01

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 11

‘Dreigingen zetten door’

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto boven: Cees Baardman - ander beeld: Mediacentrum Defensie

Commandant Zeestrijdkrachten kijkt terug en vooruit

Het jubileumjaar voor het Korps Mariniers loopt ten einde, het feestgedruis verstomt en er dient zich ook voor de hoogste militair van de Koninklijke Marine een heel nieuw jaar aan. Op de drempel van 2016 kijkt Commandant Zeestrijdkrachten luitenant-generaal der mariniers Rob Verkerk terug en vooruit. “We moeten problemen echt bij de bron aanpakken.”

De opstelling van Rusland vraagt om maritieme reassurance-maatregelen in de Zwarte Zee, Middellandse Zee en Oostzee

De recente viering van 350 jaar Korps Mariniers noemt Verkerk ‘fantastisch’; de generaal zag ‘alleen maar blije gezichten’. “Het ceremonieel op de Rotterdamse Coolsingel – in het bijzijn van Zijne Majesteit de Koning – was zeer mooi. De toespraak van onze minister van Defensie sprak mij daarbij bijzonder aan. Zij schetste het Korps Mariniers als rolmodel voor de hedendaagse Nederlandse krijgsmacht. Expeditionair avant la lettre.” Gekscherend: “Daar kunnen we weer 350 jaar mee vooruit!”

De grote schare (oud-)mariniers maakte indruk op de buitenwacht, bemerkte hij. “Er liep echt een heel trotse club voorbij. Het zijn natuurlijk ook mensen die bereid zijn over grenzen heen te gaan voor het maatschappelijk belang. Mensen gelóven echt in hun korps. Je merkte bij het publiek en ook in de media een gevoel van ‘we staan er niet alleen voor’.”

“Het ceremonieel op de Rotterdamse Coolsingel – in het bijzijn van Zijne Majesteit de Koning – was zeer mooi.”

Perspectief bieden

Deze maatschappelijke teneur heeft dit jaar gezorgd voor een verbeterd defensiebudget. De generaal wil dat aanwenden om onder meer wat te doen aan personeelstekorten. Door het bevorderen van de instroom, bijvoorbeeld. Maar ook door ongewenste uitstroom tegen te gaan. “Personeels-continuïteit is mijn grootste zorg en het belangrijkste speerpunt gedurende mijn 'regeerperiode'. Natuurlijk blijft het lastig om financieel te concurreren met het bedrijfsleven. Wij zijn daarentegen aantrekkelijk door ons werk en een ongekende onderlinge verbondenheid. Die mate van kameraadschap en saamhorigheid vind je nergens anders.”

Om te zorgen dat mensen het ook naar de zin blijven hebben, wil Verkerk dat de KM meer lange-termijn perspectief biedt aan haar werknemers. “Zeg maar: beter weten waar je aan toe bent voor de volgende 2 plaatsingen en meer voorspelbaarheid en regelmaat in thuis of van huis zijn. Kort samengevat: mensen moeten het bij ons leuk blijven vinden.”

“Met Duitsland gaan we afspraken maken over medegebruik van ons Joint Support Ship Karel Doorman.”

Minder misgrijpen

Dat er inmiddels een arbeidsvoorwaardenakkoord is afgesloten, ziet de generaal als positief. “Onder de streep is er geld bij. En we zijn weer in onderhandeling, dus er gaat nog meer gebeuren.” Ook gunstig vindt Verkerk dat er ruimte kwam voor het lenigen van materiële noden. “Ik verwacht dat mensen de komende tijd in toenemende mate met de juiste spullen hun werk kunnen doen en minder vaak misgrijpen. Dat hoort ook zo in een professioneel krijgsbedrijf.”

Verkerk hoopt op nog meer budget voor Defensie omdat de internationale situatie daartoe noodzaakt. Dat betekent niet het terugdraaien van bezuinigingen, maar wel groei op die terreinen waarin we het onderscheid kunnen maken. De vervangingsprojecten voor M-fregatten, onderzeeboten en mijnenbestrijdingscapaciteit beschouwt hij als passend bij de huidige ambitie voor de krijgsmacht. “Dat heeft niets te maken met intensiveringen; de behoefte aan deze capaciteiten bestond al. Komend jaar verwacht ik politieke besluitvorming over de behoeftestelling. Gezien de wereld om ons heen en de oplopende instandhoudingskosten is dat hoognodig ook."

De vervangingsprojecten voor M-fregatten, onderzeeboten en mijnenbestrijdingscapaciteit beschouwt Verkerk als passend bij de huidige ambitie voor de krijgsmacht.

Bij de bron

Met dat laatste doelt de vlootvoogd nadrukkelijk op de zorgen en uitdagingen die 2015 met zich meebracht. “De dreigingen zetten door, zoals de houding van Rusland, de implosie van het Midden-Oosten, de Chinese territoriale claims op zee en de onrust in grote delen van Afrika. De enorm gestegen migratie en de opleving van terreur – zoals in Parijs – zijn daarvan het gevolg. Het is geen zaak van ‘hek eromheen en uit laten woeden’. We moeten de problemen bij de bron aanpakken en bij voorkeur proberen te voorkomen.”

Die gedachte leefde al langer rond piraterij, vooral ten oosten van Somalië. Armoede en uitzichtloosheid dreef daar vooral jonge mensen richting misdaad. Nu het piraterijprobleem bij de Hoorn van Afrika enigszins in de greep lijkt, gaat de aandacht van Verkerk dan ook uit naar andere operaties. “We zullen hier komend jaar nog meedoen, maar wel een ‘tandje lager’. Er zijn immers andere probleemgebieden bijgekomen. De operationele vraag naar maritieme eenheden is groot.”

‘Hebben mensen perspectief in eigen land of regio, dan komen ze niet deze kant op’

Zaken gaan veranderen

Volgens de Commandant Zeestrijdkrachten vraagt de opstelling van Rusland om maritieme reassurance-maatregelen in de Zwarte Zee, Middellandse Zee en Oostzee. Dit om NAVO-bondgenoten aan de grenzen van Europa te doordringen van de steun van partnerlanden en instabiliteit in het algemeen tegen te gaan. “Tegelijkertijd verwacht ik dat inzet in het Middellandse Zeegebied ook nodig zal blijken vanwege het vluchtelingenprobleem”, vult de generaal aan. “Waar het dan met name om gaat is het tegengaan van mensensmokkel, in EU-verband, en het beveiligen van de matitieme buitengrenzen van Europa.”

Ook hier pleit de generaal voor een aanpak bij de bron. “Hebben mensen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika perspectief in eigen land of regio, dan komen ze niet deze kant op.” In die geest stapte Nederland bijna 3 jaar geleden in VN-missie MINUSMA te Mali om bij te dragen aan de stabiliteit en wederopbouw van het land mogelijk te maken. Ook het Korps Mariniers leverde hier eerder dit jaar eenheden voor, in de vorm van een Maritime Special Operations Task Group."

Integratie Duits bataljon

De deelname van een ruim aantal varende eenheden en MARSOF-militairen aan de NAVO-oefening Trident Juncture (in totaal 35.000 militairen vanuit veel NAVO-landen) in oktober, toonde een deels nieuwe koers. “Het is belangrijk om samengesteld op te werken voor het hoge geweldsspectrum. Dit was voor ons het examen in aanloop naar deelname aan de NATO Response Force in 2016. Ook het leveren van schepen voor andere NAVO-verbanden, zoals de Standing NATO Maritime Groups en de Standing NATO Mine Counter Measures Groups, krijgt wat mij betreft prioriteit.”

Waar de Belgische en Nederlandse marine al tot in de haarvaten verweven zijn, staat ook met andere Europese landen meer samenwerking in de steigers: “Met Duitsland gaan we afspraken maken over medegebruik van ons Joint Support Ship Karel Doorman. Dat land heeft behoefte aan strategisch zeetransport, terwijl wij daarvoor tankercapaciteit retour krijgen. Ook gaan we vanaf februari werken aan de integratie van het Duitse Seebataillon binnen de Koninklijke Marine. Je kunt die eenheid zien als een combinatie van onze Defensie Duikgroep en elementen van het Korps Mariniers. Ten slotte bouwen we met de Britse Royal Navy verder aan de Joint Expeditionary Force. Daarnaast sluit ik niet uit dat de uitkomst van de Strategic Defence & Security Review de Britten en Nederlanders op maritiem gebied nog dichter bij elkaar brengt.”

‘Geef mensen de ruimte om zelf met goed ideeën te komen’

Afstand nemen

Kortom: voorwaarts. Er staat genoeg op stapel. Toch hecht generaal Verkerk er aan om nog even stil te staan bij de afsluiting van 2015. “We zijn onderweg mensen verloren, door ziekte en ongevallen. Dat vind ik bijzonder triest en mijn gedachten gaan uit naar hun nabestaanden en directe collega's. Niet ons materiaal, maar onze mensen maken immers de organisatie. Overigens denk ik dat we nog meer uit hen kunnen halen als we onze mensen, van hoog tot laag, meer de ruimte geven om zelf met goede ideeën te komen en een sfeer te creëren waarin we niet bang hoeven te zijn om fouten te maken, maar dingen durven anders, beter te doen. Intrinsiek gemotiveerde werknemers weten namelijk zelf vaak het beste welke veranderingen verbeteringen zijn. We moeten af van de automatische piloot. Neem een beetje afstand; daar komen de mooiste dingen uit voort.”

Om te zorgen dat mensen het ook naar de zin blijven hebben, wil Verkerk dat de KM meer perspectief biedt aan werknemers.