Tekst KAP Saminna van den Bulk
Foto Stefano Tull, KAP Saminna van den Bulk
Marine haalt banden aan
Na ruim een decennium afwezigheid meerde logistiek ondersteuningsschip Zr.Ms. Pelikaan 19 november af in Paramaribo. Dé kans om in het kader van de hernieuwde betrekkingen kennis te maken met de Surinaamse marine en om 2 FRISC’s van het bootpeloton van 32 Raiding Squadron van Aruba te beproeven op de Surinaamse wateren.
“We worden bevuurd vanuit zuidelijke zijde. De gunner voorop vuurt het voorterrein in, zodat de mannen veilig naar de pick up-boot van de Surinaamse Marine kunnen. Als de eerste gun leeg is draaien we de FRISC, waarna de schutter van de achterzijde zal vuren. Dat doen we tot de mannen aan boord zijn van de boot. Na de hot pick-up gaan we zo snel mogelijk weg uit die killing zone.”
Heldere taal van de marinier van de Bootgroep van 32 Raiding Squadron. De navigator van de snelle FRISC bevindt zich midden op de Suriname Rivier, naast een tweede FRISC. Op hun vaartuigen vaart een delegatie van Surinaamse marine-infanteristen mee. Het kleine vlootverband wordt aangevuld met 1 sloep van de Surinaamse Marine, alsook 1 bootje van de Surinaamse Kustwacht. Het is het beeld van een hernieuwde kennismaking tussen beide krijgsmachten.
Historische band
Het is namelijk de eerste keer sinds 2010 dat een marineschip (toen ook de Pelikaan) Paramaribo bezoekt. Hoewel Suriname en Nederland een bijzondere, historische band koesteren, raakte de relatie in het afgelopen decennium getroebleerd. Nu er in het land een nieuw bewind is aangetreden, worden de banden weer aangehaald.
Relatie en samenwerking hernieuwen
Voormalig defensieminister Ank Bijleveld bezocht in april van dit jaar de defensieminister van Suriname. Beiden hebben de wil om de relatie en samenwerking te hernieuwen. Er kwam een intentieverklaring waar meteen invulling aan werd gegeven. Zo deed Nederland muziekinstrumenten cadeau aan de Surinaamse Militaire Kapel. Ook voeren er in de afgelopen maanden enkele Surinaamse uitwisselingsofficieren mee aan boord van Zr.Ms. Pelikaan, waar ze kennis maakten met het opereren van de Koninklijke Marine en de Kustwacht Caribisch Gebied. In de toekomst wil Nederland Suriname ondersteunen bij het opleiden van het Surinaamse militaire kader en wordt gekeken naar de mogelijkheden de jungletraining voor de Nederlandse krijgsmacht in Suriname te hervatten.
Op het programma tijdens deze eerste gezamenlijke vaartocht: rivierverkenningen met marine-infanteristen van het Surinaams Nationaal Leger en de Surinaamse Kustwacht. Meer samenwerken is de hoofdmoot. “Voor nu betekent dat vooral formatievaren”, vertelt korporaal van de mariniers Van Gent vanaf zijn FRISC. “We nemen 2 dagen lang een kijkje in elkaars keuken. Socializen, elkaar leren kennen en ervaring in deze omgeving opdoen.”
Eenheid nog jong
Eenmaal neergelaten vanaf de Pelikaan en uitgevaren, prijken er in het begin nog woningen en restaurants aan de waterkant, maar na een half uur is er niets anders dan een wilde groene wand van ondoordringbare bosschages aan de rivierzijde.
De Suriname Rivier is de uitvalsbasis van het Korps Mariniers Suriname, vertelt pelotonscommandant eerste-luitenant Pique, terwijl hij als passagier op een FRISC over de rivier scheert. “We zijn hier regelmatig te vinden. Maar boten als de FRISC’s zul je bij ons niet vinden. Wij hebben enkel kleinere patrouilleboten. Onze eenheid is nog heel jong; we zijn opgericht in 2017 en bestaan uit 3 pelotons. We voeren patrouilles uit, maar het ondersteunen van de politiedienst is ook een van onze taken. Zo patrouilleerden we in de straten tijdens de lockdown vanwege corona.”
Pique en zijn 15 deelnemende collega’s kennen het gebied op hun duimpje. Ze wijzen plekken aan waar het mogelijk handig landen is. Zij hebben immers de kennis van de omgeving en de omstandigheden. Maar als ze samen met de Nederlandse mariniers een hot pick-up moeten ontplooien is het wel even zoeken. Hoe pakken ze dat goed aan?
Gebrek aan middelen
Pique: “Oefeningen als deze, in groot verband, doen wij bijna nooit; hooguit een paar keer per jaar. Dat komt vooral omdat wij kampen met een gebrek aan middelen. Geen schepen, veel defecten, logistieke tegenvallers en achterblijvende investeringen. Defensie is geen eerste prioriteit. Jullie beschikken over de uitrusting, zijn snel inzetbaar en werken efficiënt. Eigenlijk zie ik nu bij het varen met de Nederlandse mariniers hoe het bij ons ook zou moeten gaan.”
Dat maakt ook dat het bij het bevaren van de Surinaamse wateren vooral bij verkenning blijft, vertelt Van Gent. “Als Nederlandse militairen hebben wij onze eigen procedures en zijn wij gewend deze toe te passen, ook bij optreden in internationaal verband. Je merkt dat er een niveauverschil bestaat, zowel op het gebied van vaardigheden als in materieel opzicht. Daarom verkennen we nu vooral de omgeving en ontplooien we hier en daar wat acties. Echt de diepte ingaan met het aanleren van skills & drills, daarvoor zijn 2 dagen echt te kort.”
Troebel en tropisch
Naast kennisuitwisseling betekende de rivierverkenning ook een beproeving voor de FRISC. Hoe houdt het vaartuig zich in het Surinaamse sop? Toegegeven: “We zijn niet echt de rimboe in geweest”, zegt Van Gent. “We hebben voornamelijk geacteerd op de Commewijne en de Suriname Rivier, beide brede vaargebieden. Maar uiteraard was dit wel een test. In vergelijking met de wateren in Nederland is het water in deze rivieren meer vertroebeld door zand. Daarnaast moet je bij landingen goed rekening houden met de modder. Daarbij drijven er veel grassen en soms complete boomstammen in de rivier. De FRISC’s zijn jet-aangedreven en zuigen dus van alles op. Beide boten hebben zich toch goed gehouden.”
Opleiden en trainen
Het bezoek is kort en krachtig, maar smaakt voor beide partijen naar meer. Pique: “Meer samenwerking, vooral op het gebied van opleiden en trainen, is voor ons een stap in de toekomst. We doen frisse, nieuwe ideeën op en krijgen de kans onze krijgsmacht te moderniseren. Ik kijk ernaar uit.”
Nederlandse marinier korporaal Van Gent zou ook graag met de bootgroep terugkeren naar Suriname. “Ik hoop dat we in de toekomst echt de jungle in kunnen, om de FRISC in die omstandigheden te beproeven. Het varen in de ondiepe en smalle geulen in een onbekende omgeving kan van grote trainingswaarde zijn. Samen trainen met Surinaamse eenheden heeft ook potentie. Dan zouden we er wel meer tijd voor moeten vrijmaken. Een ding is duidelijk: aan de leergierigheid van de Surinamers ligt het zeker niet.”
Geven en nemen
Zr.Ms. Pelikaan lag van 19 tot en met 25 november in de haven van Paramaribo. Aan boord kregen militairen van de Surinaamse marine nautische en technische lessen en er was een receptie voor hoogwaardigheidsbekleders. Ter afsluiting van het havenbezoek liep een detachement van het schip mee in het defilé ter viering van de Onafhankelijkheidsdag van Suriname.
Het havenbezoek is het bewijs dat de intentieverklaring tussen Nederland en Suriname tot concrete resultaten leidt, aldus de Surinaamse defensieminister Krishna Mathoera. “Dit eerste bezoek is ons goed bevallen, het voelde vertrouwd. Geen woorden, maar daden! Als Surinaamse krijgsmacht willen wij een professionele legerorganisatie opbouwen. Wij kunnen ons optrekken aan de kennis en vaardigheden die de Nederlandse defensieorganisatie in huis heeft. Het is niet alleen nemen, maar ook geven. Kijk bijvoorbeeld naar de jungletraining. Wij kunnen daarin bijdragen met onze kennis en kunde. Voor de toekomst zie ik alle kansen om onze samenwerking te versterken.”