Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee
Op de basisschool wist hij het al: marinier, dát wil ik worden. Een Plan B was er simpelweg niet. Inmiddels leeft Frank Bijkerk zijn droom, al zijn halve leven. Ondertussen ontdekte hij zijn tweede passie: anderen lesgeven en coachen. Dat doet hij tegenwoordig op het Vitalis College in Breda. Daar is hij 1 van de 5 militair-instructeurs van de opleiding Veiligheid & Vakmanschap (VeVa). Jaarlijks brengt hij zo’n 200 leerlingen de fijne kneepjes van het (algemene) militaire vak bij. “Die jongens zijn waarschijnlijk mijn toekomstige collega’s.”
“Die zelfverzekerde uitstraling van ‘samen kunnen we alles aan’ oefende een ongelooflijke aantrekkingskracht op mij uit.” Terwijl Bijkerk dat zegt, gaan zijn gedachten terug naar de kade in Rotterdam. Vol bewondering volgde hij als kleine jongen het militair spektakel dat de mariniers hem, en duizenden andere bezoekers, voorschotelden. Het jaarlijkse gezinsuitje naar de Wereldhavendagen was voor hem veel meer dan een gewoon dagje uit. Dit waren zijn helden, zijn voorbeelden. Later als hij groot is, wil hij één van hen worden.
SGTMARNALG | Frank Bijkerk | (35) | militair-instructeur Veiligheid & Vakmanschap
Niet direct oordelen
Bijkerk maakte 18 jaar geleden zijn droom waar. Naast operationeel marinier is hij tegenwoordig ook ‘voorbeeldmarinier’, in zijn rol als militair instructeur op het ROC. “Ik plaats mezelf niet op een voetstuk hoor; ook ik heb mijn onzekerheden.” En die steekt de sergeant niet onder stoelen of banken tijdens zijn lessen. “De eerste orderuitgifte vond ik bijvoorbeeld ook spannend”. Door dergelijke ervaringen te delen en niet direct over elkaar te oordelen, creëer je een veilige leeromgeving. Mijn leerlingen durven hierdoor dingen te proberen en gaan positief om met feedback. Angst voelen bij een oefening op de klimtoren is bijvoorbeeld niet erg. De vraag is of je de kans pakt die angst te overwinnen. En zo heeft iedereen wel iets dat verbeterd kan worden. Door dit bespreekbaar te maken leer je elkaar écht kennen; daardoor krijg je een sterk team.”
‘Mijn leerlingen durven dingen te proberen en zichzelf bloot te geven'
Zijlijn geen optie
Al dat praten over én onderkennen van ieders sterke en zwakkere kanten betekent niet dat de militair-instructeur watjes aflevert na 2 of 3 jaar opleiding. “Het is ook doorbijten en gáán. We leiden hier wel op voor een elite-eenheid,” vervolgt hij streng. “Iedere marinier bereikt een keer een punt waarop hij denkt dat hij aan de max van zijn kunnen zit. Meestal kan hij dan nog wel een stapje verder en doet dat dan ook. Je sleept elkaar er doorheen.”
Zo’n 50 van de 200 VeVa-leerlingen leren specifiek voor het mariniersvak. “Alles wat ik van mijn leerlingen vraag, doe ik zelf ook. Ze zien mij ook zweten, vies en nat worden. Als ik hen vraag tot het uiterste te gaan, kan ik zelf niet achterblijven. Vanaf de zijlijn instructies geven, is in mijn optiek geen optie. Dergelijke praktijklessen zorgen voor een band tussen de leerlingen, maar zeker ook tussen hen en mij.”
Grote levensvragen
Die goede band die Bijkerk met zijn leerlingen heeft, blijkt ook uit de persoonlijke gesprekken die hij met sommigen voert. “Mijzelf een vaderfiguur noemen, vind ik een beetje ver gaan, maar ik merk dat ze hun ei bij me kwijt kunnen. Ook over privézaken.” Ouders die in scheiding liggen, familieleden die ernstig ziek zijn of overlijden en een reanimatie uitvoeren tijdens een bijbaantje in een supermarkt zijn zomaar een paar heftige onderwerpen die de revue al passeerden.
Ook ‘grote levensvragen’ waar de pubers mee worstelen, komen ter sprake. “Ik bied allereerst een luisterend oor en laat iemand van zich afpraten, dat helpt al een hoop. Maar vaak denk ik ook met ze mee. Niet zozeer in oplossingen, die laat ik ze zelf bedenken, maar in het op een rij zetten van mogelijkheden, hindernissen en eventuele hulpmiddelen er naartoe.”
‘Coachen en begeleiden van collega’s zal altijd een rode draad in mijn carrière blijven’
Maatschappelijk bewustzijn
Die coachende rol is voor Bijkerk onlosmakelijk verbonden met zijn instructeurschap. Niemand kan goed functioneren als je geestelijk en lichamelijk niet lekker in je vel zit, stelt de sergeant. “Wanneer iemand echt graag marinier wil worden, doe ik er alles aan om hem daarbij te helpen. In mijn eigen tijd tot half 7 op school zitten, om een leerling te helpen, doe ik dan ook met alle liefde en plezier.”
Om zijn pupillen meer maatschappelijk bewustzijn bij te brengen, zette hij in zijn vrije tijd een project op met Nederlandse hulporganisaties. De meeste van zijn leerlingen verrichten inmiddels vrijwilligerswerk bij organisaties als het Rode Kruis, Slachtofferhulp en Vluchtelingenwerk Nederland. “Ik verplicht de jongens en meiden niets, push ze niet, maar stimuleer hen slechts. En dat werkt.”
Operationeel bezig blijven
Bijkerk voelt zich op het ROC als een vis in het water. “Dit werk is fantastisch, maar ik zou het niet goed genoeg kunnen uitvoeren als ik niet ook operationeel bezig blijf. Mijn volgende functie wordt dus weer iets in de operationele sfeer bij het Korps. Maar het coachen en begeleiden van huidige en toekomstige collega’s zal altijd een rode draad in mijn carrière blijven.”