07

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 7

25 jaar Nasi en Waterzooi

Tekst LTZ 1 Jens van Herck
Foto 1KC Jorn Urbain

Zilveren BENL Cateringschool op drempel van nieuw tijdperk

De geïntegreerde Belgisch-Nederlandse operationele marinestaf in vredestijd, de Admiraliteit Benelux, ging op 1 januari 1996 van start. In datzelfde jaar, op 1 september, en met hetzelfde elan smelten beide marine-commissariaatscholen samen. In 2008 sluit de Technische School voor de Voeding (TSV) van de Belgische strijdkrachten aan. Hoe fraai de mijlpaal ook is, over een jaar zal de Cateringschool als zodanig op houden te bestaan en als expertisecentrum opgaan in de Belgische Navy Academy.

LTZ 2OC (LD) René Kanits, Hoofd Opleidingen/afdeling Nederland.

1. Welke opleidingen worden er gegeven?

Luitenant ter zee 2OC (LD) René Kanits (NL), sinds 2020 Hoofd Opleidingen/afdeling Nederland van de Cateringschool: “Voor beide landen geven we 2 initiële opleidingen, namelijk de Eerste Vakopleiding (EVO) voor matrozen-kok en Voortgezette Vakopleiding (VVO) voor onderofficieren-kok. Dit is meteen de hoofdmoot van alle opleidingen. Vervolgens geven we ook de bakkersloopbaanopleiding. Exclusief voor Nederlanders geven we een zestal verschillende opleidingen en voor Belgen zijn dat er 5.”

2. Hoe verlopen de gezamenlijke opleidingen

“De Belgisch-Nederlandse Cateringschool leidt de leerlingen op volgens de principes van het Beroepsgericht Opleiden en Taakgericht Trainen (BGO & TT)”, vervolgt Kanits. “Hierbij komen die taken aan bod die in de diverse functies binnen Defensie, bij Combat Service Support (CSS), op schepen, bij de Nederlandse defensiecateraar Paresto of in de Belgische kwartiermesses van belang zijn. Het altijd en overal kunnen leren en just in time, just enough, zijn hierbij bekende principes. De opgeleide koks kunnen alle uitdagingen aan: van scheepsbarbecue tot (gala)diner voor een ambassadeur.”

3. Wat zijn de synergiën, voordelen, nadelen?

Kanits: “Een aardappel koken in België is hetzelfde als in Nederland, maar wat je er vervolgens mee doet, dat maakt het verschil. We leren van elkaars cultuur. Jullie Belgen zijn Bourgondisch en wat ingetogener, wij Nederlanders meer zakelijk, functioneel gericht en assertiever. Maar we werken op hetzelfde niveau en opleidingen zijn geharmoniseerd. Daar hebben we van beide landen de sterke punten geïntegreerd en daarom kunnen we de leerlingen ook mengen.” 

ADJ Luc Defoor: “Het Bourgondische zie je vooral terug aan tafel”.
KAP-CDT Lieven Joos: “De binationale samenwerking is een troef”.

“Niet enkel de leerlingen zijn gemengd, maar ook de lesgevers worden door elkaar ingezet, behalve voor de Franstaligen, uiteraard”, vult landmacht-adjudant Luc Defoor (B) aan; hij geeft sinds 2007 les aan de TSV en bekleedt verschillende functies binnen de Cateringschool. “En, inderdaad, de bereidingstechnieken blijven dezelfde, maar het Bourgondische zie je vooral terug aan tafel.”

“Het binationale creëert een aangename, productieve sfeer en iedereen komt graag werken”, oordeelt kapitein-commandant Lieven Joos op zijn beurt; Joos is sinds 2020 commandant van de binationale Cateringschool. “Soms praten we langs elkaar heen, maar zoals in elke goede relatie is communicatie belangrijk. Er is wederzijds respect en wij vullen elkaar zeer goed aan, de binationale samenwerking is een troef! One team, one mission.”

“We werken op hetzelfde niveau, schouder aan schouder met elkaar”, vindt ook adjudant onderofficier LD Bianca Neinhaus, vanaf 2017 chef d’equipage van de Cateringschool. “Het programma is een op een hetzelfde. Belgen bereiden de Indische rijsttafel en Nederlanders de Gentse waterzooi of zelfs de garnaalkroket.”

AOOLD Bianca Neinhaus: “Wij leiden doeners op”.

4. Hoe gaan jullie om met de evolutie in voeding, les en leerlingen?

Kanits: “Mensen opleiden naar het niveau ‘stage-bekwaam’ en verder leren in de praktijk, is het uiteindelijke doel. De Nederlanders krijgen een civiel erkend getuigschrift, de Belgen helaas (nog) niet.”


Neinhaus: “Wij leiden doeners op: weinig in de klas, veel in de praktijk, met een vlugge doorstroming. De focus ligt vooral op grootkeuken. Wij leren bijvoorbeeld geen wijngebieden meer aan. Ik ga ervan uit dat als mensen verdere interesses hebben, deze leerlingen zelf dieper op zoek gaan om hun kennis bij te schaven. Dit hier is beroepsgericht opleiden.”

5. Hoe groot is het verschil tussen theorie en praktijk? De dagelijkse voeding aan boord of aan wal is niet altijd voorbeeldig.

Defoor: “De school geeft lessen Gezonde Voeding tijdens de opleiding Keuronderofficieren. Dit is voorlopig enkel aan Belgen en nog niet voor Nederlanders, maar hierin komt een kentering. Een mentaliteitswijziging binnen de eenheden duurt jaren. Bovendien zijn de budgetten per maaltijd vastgelegd.”


“We denken na over aangepaste voeding naar de aard van de activiteiten”, verheldert Neinhaus. “Zo past een calorierijke maaltijd wel na zware inspanningen, zoals een lange mars. Als je aanschuift kan een app op jouw smartphone je adviseren wat je het beste kunt eten voor of na een bepaalde activiteit.”

6. Hoe verlopen de lessen in coronatijd?

Joos: “Alle lessen verlopen volgens de geldende coronamaatregelen. Voor de praktijklessen bediening in de zaal is dit met mondkapje en enkel interne mensen komen proef-eten. Bij elke evolutie in de pandemie laten we ons adviseren door de Veterinaire Dienst, de bedrijfsarts en de Preventiedienst.”

7. Hoe ziet de toekomst eruit?

Kanits: “Nederland zoekt verdere samenwerkingsverbanden met andere Operationele Commando’s binnen hun defensiestructuur. Dit gebeurt nu ook al wanneer bepaalde opleidingen niet gevuld zijn.”

Joos: “Ik ben nauw betrokken bij de integratie in de nieuwe Navy Academy (NAC). Halfweg 2022 houdt de Cateringschool op met bestaan en zal ze opgaan in de NAC als expertise area’s Catering, Nutrition@Defence en Food & Beverage. Dit drieluik komt op termijn in Oostende terecht, op de Marinekazerne Bootsman Jonsen. De verhuizing staat gepland voor 2025. De 25e verjaardag van de Cateringschool markeert dus een tijdperk. Hierna schrijven we een nieuw hoofdstuk.”