Tekst André Twigt
Foto Bart Nijs Fotografie
Maritieme bijstand in belang van Nederland
Luitenant ter zee 1 (TD) Eric van Gilst houdt van zijn werk als Officier Veiligheidsregio (OVR), als vertegenwoordiger van Defensie in haar ‘derde’ hoofdtaak. Hij waardeert de zelfstandigheid die het biedt. Ook houdt de officier van de verantwoordelijkheid die hij draagt bij de civiele calamiteitenbestrijding. Die wenst hij heel persoonlijk te nemen. “Ik zit hier wel namens heel Defensie.”
De van huis uit TD’er (Technische Dienst) sleet met veel plezier een groot deel van zijn carrière aan boord van (toen nog) Harer Majesteits schepen. De afgelopen 4 jaar werkte hij voor Nationale Operaties van Defensie, eerst in de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en sinds kort in de Veiligheidsregio Zeeland. In deze zuidelijke kustprovincie voelt hij zich zeer op zijn gemak. Vanuit Middelburg houdt de specialist zich vooral bezig met het adviseren over hoe Defensie de civiele hulpdiensten kan ondersteunen.
Assistentie varieert van dijkverzwaring en het doorzoeken van woningen tot het speuren naar vermiste duikers en het ruimen van explosieven
Grootschalige verstoring
Dat varieert van assistentie bij dijkverzwaring voor het Waterschap tot het doorzoeken van woningen voor de Politie. Binnen het maritieme domein loopt dat van het zoeken naar vermiste duikers tot het ruimen van landingsvaartuigen met explosieven uit WO-2. Ook bij grote crises en rampen, zoals een grootschalige verstoring van het gas- of watervoorziening, biedt Van Gilst namens Defensie hulp aan. Dit laatste scenario beoefende de Veiligheidsregio Zeeland onlangs in Middelburg.
In dienst van Defensie
Binnen de Nationale Operaties is Van Gilst als maritiem specialist in de minderheid. Slechts 3 kustregio’s (Zeeland, Rotterdam-Rijnmond en Groningen) hebben (vanwege de maritieme infrastructuur) een marineman als OVR. De andere 22 functionarissen komen van de andere krijgsmachtdelen. Deze OVR’en zijn afkomstig van de brigades van landmacht die aan de regio’s gekoppeld zijn. Een OVR vertegenwoordigt echter de CDS en geeft dus namens heel Defensie advies aan civiele hulp- en crisispartners over eventuele inzet van Defensiecapaciteit.
Civiel vraagt
Gebeurt er iets in een willekeurige regio, dan gaat een eventueel civiel verzoek om militaire bijstand of steun allereerst naar de Directie Operaties (DOPS) in Den Haag. Om de steunverlening te bespoedigen, wordt in ieder geval de brigade van de betreffende regio zo snel mogelijk ingelicht. Ook andere krijgsmachtdelen die capaciteit kunnen bieden worden benaderd. De DOPS wijst uiteindelijk een krijgsmachtdeel aan die de capaciteit gaat leveren.
Geen kwade opzet
In deze werkwijze schuilt volgens Van Gilst wel een risico. “Doordat een brigade al in het eerste stadium een eenheid beschikbaar stelt, komt het voor dat er vanuit ‘Den Haag’ geen inzet van alternatieve eenheden dan van de KL wordt overwogen. Voorbeeld zijn de Advanced Search Teams. Die verlenen bij het doorzoeken van drugspanden, verdachte woonhuizen en dito kantoorpanden vaak bijstand aan de politie. Doordat brigades hun searchteams na een steunverzoek alvast klaarzetten, worden searchteams van andere krijgsmachtdelen niet meer benaderd.” Overigens zit er volgens Van Gilst in het systeem van toewijzing vooral goede wil en zeker geen kwade opzet.
Ongelijke werkbelasting
Hoewel bedoeld om snel capaciteit te leveren, hindert de gang van zaken volgens Van Gilst geregeld de evenredige toewijzing van opdrachten. Dit komt de krijgsmachtbrede geoefendheid en gereedheid niet ten goede. Ook veroorzaakt het volgens hem ongelijkheid in werkbelasting. “1 deel van Defensie wordt niet benaderd en een ander werkt zich een slag in de rondte; dit moet beter. Gezien de havens en andere maritieme infrastructuur, kan specialistisch maritieme inzet trouwens ook zeer wenselijk of zelfs noodzakelijk zijn.”
‘1 deel van Defensie wordt niet benaderd en een ander werkt zich een slag in de rondte; dit moet beter’
Juiste verdeling
De maritieme belangen van Nederland liggen uiteraard rond de routes over de Noordzee en bij de belangrijke zeehavens. “Voor de Noordzee zijn de operaties belegd bij de Kustwacht en rond de zeehavens bij Nationale Operaties”, besluit van Gilst. “Aan mij is het om in mijn regio namens Defensie de juiste capaciteiten op het juiste moment aan te kunnen bieden.” Gezien zijn regio met veel water en de haven van Vlissingen komt zijn maritieme afkomst dan natuurlijk goed uit.