook een valkuil. De kans op verandering is kleiner als we alles hoe dan ook maar door laten gaan.”

AOOMARNALG Willem de Koning: “Denken in oplossingen ook een valkuil”.

Tientjeswerk

Hiermee heeft De Koning de open zenuw geraakt van het Korps Mariniers: een groot personeelstekort. Ondanks dat de aanwas van startende mariniers overweldigend is. “We hebben de aanstellingsopdracht voor dit jaar teruggebracht van 550 naar 360. We moeten zelfs veel belangstellenden op een wachtlijst zetten, terwijl ze al goedgekeurd zijn.”

Waar de schoen vooral wringt? “Dat is in de rangen van korporaal en sergeant”, verduidelijkt de adjudant. “We leiden er simpelweg te weinig op, hoewel ‘de vijver’ goed gevuld is. We leiden namelijk tweemaal per jaar 45 korporaals op, terwijl we capaciteit hebben voor tweemaal 60. Wat maakt dat een marinier 1 geen korporaal wil worden? De stap van marinier 1 naar korporaal is ‘tientjeswerk’. Qua extra verantwoordelijkheid staat dat in geen verhouding. Het moet financieel echt veel aantrekkelijker worden om door te groeien en om te blijven.”

“Aanwas is overweldigend.” (Foto: Valerie Kuijpers)

Meteen inzetbaar

Ondanks de gezonde zorgen neemt De Koning zeker geen afscheid in mineur. “Er staan grote veranderingen op stapel. We gaan als Korps Mariniers met kleinere, specialistische eenheden, meer verspreid optreden. Met meer en ook nieuwe wapensystemen en nieuwe voertuigen en vaartuigen. Met het programma Faselijn 2025 maken we het Korps qua organisatie en doctrine toekomstbestendig. Verder is het wachten op uitkomsten van de Defensievisie 2035, begin juni.”

Daarbij pleit De Koning voor het versnellen van veel processen. “Een voorbeeld: wil je over 8 jaar een nieuw schip hebben, dan moet je het nu bestellen. Ik pleit ervoor dat we meer ‘van de plank’ kopen. Dat is al ontwikkeld, bruikbaar en beschikbaar. Misschien krijg je dan niet het allerbeste product, maar wel iets dat goed genoeg is en vooral: meteen inzetbaar.”

“Haperingen in de doorbevordering wegwerken”.

Prachtlocatie

Opvolger Mark Veraart (50), afkomstig uit Steenbergen, knikt geregeld instemmend bij het betoog van De Koning. Hij voelt zich vereerd dat hij is uitverkoren om de nieuw Korpsadjudant te worden, zo geeft hij aan. Hij zal zich hard maken voor de focuspunten die zijn voorganger ook heeft, stelt hij. “Voorzieningen verbeteren, werkdruk verlagen en personeelstekort bestrijden. In aanvulling op al genoemde personeelszaken: ook haperingen in de doorbevordering moeten we wegwerken. Dat mariniers sergeant-majoor en adjudant kunnen worden, omdat anderen ook doorschuiven. Nu moeten collega’s vaak nog wachten.” Ook wat dat betreft moet Faselijn 2025 uitkomst bieden.

Veraart zal verder uiteraard nadrukkelijk betrokken zijn bij het ontwerp en de bouw van de nieuwe kazerne in Nieuw-Milligen. “Dat moet een prachtlocatie worden, op alle gebied. Legering, werkplekken, ontspanning, sportfaciliteiten; noem maar op. Hier moeten we de operaties oppakken en zorgen dat mariniers met het juiste materieel aan het werk kunnen. Voordeel ten opzichte van Doorn is sowieso al dat het omringd is door oefenterrein.”

AOOMARNALG Mark Veraart: “Zorgen dat mariniers met het juiste materieel aan het werk kunnen”.

Meteen een klik

Veraart staat te trappelen om aan de slag te gaan als vertegenwoordiger van de equipage. “Ondanks alle uitdagingen is het enthousiasme groot binnen het Korps.” Hij is erg in zijn nopjes dat inmiddels de traditionele intocht na de Final Exercise (FINEX) van de mariniersopleiding ‘post-corona’ weer doorgang kan vinden. “De trots die je daar bemerkt, bij de jongens zelf en hun familie en vrienden, is prachtig. Zo’n ontvangst vergeet je nooit meer.”

Veraart weet het nog als de dag van gisteren, net als waarom hij marinier wilde worden. “Mij trok het speciale. Met een goed getrainde club mensen op avontuur. Tijdens mijn MTS-opleiding liep ik stage in de burgermaatschappij. Dat beviel me niet. Een maat van mij zei toen: ‘Het Korps Mariniers, dát moet je meemaken’. Dat deed ik in 1995 en had meteen een klik.”

Barettenparade na de FINEX: “De trots die je daar bemerkt is prachtig.”
AOOMARNALG Mark Veraart: “Kameraadschap onbeschrijfelijk”.

Kameraadschap onbeschrijfelijk

De nieuwe Korpsadjudant legde zich vooral toe op militair opereren onder extreme omstandigheden. Het zogenoemde MOX-domein. Hij werd Mountain Leader en maakte deel uit van de Netherlands Maritime Special Operations Forces en van het C-squadron. “MOX vindt plaats onder de meest weerbarstige omstandigheden en dan zit het weer ook nog vaak tegen”, lacht Veraart. “De kameraadschap die komt bovendrijven, juist als het minder gaat, is onbeschrijfelijk.”

Naast operationele plaatsingen, inclusief uitzendingen naar Afghanistan en Kosovo, vielen ook bureaufuncties de adjudant ten deel, de afgelopen decennia. Ook daar genoot hij echter van. Bijvoorbeeld als chief training, bij het Joint Kenniscentrum MOX of als stafadjudant en chef der equipage op het Mariniers Opleidingscentrum in Rotterdam, de afgelopen 2 jaar. “Fantastisch om je kennis en ervaring kwijt te kunnen bij die jonge mariniers”, vat hij het samen. “Wat je wil is dat ook zij dezelfde mooie ervaringen kunnen opdoen als jijzelf en een mooi carrièreperspectief krijgen.”

Speelveld dreigender

De kennis en kunde die het Korps Mariniers kenmerken, zijn volgens beide adjudanten juist nu cruciaal. De Koning, cryptisch verwijzend naar Oekraïne: “Waar het om draait: het speelveld verandert in de wereld en dat heeft invloed op Defensie, dus op het Korps Mariniers.”

Volgens zijn opvolger ‘is dit speelveld dreigender geworden richting het westen’. “Voor ons is het dus belangrijk dat we goed voorbereid blijven op onze taak: de verdediging van de Noordflank van de NAVO’, benadrukt Veraart. “Dat onze eenheden daartoe berg- en wintergetraind blijven en we ons daar, onder de vaak extreme omstandigheden, goed kunnen verplaatsen en kunnen overleven en vechten. Dat we daarbij leren te leven ‘vanuit de rugzak’ maakt het Korps uniek.”

“Belangrijk dat eenheden berg- en wintergetraind blijven.” (Foto: SM Hille Hillinga)

Temperatuur badwater

Hoe zaken zich ook gaan ontwikkelen, voor De Koning is dat binnenkort ‘van na zijn tijd’ als Korpsadjudant. Hoe hij nu terugkijkt op de laatste 2 jaar? “Het is lastig om te kunnen benoemen dat ik ‘dit of dit heb bereikt’. Wel ben ik bij veel zaken betrokken geweest en heb ik vaak mijn mening kunnen geven namens de equipage, ook als voorzitter van de Adviesraad Onderofficieren Mariniers. Steeds heb ik ‘de temperatuur van het badwater gemeten’, waarbij ik dan dacht: wat heeft de onderofficier nodig? Als er uiteindelijk besluiten vallen op de manier zoals jij (ook) geadviseerd hebt, zijn dat toch succesjes voor de equipage.”

 

Tweede leven

Volgens vertrekkend Korpsadjudant van de mariniers Willem de Koning is het nu tijd voor andere zaken. “Ik ben lange tijd marinier geweest, het was een prachtige carrière, inclusief uitzendingen naar Cambodja, Bosnië en Afghanistan. Nu is het tijd voor mijn ‘tweede leven’. Een paar dagen per week ga ik werken in de fietsenzaak van een vriend van mij, die mij daar 20 jaar geleden al voor had benaderd. Verder ga ik erop uit met mijn kajuitzeiljacht. Ik val dus echt niet in een zwart gat; er is nog zoveel te doen.”

x
Foto onder: SGT Cristian Schrik