04

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 7

‘Hulpverlening gaat onder je huid zitten’

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGT-1 Jan Dijkstra

Zr.Ms. Holland hielp Haïti in nood

Zo jaag je op speedboten vol cocaïne en zo zet je binnen 24 uur koers naar Haïti voor humanitaire hulpverlening. Het overkwam de bemanning van Zr.Ms. Holland, het OceanGoing Patrolvessel en stationsschip in het Caribisch gebied. Inmiddels is het schip weer terug in thuishaven Willemstad. Commandant kapitein-luitenant ter zee Harald van Rijn en de luitenants ter zee 2 (V) Johan en Chris delen hun ervaringen en indrukken bij en boven het door natuurgeweld geplaagde eiland. “Zr.Ms. Holland heeft een beperkte transportcapaciteit, maar we deden wat we konden.”

Het gevolg van de aardbeving.

Een aardbeving van 7,2 op de schaal van Richter trof Haïti op 14 augustus. Al snel kreeg commandant Van Rijn het signaal om voorbereid te zijn op de oversteek. 6 dagen later vertrok het schip bepakt en bezakt voor de reis van 1 dag naar Haïti. “Wat bleek? Ondanks dat we een week na de aardbeving aankwamen, waren we 1 van de eerste eenheden die hulp kwam verlenen.”

Commandant Zr.Ms. Holland, KLTZ Harald van Rijn.

Eigen veiligheid

Vlieger Chris had zich alvast goed geïnformeerd: “Vooral reisverslagen gelezen en informatie ingewonnen bij collega’s die na de passage van orkaan Irma in 2017 op Sint-Maarten hulp boden. Belangrijke tip die we meekregen: denk om je eigen veiligheid en de veiligheid van je helikopter, want mensen zijn in nood en kunnen wanhopig reageren.”

Het verschil met Sint-Maarten was volgens Chris wel dat zijn (vliegende) collega’s bijna direct na de passage van de orkaan bij Sint-Maarten terechtkwamen. “En het dus druk hadden met medische evacuaties en ellende. Wij arriveerden een week na de aardbeving.”

Het was zaak om snel een beeld te krijgen van waar de nood het hoogst was.

Angst zat er goed in

Na aankomst van zijn schip was het volgens overste Van Rijn zaak om snel een beeld te krijgen van waar de nood het hoogst was. “En natuurlijk: hoe het gesteld was met de veiligheid. Het zou zomaar kunnen dat er roadblocks waren ingericht door bendes. Daar waren we qua force protection ook op voorbereid, maar daar merkten we hier op het ‘platteland’ uiteindelijk niets van. Eigenlijk een en al gemoedelijkheid, wat we aantroffen.”

“Mensen kwamen echt uit alle hoeken en gaten tevoorschijn, vriendelijk zwaaiend, als wij er met de heli aankwamen”, vervolgt Chris. “Ze hadden wel door dat we echt hulp kwamen bieden. We hoorden later de verhalen van de lokale bewoners wat voor ellende de aardbeving en 4 of 5 zware naschokken teweeg hadden gebracht. Vaak sliepen ze op straat, omdat ze niet in huis durfden te blijven; de angst zat er goed in.”

De force protection vormt zich een beeld van de situatie aan land.

Chaos bleef uit

Wat de hulp betrof, ging het vooral om water. “In totaal zijn er 50.000 halve liter-flesjes water en 2 pallets aan noodrantsoenen aan land gebracht”, vertelt vlieger Johan. Als landing zone was er gekozen voor een voetbalveld in het zuidelijk gelegen stadje Aquin. “Voordat we de hulpgoederen af gingen zetten, hadden we de lokale politie wel op het hart gedrukt dat alles geordend moest verlopen. Dat ging prima, chaos bleef uit.”

“... de lokale politie op het hart gedrukt dat alles geordend moest verlopen.”

Net als Johan werkte ook Chris graag met de Single Use Lifting Bag (SULB), waarmee ze 1.000 liter water per keer op de grond konden zetten. “Voorheen hadden we alleen netten die we hergebruikten, maar die zijn lastiger los te maken”, legt Chris uit. “De SULB kun je vanuit de lucht neerzetten, ontkoppelen en er weer vandoor gaan.” Uiteraard belangrijk als de veiligheidssituatie op de grond onduidelijk of, in het ergste geval, slecht is.

“De SULB kun je vanuit de lucht neerzetten, ontkoppelen en er weer vandoor gaan.”
Ook per FRISC werd water afgegeven bij de bevolking.

Groot tekort aan alles

Een andere belangrijke taak voor de Holland was het vinden van een geschikte locatie voor het opzetten van een noodhospitaal. Van Rijn: “Op verzoek van het EU Civil Protection Mechanism hebben we samen met een Italiaanse civiele arts vanuit de lucht gezocht naar een geschikte plek voor 2 noodhospitalen die door de EU waren aangeboden. We kwamen ook weer uit in Aquin.”

De noodhospitalen zullen verrijzen naast het bestaande ziekenhuis. “Dit ‘ziekenhuis’ is echter niet meer dan een gebouw – inmiddels met grote scheuren in de muren – waar letterlijk niets anders in staat dan 2 bedden”, aldus Van Rijn. “En dat was dan al vóór de aardbeving het ziekenhuis binnen een regio met 200.000 inwoners. Er is hier echt een groot tekort aan alles...”

Dankbaar werk.

In goede banen leiden

In de laatste dagen van de missie, inmiddels zelf ‘leeggegeven’, distribueerde de Holland vooral hulpgoederen die in Port-au-Prince aankwamen. “Om dat in goede banen te leiden, stonden we in contact met 3 mensen van onze eigen Commandant Zeemacht Caribisch Gebied-organisatie, die – samen met 6 mariniers voor force protection – vanuit de Haïtiaanse hoofdstad werken.”

EU- en VN-hulporganisaties (zoals UNOCHA) coördineerden hier verder de distributie van water, voedsel, medicijnen en beschutting. Van Rijn: “Zo hebben we bijvoorbeeld ook family kits van het Internationale Rode Kruis gedistribueerd, bestaande uit shelterboxen met voedsel, kookgerei, tenten en zelfs speelgoed voor de kinderen.”

Schitterende natuur kent Haïti ook.

Veerkracht bewonderenswaardig

Wat Johan in positief opzicht opviel vanuit de lucht (‘behalve de schitterende natuur’), was dat er alweer handel gedreven werd. “De markt ging weer open, vissers weer naar zee; het gewone leven werd weer opgepakt. De veerkracht van deze mensen is echt bewonderenswaardig.”

Chris vindt het, terug op Curaçao, ‘gek dat het nu weer business as usual is’. “Rationeel snap je dat, terwijl je gevoel zegt: deze mensen hebben onze hulp nog nodig. Maar ja, wederopbouw is niet onze taak. En gelukkig is transport over de weg weer beter mogelijk op Haïti. Daarmee is de behoefte aan luchttransport nu minder groot. Maar je merkt het, hé: humanitaire hulpverlening gaat onder je huid zitten.”

Schip helemaal vol

Zr.Ms. Holland bracht 40 Franse brandweermannen van de ene kant van het eiland naar de ander. Ze werden in Port-au-Prince opgehaald en in Les Cayes per FRISC afgezet, waar zij een nieuwe waterzuiveringsinstallatie gingen bouwen. “Dat zij tijdens de nachtelijke overtocht van 12 uur allemaal op een matje in de hangaar hebben geslapen, gaf wel aan dat ons schip helemaal vol zat”, schetst Van Rijn. “We hadden voor deze missie 99 mensen aan boord. Het was een echte joint operatie met, los van de vaste bemanning, nog 12 mariniers van Aruba, een helidetachement van het Defensie Helikopter Commando, 2 marechaussees en 4 genisten van de Compagnie in de West van Curaçao.”