Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto Paul Tolenaar

Nierdonatie voor collega

Toen de laatste goedwerkende nier van Frank van Amerongen (58, links) het begaf, was er weinig twijfel bij collega Rob Piersma (60). “Als ik iemand mijn nier moet geven, dan is het aan Frank.”

‘Mijn droom om een militair te worden, daar ging een streep doorheen’

Frank: “Ik wilde toen ik jong was graag duiker worden bij de marine. Maar bij de laatste keuring vonden de artsen eiwit in mijn urine. Een van mijn nieren bleek niet aangelegd te zijn. De ander werkte onvoldoende. Mijn droom om een militair te worden? Daar ging een streep doorheen. Daarbij kreeg ik de boodschap dat ik geen lang leven zou hebben. Ik was toen 19 jaar...”

Niets bleek minder waar. Anno 2019 staat Frank nog volop in het leven. Hij ging op een streng dieet en kreeg op zijn 38e een nieuwe nier. Die werkte perfect, tot een half jaar geleden. De vermoeidheid sloeg toe. Zijn nierfunctie bleek nog amper 10% te zijn. Er waren 2 opties. Dialyseren, 4 maal per dag, anderhalf uur minimaal. Geen pretje. Andere optie was een nieuwe nier. Maar organen liggen nu eenmaal niet voor het oprapen…

"... wilde graag duiker worden bij de marine.” (Foto: Dave de Vaal)
Frank kreeg al eens eerder een nieuwe nier. Maar die is na 2 decennia aan vervanging toe.

Van mijter tot marine

Rob en Frank ontmoetten elkaar ruim een decennium geleden bij de organisatie van het Sinterklaasfeest in Den Helder. Dan was de een Sint en de ander Piet. Een tijd waarin ze elkaar goed leerden kennen. Lachen - gieren - brullen, aldus Frank. Er was een klik. Ook op het werk troffen ze elkaar. Beide begonnen ze bij het voormalige Marinebedrijf. Nu werkt Rob als praktijkcoördinator bij Opleidingen Koninklijke Marine en Frank als productiemanager bij de Directie Materiële Instandhouding van de KM. Collegialiteit staat voorop bij de 2 nuchtere mannen.

Beiden begonnen bij het voormalige Marinebedrijf. (Foto: SGTBDAV Sjoerd Hilckmann)
Rob las Franks oproep op Facebook en kwam meteen in actie.

Gokje wagen

Franks arts kwam met een idee. Geef het bekendheid, onder bekenden, op social media. En daar, op het wereldwijde web, las Rob het verhaal van zijn collega.

Frank: “Ach, ik ben niet echt van Facebook. Maar ik was net terug van het ziekenhuis en dacht: ik kan altijd een gokje wagen. Dus ik heb het er ’s avonds op gezet.” 

Rob: “Het berichtje was heel kort, een paar regels hooguit. Maar dat Frank dit schreef… Hij zou wel de laatste zijn die ooit zou zeggen dat het slecht met hem gaat. Ik schrok ervan en dacht meteen: waarom zou ik niet een nier van mij aan hem geven? Stel je voor dat we allebei nog 25 jaar gezond zouden kunnen leven met 1 nier? Daarom belde ik hem meteen op. Toen hij een dag later terugbelde, vroeg ik meteen: ‘Welke bloedgroep heb je?’.” 

Frank: “O-positief, haha!”

Rob: “’Ha, ik ook’, riep ik. Dus dat begon al positief. Toen zei ik dat ik wel een nier wilde doneren.”

Frank: “Ik was even stil. Wat overkomt me? Je hebt wel de hoop, maar denkt: dat is voor mij vast niet weggelegd.”

‘Ik schrok ervan en dacht: waarom zou ik niet een nier van mij aan hem geven?'

Match tussen maten

Samen gingen ze het avontuur aan. Het medische circuit in het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. Rob werd gezond verklaard. Hun bloed paste bij elkaar. De weefselstructuur klopte. Een 100% match. Hun leidinggevenden boden hen alle flexibiliteit voor ziekenhuisbezoeken en onderzoeken. 27 augustus melden ze zich samen in het ziekenhuis voor de ingreep, die als het goed is de 28e zal plaatsvinden. 

Frank: “Eerst halen ze Rob. De operatie duurt zo’n 2 à 3 uur. Dan wordt zijn nier helemaal bekeken en geprepareerd. Vervolgens ben ik aan de beurt, met ongeveer 5 uur op de operatietafel.”

Rob: “Aftellen. Dan hebben we het maar gehad ook. Ik zie er niet tegenop. Als het geweest is, is het goed. Jij?”

Frank: “Ik ben wel relaxed. Het moet toch gebeuren. Ik krijg iets heel moois, en dat koester ik.” 

‘Ik heb altijd al een oudere broer willen hebben’

Samen herstellen

Als alles goed gaat, heeft Frank straks weer een nier waarmee hij er jaren tegenaan kan. Voor Rob zijn er ook weinig beperkingen. Al wacht hem naar eigen zeggen wel een ‘zoutloos leven’. Werken zit er een tijdje niet in. Iets waar beide heren het nog vrij lastig mee gaan krijgen.

Rob: “En we moeten onze conditie weer helemaal opbouwen. Dus we gaan samen sporten. Al hoef ik geen sixpack meer.”

Frank: “Niet? Ik heb hem al, maar ik verberg ‘m. Maar we gaan zeker samen wandelen.”

Rob: “Ons contact is wel intenser geworden, we zijn hechter geworden met ons vieren. Samen met de vrouwen gaan we uit eten, bij elkaar op visite.”

Frank: “Ik heb altijd al een oudere broer willen hebben.”

Rob: “Zo noemen we elkaar nu wel, hè? We gaan het doen, broertje.”

Hoe is het gegaan?

Inmiddels zijn de operaties achter de rug. Beiden hebben deze goed doorstaan. De nier van Rob doet het vooralsnog goed in Franks lijf. “We gaan de goede kant weer op”, aldus een dankbare Frank. En Rob? “Ik loop alweer. Achter een rollator, dat wel”, vertelt hij. “Mijn ene nier groeit alweer in capaciteit.” Hen wacht nu beiden een flinke periode van herstel, allebei nu met 1 gezonde nier. “Dit kan geen tweede keer, maar anders ik zou het zo weer doen; ik hoop dat we allebei nu nog jaren door kunnen”, aldus Rob.