Tekst KAP Arjen de Boer
Foto SM Eva Klijn
Bootgroep en infanterie oefenen met scherp tijdens Brown Alligator
‘Mariniers zonder landingsvaartuigen zijn geen mariniers’, maar de landingsvaartuigen zijn meer dan een vervoermiddel; het zijn ook wapens. En zo werden ze onlangs ingezet tijdens Brown Alligator in Zweden, waarbij alles en iedereen op scherp stond.
De beenspieren staan op spanning, klaar om in actie te komen zodra de klep van het LCVP-landingsvaartuig de grond raakt. Dan sprinten eerst het Charlie- en Delta-team richting de bosschages van het Zweedse eiland Utö. Daarna haasten de MAG-teams zich aan wal en kiezen ze een vuurpositie op de flanken.
Rugdekking
De mariniers van 12 Raiding Squadron weten zich tijdens de oefening Brown Alligator (17 oktober-2 november) gedekt door de MAG-schutters aan boord van de LCVP. Maar dat is niet alles, 2 FRISC’s met in totaal 4 mitrailleurs zorgen voor meer vuurkracht vanaf het water.
“Zo zijn we een extra vuurbasis voor de mannen aan land”, vertelt eerste stuurman van de LCVP sergeant van de mariniers Remco. “Dat is best een ingewikkelde operatie. Ik moet nauwkeurig navigeren in deze ondiepe wateren en tegelijkertijd de vaartuigen links en rechts in de gaten houden. Ondertussen let ik ook op wat de mariniers aan land doen om mijn boordschutters goed te kunnen aansturen.”
Uitdagend terrein
“Dit is wat we ‘fighting with boats’ noemen”, vertelt luitenant-kolonel der mariniers Jan-Willem Scheltema in de commandopost op de Zweedse basis. “Ik kan geen andere plek in Europa bedenken waar we dit op deze manier kunnen oefenen”, aldus de commandant van de Surface Assault & Training Group (SATG) van het Korps Mariniers. Het trainingsgebied ten zuidoosten van Stockholm kent namelijk veel eilandjes met nauwe doorgangen, verraderlijke ondieptes en dichte bebossing. Bovendien kunnen de mariniers die aan land stappen met scherp schieten, net als de boordschutters op de vaartuigen.
Heldere afspraken zijn essentieel om vuurkracht te concentreren en slachtoffers door eigen vuur te voorkomen
Voorwaarts
Vlak voor een landing heerst er spanning in een LCVP, weet marinier 1 Floris. Tijdens de 'rit' checken de mariniers hun wapens en uitrusting. De adrenaline stroomt sneller naarmate de kust dichterbij komt. Als de klep volledig naar beneden is, is het ‘gaan’. “Het eerste wat we doen, is rondom beveiliging uitzetten”, zegt Floris. Pas na het sein ‘veilig’ kunnen de mannen dieper het land in. “We kunnen niet echt terug, daar is namelijk alleen het water. Dus we móéten voorwaarts.”
Vuurbasis
Terwijl de mariniers een kuststrook schoonvegen, kunnen de bootjes meevaren en vanaf het water extra vuurkracht leveren. “In Somalië was dat makkelijk”, blikt stuurman Remco terug op enkele van zijn missies. “Dan had je het doelschip en verder een grote plas water om op te varen.” Maar hier in Zweden belemmeren bomen en heuvels het zicht. Zorgvuldige communicatie en heldere afspraken met de infanterie aan land zijn essentieel om vuurkracht te concentreren, en slachtoffers door eigen vuur te voorkomen.
Het operatieconcept is relevant voor een aanval, een evacuatie of het bieden van noodhulp
Meerdere rollen
“Omdat de kans op ‘blue on blue’ groot is, is het belangrijk dat de pelotonscommandant een solide plan heeft en de bootjes zodanig worden ingezet dat zij goed kunnen ondersteunen”, aldus overste Scheltema.
Maar de bootjes zijn tegelijkertijd ambulance voor eventuele gewonden en taxi als de infanterie snel naar een andere locatie moet. Die verschillende rollen maken ‘fighting with boats’ complexer. De mariniers moeten hun kop erbij houden en snel kunnen schakelen, aldus stuurman Remco: “Gelukkig kunnen we dat hier trainen.”
Verrassing & flexibiliteit
Deze manier van amfibisch opereren biedt een grote manoeuvrevrijheid. De mariniers bepalen waar en wanneer zij aan land gaan, en de vijand moet maar raden waar de volgende actie plaatsvindt. “Dat biedt verrassing en flexibiliteit”, zegt Scheltema. “Het operatieconcept is nog steeds relevant. Niet alleen voor een aanval, maar ook de evacuatie van mensen. Of zoals laatst na de orkaan op Haïti; het bieden van noodhulp op plekken waar anderen niet kunnen komen.”