Tekst KAP Klaas Daane Bolier
Foto Cees Baardman
Ooit verbond hij diep in de bossen van Canada kettingzaagwonden van houthakkers. Inmiddels waakt Theo Simons als ARBO-Verpleegkundige al 16 jaar over de arbeidsomstandigheden op de Van Ghentkazerne, te Rotterdam. “Soms mis ik de heroïsche kant van het vak van verpleger weleens.”
Na zijn opleiding vertrok Theo meteen naar het geboorteland van zijn Canadese vrouw om daar aan de slag te gaan als verpleegkundige. “Een fantastische tijd”, blikt de inmiddels 62-jarige terug. 'We woonden en werkten in grote steden, zoals Vancouver, maar ook in kleine dorpjes waar de mensen leefden van de bosbouw. Het merendeel van de patiënten daar bestond dan ook uit lumberjacks die gewond waren geraakt in de bossen of in een van de vele houtzagerijen.”
Occupational health nurse
Zo kwam Theo in aanraking met het fenomeen occupational health nurse, oftewel ARBO-verpleegkundige in goed Nederlands. In plaats van gewonden achteraf te helpen, zorgt deze verpleegkundige ervoor dat de kans op ongelukken tijdens het werk zo klein mogelijk is. Een mooie uitdaging vond Simons en na 6 jaar in Canada liet hij zich in Nederland omscholen tot ARBO-verpleegkundige. Al vrij snel kreeg hij een baan bij de ARBO-dienst van de Koninklijke Marine, met als standplaats de Van Ghentkazerne te Rotterdam.
Afgezeken
“De marine had altijd wel mijn interesse en ik had vroeger weleens met de gedachte gespeeld om me aan te melden, maar dat is er destijds niet van gekomen.” De eerste jaren tussen de mariniers waren niet altijd even makkelijk voor Simons. “Het hele ARBO-gebeuren stond destijds nog in de kinderschoenen en dan kwam ik, als enigzins bleue burger, mij bemoeien met hun werk. Dan liepen daar wat van die ruige sergeant-majoors rond die de hele wereld hadden overgesjouwd en die maakten je redelijk direct duidelijk dat ze daar niet op zaten te wachten. Dan werd je soms behoorlijk afgezeken. Aan de andere kant vond ik het ook geweldig. Met z’n 17-en koffiedrinken aan een lange tafel en dan kwamen de verhalen. Beregezellig!”
Olievlek
Het ARBO-werk verschilde ook hemelsbreed met dat wat hij vanuit Canada gewend was. “Het is veel meer papierwerk; risico-inventarisaties maken en dergelijke. Echt een zaak van de lange adem. Het is een olievlek die zich langzaam uitbreidt en daar moet je geduld voor hebben. De mensen moeten vaak hun gedrag veranderen en dat kost nu eenmaal tijd. Het leuke is wel dat je overal komt. Ik kan hier wel in mijn hok gaan zitten, maar dan komt er niemand hoor. Pas als je op de werkvloer rondloopt, hoor je de problemen. Een van de allerleukste uitdagingen vind ik het oplossen van technische problemen. Bijvoorbeeld een klimaatregelingsprobleem in een werkruimte. Dan moet je gaan uitrekenen wat de oppervlakte van de ruimte is, gecombineerd met de grootte van het ventilatierooster enzovoort. Daar kan ik dan helemaal in opgaan, totdat ik de oplossing heb gevonden.”
Hoeveel voldoening Theo ook haalt uit zijn werk, soms mist hij de dynamische kant van het verplegingsvak weleens.
Rugzak
Veel voldoening haalt Simons ook uit het feit dat zijn werk direct bijdraagt aan een betere organisatie. “Veel aspirant-mariniers vielen uit vanwege schouderproblemen. Dat hebben we onderzocht en het bleek dat niet iedere marinier de juiste maat rugzak had, vaak ook gecombineerd met een onjuiste afstelling van de draagbanden. Daar hebben we een duidelijk schema voor opgesteld. Nu weet iedere marinier, gebaseerd op zijn lengte, welke rugzak hij nodig heeft en hoe die afgesteld moet worden. Dat draagt dan direct bij aan minder uitval. Frustrerend is het dan soms wel dat niet altijd alle maten rugzakken op voorraad zijn, maar ja, dat is niet anders.”
Jaloers
Maar hoeveel voldoening Theo ook haalt uit zijn huidige werk, soms mist hij de dynamische kant van het verplegingsvak nog weleens. “Mijn vrouw zit daar nog middenin en als ik die verhalen dan hoor, word ik weleens een beetje jaloers. Ja, soms mis ik de heroïsche kant van het vak verpleger weleens. De dankbaarheid als je iemand succesvol gereanimeerd hebt. Dat directe contact met de patiënten heb ik nu niet meer natuurlijk. Mijn werk is veel abstracter, maar wel net zo belangrijk, trouwens.”
En is Theo Simons zich na 16 jaar als burgermedewerker van de marine gaan hechten aan de KM? “Ja, dat denk ik wel. Ik heb een zeilboot en laatst kwam ik op zee de Karel Doorman tegen. En dan ben ik toch wel een beetje trots hoor!”