Tekst Jack Oosthoek
Foto SMJR Gerben van Es | Video: Maurits Helfensteijn/Benny de Boer
Mariniers op schot in Bergen-Hohne
“Wapens laden”, kraakt een stem op het communicatiesysteem van de NAVO-schietbaan Bergen-Hohne in Duitsland. Als roofdieren die hun prooi beloeren, ratelen Viking-pantservoertuigen van het Korps Mariniers door het bruin golvende landschap. Vanuit hun koepel schieten mariniers van 24 Combat Support Squadron met .50-mitrailleurs op doelen. De atmosfeer is zwanger van het lood. Dan volgt de klap op de vuurpijl: een schot met het Gill-antitankwapen. Voor het eerst en voor het laatst dit jaar.
“Dit is een unieke oefening, omdat we zelden of nooit op deze manier trainen”, zegt eerste luitenant der mariniers Pieter Buitendijk, troopcommander van de Anti Armour Group van 24 Combat Support Group. “Bergen-Hohne is zó groot dat je daar prima tegelijkertijd met Vikings, .50-mitrailleurs en de Gill kunt manoeuvreren; het gecombineerde optreden. Belangrijk, want in moeilijke omstandigheden moeten wij de infanterie-eenheden van het Korps met vuursteun, combat support, beschermen.”
Door alle restricties kan in Nederland niet worden getraind in gecombineerd optreden. Laat staan dat je met de Gill kunt schieten. Daarvoor zijn de schietbanen te klein, vertelt Buitendijk. Met als consequentie dat de meeste mariniers weinig ervaring in gecombineerd optreden hebben. Ook live firing met de Gill is voor velen een nieuwe dimensie. “Bergen-Hohne is een schiet-eldorado. Hier oefenen geeft een boost. Iedereen is tot de tanden toe gemotiveerd”, beklemtoont Buitendijk.
‘Had ik gemist, dan had ik op een krat bier moeten trakteren’
Roestig karkas
Marinier 1 Ruben de Vente bewijst dat dit klopt. Door zijn goede resultaten op de schietsimulator in Nederland, mag hij het eerste en enige schot, dit jaar, met de Gill lossen. De Vente maakt zijn uitverkiezing volledig waar. Van het doel, een roestig karkas van een gevechtstank uit de vorige eeuw, blijft weinig over. “Ik focuste me op het doel en bleef koel”, legt hij uit. “Aan de andere kant voelde ik best wel wat emotie. Zal de adrenaline wel geweest zijn. Ik ben trots op mijn voltreffer. Had ik gemist, dan had ik na de oefening op een krat bier moeten trakteren. Nee, ik hoef geen eervolle vermelding. In het Korps Mariniers is iedereen gelijk, al zijn er vanzelfsprekend rangen en standen. Ik ben gewoon een tevreden marinier.”
Dat het Korps Mariniers de Gill maar 1 keer per jaar uit de kast trekt, noemt Buitendijk ‘angstaanjagend weinig’. Reden: een schot met de Gill loopt in de papieren. Dit neemt niet weg dat de mariniers de Gill koesteren. Hij is eenvoudig vanaf de schouder te bedienen (man portable) en dankzij hoogwaardige sensoren vliegt hij zijn doel op de millimeter nauwkeurig aan. Ook zendt de Gill geen signalen uit, waardoor de vijand hem niet kan detecteren.
Hoogte maken
Er kleven ook nadelen aan de Gill, weet Buitendijk. De batterijen zijn snel leeg en het systeem is binnen een straal van 300 meter van de lanceerplek niet bruikbaar. Dat komt doordat de missile tijdens de eerste 300 meter van zijn vlucht per sé hoogte moet maken. Anders vliegt hij over het doel heen, legt de luitenant uit.
Zoals het er nu uitziet, krijgt Nederland in de loop van 2016 de modernere versie van de 13 jaar oude Gill, de Spike. De omscholing van het personeel start in de loop van komend jaar. Het project om de Gill technisch op te waarderen draait al. Belangrijkste verbetering: de missile kan tijdens de vlucht wél op een ander doel worden gericht, mocht dat onverwacht nodig zijn. Zo voorkom je bijvoorbeeld omgevingsschade. Nog een voordeel: de reikwijdte van de Spike is groter dan die van de Gill: 4 kilometer tegen 2,5 kilometer.
‘Prettig dat we even geen gebrek aan munitie hebben’
Volkomen veilig
Net als Gill-schutter De Vente, heeft marinier 1 Yordi Vissers reden om tevreden te zijn. Voor de eerste keer loste hij in Bergen-Hohne vanaf een Viking diverse salvo’s met de .50-mitrailleur. “Ik verwachtte dat hij veel power zou hebben, maar de terugslag is minder sterk dan ik dacht. Door deze oefening ben ik een stuk verder in mijn opleiding gekomen.” Collega-marinier 1 Kevin van der Have voelt zich achter de .50-mitrailleur ‘heel veilig’. “Jij bent degene met het grootste wapen; met de meeste spierballen. Een tegenstander zal daarom vanuit zijn schuttersput niet snel op je vuren.” En Van der Have kan erover oordelen, hij schoot met de .50-mitrailleur al op schietbanen in België en Engeland en nu dus in Duitsland.
Mega-goede oefening
Sectiecommandant sergeant van de mariniers Michael Hellendoorn ziet de verrichtingen met tevredenheid aan, vanuit zijn veiligheids- en commandovoertuig – een soort Pausmobiel. Na anderhalve dag oefenen bemerkt hij een stijgende lijn in de prestaties van de mariniers van 24 Combat Support Squadron. “Ze weten nu ook wat het is om harde knallen te horen en om de .50 in bedwang te houden.” Opvolgend groepscommandant van de anti-tank group korporaal van de mariniers Nicky van Dongen spreekt van ‘een mega-goede oefening’. De zo noodzakelijke snelheid van handelen gaat bij iedereen zienderogen omhoog, maakt ook hij de balans op. “Prettig ook dat we even geen gebrek aan munitie hebben. Daardoor kunnen we voluit oefenen en dat maken we niet elk dag mee.”
Kostbare zaak
Schieten met de Gill voor opleidings- en trainingsdoeleinden is een kostbare aangelegenheid. Om de kosten laag te houden, staat er daarom een limiet op de hoeveel missiles die jaarlijks mag worden verschoten. Op dit moment is 6 het maximum (4 keer Commando Landstrijdkrachten, 2 keer Korps Mariniers). Ook simulatoren houden de kosten laag. De training daarin komt overigens prima met de werkelijkheid overeen. Zodoende kunnen zij daarin ook moeiteloos worden gecertificeerd. De schutters hoeven hiervoor dus niet noodzakelijkerwijs het veld in.