02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 11

350 jaar op de bres

Geschiedenis van het Korps Mariniers in vogelvlucht

Vlootvoogd Michiel de Ruyter zag de behoefte aan gespecialiseerde militairen, die zich niet bezig hoefden te houden met het zeilen, en die zich konden concentreren op het gevecht, op en vanaf het water. Zo zag het regiment van zeesoldaten het levenslicht in 1665. In Chatham (1667) drukte deze eenheid zijn stempel voor het eerst in de geschiedenisboeken. Sindsdien stond het latere Korps Mariniers vaak op de bres. Vooral van de laatste eeuw zijn van de operaties beelden bewaard gebleven. Hoewel uiteraard zeer onvolledig, hierbij een greep uit de geschiedenis in beeld.

Tekst: LTZ 2OC (SD) Joost Margés | Foto: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Regiment soldaten voor de marine

In 1665 kreeg trad een regiment soldaten toe tot de marine. Dit was op verzoek van raadpensionaris Johan de Witt en luitenant-admiraal Michiel de Ruyter. De eerste commandant was Willem Joseph van Ghent (afbeelding) naar wie de Van Ghentkazerne in Rotterdam is vernoemd. Hij nam deel aan de tocht naar Chatham. In 1672 probeerde Van Ghent dit succes te evenaren. Dit leidde tot de eerste Slag bij Solebay. Hij viel met zijn schip de Dolphijn de Royal James aan en kwam tijdens deze strijd om het leven. Hij werd 46 jaar.

Tocht naar Chatham

Heldendaad nummer 1 uit de korpsgeschiedenis! Michiel de Ruyter, Cornelis de Witt en Willem van Ghent hebben het stoutmoedige plan opgevat om de Engelse vloot in de thuishaven van Chatham te vernietigen. Onderweg gaan 800 Nederlandse mariniers aan land om een Engels fort uit te schakelen. Dit maakt voor de vloot de weg vrij om de marinebasis aan te vallen. Bij Chatham worden 13 Engelse schepen vernietigd. Ook wordt het vlaggenschip Royal Charles gekaapt en meegenomen naar Holland. Met deze legendarische actie kwam een mooi einde aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.

Gezantschapswachten China

Toen de Westerse diplomatenwijk in Peking in 1900 werd bedreigd door de bevolkingsopstand tegen de Chinese dynastie, stuurden veel landen militairen. Nederland zond het pantserdekschip Hr. Ms. Holland en een ‘landingsdivisie' van de mariniers naar China. Tot 1920 bleven de zeesoldaten hier als ‘gezantschapswachten’.

Vaandel ingesteld

Het Korps Mariniers kreeg in 1929 het vaandel uitgereikt. Hierop staan inmiddels de wapenfeiten vermeld: Spanje, Algiers, West-Indië, Kijkduin, Doggersbank, Bali, Atjeh, Chatham, Seneffe, Rotterdam, Java en Madoera, Javazee en Nieuw-Guinea. Na de Tweede Wereldoorlog kende koningin Wilhelmina de Militaire Willems-Orde toe aan het Korps Mariniers. De medaille werd in 1946 aan het vaandel gehecht.

Maasbruggen Rotterdam

De strijd liep niet uit op een glorieuze overwinning, maar toch zorgde de verbetenheid waarmee de mariniers weerstand boden tegen oprukkende Duitse troepen voor veel lof. Na 4 dagen maakte het bombardement op de Maasstad en de daarop volgende capitulatie (zie foto) een einde aan het taaie verzet van de marinirs en hun landmachtcollega's. Een dag eerder waren de mariniers zelfs nog in de tegenaanval gegaan, ten koste van zware verliezen. Nog immer krijgen veel oudere Rotterdammers glimmende ogen van het verzet van hun ‘Zwarte Duivels’.

Vechten voor behoud van Nederlands-Indië

Het Korps Mariniers was van 1946 tot 1950 actief in het toenmalig Nederlands-Indië met de Mariniersbrigade, die op het hoogtepunt 5.000 man telde. De mariniers namen deel aan de politionele acties tegen Indonesische opstandelingen. Op de foto gaan mariniers vanuit de Pelikaan aan land in de Mauritsbaai bij Tjilatjap (Java) tijdens de Eerste Politionele actie in 1947. Medio 1949 werden echter onderhandelingen geopend; later dat jaar volgde soevereiniteitsoverdracht.

Nederlandse invloed Nieuw-Guinea

Na de onafhankelijkheid van Indonesië had Nederland alleen nog zeggenschap over West-Nieuw-Guinea. Dit overigens tot onvrede van Indonesië. Van 1950 tot 1962 hadden ook mariniers de handen vol aan infiltranten uit het buurland. Op de foto gaan mariniers vanuit een watervliegtuig van het type Martin Mariner per Zodiac aan land bij Biak. Onder druk van met name de VS gaf Nederland zijn positie in Nieuw-Guinea op en kwam het in 1962 onder Indonesisch bewind.

Treinkaping bij De Punt

Uit onvrede met het Nederlandse beleid ten opzichte van de Molukken en de Molukkers in Nederland, gijzelen 9 Zuid-Molukse jongeren op 23 juni 1977 een trein bij het Drentse De Punt. Na het vastlopen van de onderhandelingen, openen scherpschutters van de Bijzondere Bijstandseenheid Krijgsmacht op 11 juni het vuur op de trein. Terwijl Starfighter-gevechtsvliegtuigen ter afleiding laag overvliegen, bestormen mariniers de trein. Ze bevrijden 49 gijzelaars, 2 komen om. Onder de kapers vallen 6 doden.

Eerste missie naar Irak

Na de Eerste Golfoorlog profiteerden de terugkerende Koerdische soldaten en Peshmerga’s in Noord-Irak van het machtsvacuüm na de Eerste Golfoorlog. De Iraakse autoriteiten sloegen de opstand echter neer, waarna de Koerdische bevolking in maart 1991 massaal op de vlucht sloeg.  Met operatie Provide Comfort zorgde de VN voor een veilige zone. Nederland vaardigde 400 mariniers en 600 landmachters af voor de operatie. De marinierseenheid bestond uit een verzorgingscompagnie, een ondersteuningscompagnie en 2 infanteriecompagnieën. De eenheden richtten 3 vluchtelingenkampen in die ze later overdroegen aan civiele organisaties. De mariniers keerden als laatste Nederlanders terug, in juli 1991. 

VN-missie in Cambodja

Na de wapenstilstand in Cambodja tussen de Rode Khmer, de door Vietnam gesteunde regering en andere groeperingen, startte de VN 2 missies. UNAMIC hield toezicht op het staakt-het-vuren en het mijnenvrij maken van belangrijke gebieden. UNTAC zorgde voor de terugkeer van vluchtelingen, ontwapening van strijdgroepen en het organiseren van vrije verkiezingen. Nederland leverde in 1992 explosievenexperts en (tot 3 keer toe) een bataljon mariniers.

Hulp voor Haïti

Het Korps Mariniers leverde vanaf 1994 130 man aan de VN-missie in Haïti (UNMIH), om toe te zien op rust en orde in de voormalige Franse kolonie. Hier was de eerste democratisch gekozen president Aristide sinds de onafhankelijkheid in 1806 door het leger afgezet. Haïti zuchtte tot 1986 onder de dictaturen van ‘Papa Doc’ en ‘Baby Doc’ Duvalier. In 1996 kwam UNMIH tot een einde, nadat president Aristide weer aan de macht was gekomen.

Schieten op Serviërs in Bosnië

Mariniers van de Eerste Mortiercompagnie van het Gevechtssteunbataljon namen in 1995 Servische stellingen bij Sarajevo zwaar onder vuur met hun 120 millimeter-mortieren. Vanaf Mount Igman schakelden zij met 150 granaten Servische mortier- en artillerie-opstellingen en luchtdoelgeschut uit. De Nederlandse eenheid maakte deel uit van een multinationale brigade.

Hondenweer in Honduras

Orkaan Mitch raasde in 1998 over Midden-Amerika. Vooral Honduras, Nicaragua, El Salvador en Guatemala werden zwaar getroffen. Op sommige plaatsen viel meer dan 900 millimeter water. Dit veroorzaakte overstromingen, modderstromen en aardverschuivingen. In totaal lieten bijna 25.000 mensen het leven, waarvan de helft in Honduras. Het stationsschip Hr. Ms. Willem van der Zaan schoot te hulp en zette mariniers aan land. Zij waren koud terug van hun jungletraining in Belize. Later volgde nog een marinierscompagnie.

Hulp aan Kosovaarse vluchtelingen

Na de grimmige strijd in andere delen van het voormalig Joegoslavië, liet de Servische president Milosevic zijn oog op Kosovo vallen. Het werd een typisch voorbeeld van etnische zuivering, in dit geval van Albanese Kosovaren. De NAVO reageerde met een luchtcampagne. Intussen werden vluchtelingen aan de Albanese kant van de grens opgevangen door de VN. Hr. Ms. Rotterdam zette mariniers-eenheden af in de havenstad Dürres, van waaruit zij vluchtelingenkonvooien begeleidden en beschermden. (Foto: J.M.)

Tussenbeide in Oost-Afrika

Na de onafhankelijkheid van Eritrea van Ethiopië in 1993, slaat de vlam in de pan. Dat leidt tot jarenlange strijd, die eindigt in 2000 met een staakt het vuren. Om dit te monitoren en een gedemilitariseerde bufferzone te handhaven, roept de VN UNMEE in het leven. Hiervoor levert Nederland het Tweede Mariniersbataljon, dat samen met een Canadese compagnie NECBAT vormt in centraal-Eritrea. Aan het hoofd: BRIGGENMARNS Patrick Cammaert, op dat moment commandant Stand-by Forces High Readiness Brigade van de VN. In 2001 draagt NECBAT de gebiedsverantwoordelijkheid over aan een Indiaas bataljon.

Terug naar Irak

Na de val van Saddam Hoessein vormden mariniersbataljons de eerste 2 rotaties van de Stabilisation Force Iraq in de zuidelijke provincie Al Muthanna. De taken: zorgen voor stabiliteit, herstel van basisvoorzieningen en opleiden van veiligheidsfunctionarissen. De situatie in Al-Muthanna was bij aanvang van de missie relatief rustig. Later werden ook de Nederlanders – net als bondgenoten elders in Irak – geconfronteerd met verzet en beschietingen. Meer patrouilles en een grotere inlichtingeninspanning brachten weer rust. Na de verkiezingen van januari 2005 droeg Nederland de verantwoordelijkheid over aan de Britten.

Stabiliteit, wederopbouw en training in Afghanistan

Na het omverwerpen van het Taliban-regime in Afghanistan, wachtte de internationale gemeenschap een volgende uitdaging: het brengen van stabiliteit en zorgen voor wederopbouw van het land en vooral ook de veiligheidssector. Nederland kreeg de provincie Uruzgan toegewezen. 22 Infanteriecompagnie van het Tweede Mariniersbataljon maakte hier in 2009 en 2010 deel uit van de ‘paarse’ Battlegroup 10. Mannen van de Unit Interventie Mariniers namen deel aan gevechtsacties binnen de Taskgroep Viper en Taskgroep 55. Enkele jaren later (2013) leverde het Korps Mariniers het merendeel van de militairen voor de 5e lichting voor de politietrainingsmissie in de provincie Kunduz.

Kordaat in Tsjaad

Een verkenningsdetachement van het Korps Mariniers ter grootte van een peloton verbleef van 2008 tot 2009 in het Afrikaanse Tsjaad. De 60 militairen maakten deel uit van een Iers bataljon op Camp Ciara in de plaats Goz Beida, nabij de Soedanese grens. De operatie van EUFOR Tsjaad was gericht op de bescherming van honderdduizenden vluchtelingen en ontheemden in de regio. Mede door zeer kordaat optreden wisten de mariniers vluchtelingen en hulpverleners te beschermen tegen rebellen. EUFOR Tsjaad gaf de verantwoordelijkheden in 2009 over aan VN-missie MINURCAT.

Kapingen beëindigen en voorkomen

Sinds 2008 vormen mariniers boardingteams aan boord van marineschepen voor antipiraterij-missies bij Oost-Afrika. Optreden van mariniers op het gekate motorschip Taipan in 2010 maakte veel indruk, mede doordat de bevrijding van gijzelaars en arrestatie van piraten met een Go-Pro was gefilmd. Onlangs kregen 2 mariniers van een andere eenheid een dapperheidsonderscheiding voor hun rol bij de bevrijdingsactie van gijzelaars op een dhow en de daarop volgende redding van drenkelingen, bij Somalië. Om juist kapingen te voorkomen, beschermen mariniers sinds 2011 in teamverband kwetsbare koopvaardijschepen door als Vessel Protection Detachments mee te varen.

Hete missie in Mali

Eerder dit jaar vormden operators van de Netherlands Maritime Special Operations Forces de Special Operations Land Task Group van de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie MINUSMA in het Afrikaanse Mali. Hun taak: het verzamelen van inlichtingen voor de mission commander, vooral ook tussen de gewapende groeperingen in de buitengebieden van Noord-Mali. De mariniers werden eind augustus afgelost door militairen van het Korps Commando Troepen.