Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Mediacentrum Defensie
Commandant Zeestrijdkrachten blikt terug en vooruit
Aan het einde van een bijzonder druk operationeel jaar blikt de Commandant Zeestrijdkrachten terug én vooruit. Het marinepersoneel, dat ondanks onvoorziene operationele inzet en materiële gebreken tóch steeds leverde, krijgt van luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk een grote pluim. Wat de algehele staat en de toekomstbestendigheid van de marine betreft, uit de generaal echter grote zorgen. “We moeten voorkomen dat de samenleving verwachtingen heeft van een ogenschijnlijk moderne marine die we niet kunnen waarmaken en dat onze capaciteiten geen gelijke tred houden met die van potentiële tegenstanders. We blijven zaken uitstellen, ondanks alles wat er om ons heen gebeurt.”
Het jaar 2016 begon al niet bepaald relaxed, kunnen we zeggen. “We gingen het jaar in met de aanslagen in Parijs en de dreiging van terreur, ook hier”, aldus Verkerk. “De laffe aanslag op onschuldig bezoekers aan een kerstmarkt in Berlijn markeert het einde van een jaar waarin het gevoel van veiligheid, zowel in- als extern, er niet groter op is geworden. Dit vroeg veel van speciale eenheden, zoals die van het Korps Mariniers. Die zijn ingezet om aan de terreurdreiging het hoofd te bieden, ook al haalt die inzet niet altijd het nieuws. Laat ik het zo zeggen: er gebeurt veel. Trouwens ook op het gebied van ondersteuning van Politie en Brandweer door marineduikers.”
Onvoorzien was kenmerkend
“Ook buiten de landsgrenzen droeg het Korps bij aan veiligheid en stabiliteit in de wereld”, vervolgt de vlootvoogd. “Heel belangrijk waren de trainingen in Irak van Koerdische Peshmerga-strijders en Iraakse ‘Special Operations Forces’. Daarnaast vormden zij ‘Vessel Protection Detachments’ die koopvaardijschepen beschermden tegen aanvallen van piraten. Ook werden mariniers ingezet binnen ‘Border Security Teams’, op zee tussen Turkije en Griekenland, om mensenhandel en illegale migratiestromen tegen te gaan.”
Dat laatste was uiteraard een niet-voorziene inzet. Laat dat nu kenmerkend zijn geweest voor de inzet van de vloot in 2016. “Zr. Ms. Van Amstel ging niet naar de anti-piraterijmissie bij Somalië, maar nam deel aan FRONTEX, op de Middellandse Zee. Het was dankbaar werk om daar mensen uit zee te kunnen redden. Toch werd die inzet in Nederland niet altijd goed begrepen. Alsof wij de migranten een lift gaven naar Europa... Vergeet niet dat wij volgens het VN-Zeerechtverdrag mensen móéten redden op zee, wanneer dat nodig is. Dat is onze plicht, en terecht. Onvoorziene inzet beschouw ik overigens als ‘the new normal’, die aansluit bij de ontwikkelingen in de wereld om ons heen. Dat we naast planbare missies steeds vaker geconfronteerd zullen worden met ongeplande missies en daar dus ook op voorbereid moeten zijn.”
‘De ontwikkelingen gaan door en we moeten voorkomen dat we straks geen gelijke tred meer houden met potentiële tegenstanders’
Grote inspanning
“Andere ongeplande missies vormden de inzet van Zr. Ms. Rotterdam als platform voor het opleiden van de Libische maritieme eenheden en de bijdrage van Zr. Ms. De Ruyter aan het monitoren van migratiestromen in de Egeïsche Zee. Door het ‘re-tasken’ van dat schip ging de Groningen onverwachts naar de West. Het heeft daar grote drugsvangsten gedaan, net als de Holland in de tweede helft van het jaar. Dit schip schoot samen met de Pelikaan, een compagnie mariniers en collega’s van de landmacht te hulp bij Haïti nadat orkaan Matthew daar was gepasseerd.”
Wat de generaal vooral opvallend vindt, is dat er op enig moment 4 grotere marineschepen tegelijkertijd op missie waren. De Tromp completeerde het kwartet namelijk, op anti-piraterijmissie bij Somalië. Volgens Verkerk ook reden om de Directie Materiële Instandhouding (DMI) in het zonnetje te zetten. “Het vroeg een grote inspanning van de DMI om zoveel van onze schepen tegelijk naar zee te kunnen krijgen.”
Kopzorgen
Dat laatste viel Zr. Ms. Karel Doorman sinds begin dit jaar niet meer ten deel. Door een productiefout in de hoofd-elektromotoren lag het grootste en nieuwste schip van de KM vooral tegen de kant. “Een enorme tegenvaller”, aldus C-ZSK. “Vooral omdat er juist grote behoefte bestaat aan ons enige multifunctionele bevoorradingsschip. Al was het maar om de juiste brandstof aan onze boordhelikopters te kunnen leveren.” Dat vervangende elektromotoren niet op de plank lagen bij de Franse producent, was natuurlijk bijzonder vervelend. Meer kopzorgen had de generaal over reserveonderdelen voor schepen in het algemeen. Die zijn in onvoldoende mate en daardoor niet snel voorhanden. “Het tekort aan onderdelen komt door jarenlange intensieve inzet, in combinatie met een verouderende vloot en gekrompen budgetten”, verklaart de commandant de situatie. “Daarmee is onvoldoende rekening gehouden.”
Aan vervanging toe
“Ik merk bij werkbezoeken dat het gebrek aan reserveonderdelen in combinatie met verouderd en versleten materieel mijn personeel het meeste bezighoudt. Het gaat in onze gesprekken vrijwel nooit over arbeidsvoorwaarden of zo. Meestal vragen de mensen mij: ‘Generaal, wanneer krijg ik nou eens de juiste spullen, zodat ik mijn werk professioneel kan doen?’.”
De mate waarin er in 2016 al wél geld bijkwam, noemt Verkerk ‘mondjesmaat’. “Daarnaast komt het pas vanaf 2020 volledig beschikbaar. We kunnen sommige zaken wel aanpakken, en dat doen we ook, maar het duurt nog geruime tijd voordat we echt op orde zijn.” Wat dat laatste betreft, staan de zeestrijdkrachten nog een paar grote uitdagingen te wachten. Zowel de onderzeeboten als de mijnenjagers en M-fregatten zijn inmiddels, of anders wel binnen korte tijd, aan vervanging toe.
‘Tijdens de Koude Oorlog konden we leven met een numerieke minderheid, vanwege een technologische voorsprong; maar die laatste is er niet meer op alle fronten’
Spanningen
Er is haast geboden bij dat laatste, aldus de generaal. “De tijd verstrijkt. Over het vervangen van de M-fregatten, mijnenjagers en onderzeeboten is nog steeds geen politiek besluit genomen. Zeker voor hoofdwapensystemen geldt dat je bij moeten blijven. Stel je zou komend jaar wél een besluit nemen over de grote vervangingsprojecten voor de marine, dan duurt het ook nog steeds tot medio jaren ’20 voordat de vervangende capaciteit er is. De ontwikkelingen gaan echter snel en potentiële tegenstanders zitten ook niet stil. We zijn zaken aan het uitstellen, ondanks alles wat er om ons heen gebeurt. Spanningen zijn er niet alleen aan de randen van Europa, maar ook op zee. Bijvoorbeeld in de Oostzee, de Middellandse Zee, de Indische Oceaan en in de Zuid-Chinese Zee. Daar krijgen wij als handelsland (zevende importland en vijfde exportland ter wereld) vroeg of laat last van. Nog afgezien van het feit dat eventuele versterkingen, in het geval van een grootschalig conflict in Europa, ook over zee moeten worden aangevoerd.”
‘Het feit dat we het nog steeds fixen, wil niet zeggen dat de problemen minder groot zijn’
Samen sterker
“Met dit alles leven we in de wetenschap dat de VS van Europa wil dat we meer opkomen voor onze eigen veiligheid, en daar ook meer aan doen. En dat snap ik ook. De VS dragen meer dan 70% van de kosten van de NAVO en in Wales hebben we ons in 2014 verplicht naar een defensiebudget te groeien dat minimaal 2 procent bedraagt van het Bruto Binnenlands Product. De trend van anti-Europese sentimenten binnen de EU baart mij in dat opzicht grote zorgen. Laten we ondanks de Brexit en het opkomend nationalisme in diverse landen alsjeblieft voorkomen dat de EU uit elkaar valt. Een stabiele en coherente unie is juist nú zo belangrijk, gelet op de toenemende spanningen in de wereld om ons heen. Samen staan we immers sterker dan ieder land voor zich, om onze belangen wereldwijd te kunnen behartigen. Zeker voor een land als Nederland – dat voor haar welvaart sterk afhankelijk is van de internationale handel en voor haar defensie van een collectief verdedigingssysteem – is Europese samenwerking van levensbelang.”
‘We hebben de weg naar boven onmiskenbaar ingeslagen, ook al gaat het langzaam. Ik heb er alle vertrouwen in dat we die trend kunnen vasthouden.’
Beste oplossing
“Tijdens de Koude Oorlog konden we leven met een numerieke minderheid, vanwege een technologische voorsprong; maar die laatste is er niet meer op alle fronten.” Dat we dan nu talmen met investeringen in Defensie vindt de generaal riskant. Verkerk pleit er voor de technologische voorsprong te heroveren, vooral door innovatie. “Je hoeft niet alles zelf uit te vinden, maar zorg er wel voor dat je een ‘fast follower’ bent van nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast moeten we meer gebruikmaken van de denkkracht van mensen op de werkvloer. Zij weten vaak de beste oplossing voor de problemen die zij in de praktijk ervaren. Positief punt van dit aflopende jaar is dat we voor kleinschalige innovaties beperkt budget beschikbaar hebben gesteld, bureaucratische hindernissen zo veel als mogelijk hebben weggenomen en ‘innovatiecoaches’ hebben aangesteld. Mooie voorbeelden van kleinschalige innovaties zijn het gebruik van drones, onderwijssimulatie, 3D-printing en het denken over ‘remote diagnostics’. Dit laatste stelt je in staat om de status van onderdelen op afstand in de gaten te houden. Dat helpt bij ‘Integrated Logistic Support’: beter weten wanneer je wat nodig hebt. Ook SAP heeft eraan bijgedragen dat Supply Chain Management dit jaar een hoge vlucht heeft genomen. Een goede ontwikkeling.”
Belang neemt toe
Vooruitkijkend naar 2017 staat – samenvattend – vooral een kwalitatief en kwantitatief goed gevulde organisatie op het wensenlijstje van de generaal. “We streven naar een adaptieve marine die antwoord geeft op huidige en toekomstige dreigingen. Dat zit ‘m in personele én materiële gereedheid en in geoefendheid, vooral in het hoogste geweldsspectrum. Daarvoor moet nog veel gebeuren. Ik heb hier zorgen over. Het feit dat we het nog steeds fixen wil niet zeggen dat de problemen minder groot zijn. En dit alles in een wereld die er niet stabieler op wordt, waardoor het belang van maritieme inzet alleen maar toeneemt.” Toch is de generaal op de overgang naar het nieuwe jaar positief: “We hebben de weg naar boven onmiskenbaar ingeslagen, ook al gaat het langzaam. Ik heb er alle vertrouwen in dat we die trend kunnen vasthouden.”