Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Inspecteur Generaal der Krijgsmacht legt al 70 jaar oor te luisteren

x
Foto boven: “Nog steeds is er op het hoogste dek behoefte aan ongefilterde informatie over wat er leeft op de werkvloer.” (Foto: Herman Zonderland)

Direct na de Tweede Wereldoorlog zag het instituut Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK) het levenslicht. De functie leek als een maatpak gecreëerd voor prins Bernhard. Zo bleef de ‘veteraan der veteranen’ na de oorlog betrokken bij de krijgsmacht, zonder dat hij er een officiële functie bekleedde. Zijn missie en die van zijn opvolgers: het oor te luisteren leggen en achterhalen wat er speelt bij de troepen, de veteranen en – inmiddels ook – de reservisten. “Ik vind het een groot compliment als mensen zeggen dat er écht naar ze geluisterd is.”

Sinds ruim een jaar is LTGEN Bart Hoitink IGK: “Een koninklijke en eervolle baan.” (Foto: Herman Zonderland)

Sinds ruim een jaar bekleedt luitenant-generaal (KLu) Bart Hoitink de functie van IGK. “Een koninklijke en eervolle baan”, zo omschrijft de generaal zijn functie, met het oog op de oorsprong ervan. “Bernhard is 31 jaar lang IGK geweest, tot aan zijn aftreden in 1976.” De militaire carrière van Hoitink – eveneens vlieger – begon in 1982. Via operationele plaatsingen, zoals commandant van de Cougar-missie voor SFOR in Bosnië (2000) en 298 Squadron (2005-2006), en staffuncties binnen de luchtmacht en in ‘het Haagse’, kwam Hoitink op de statige Zwaluwenberg terecht, te Hilversum.

Onafhankelijk

“Nog steeds is er op het hoogste dek behoefte aan ongefilterde informatie over wat er leeft op de werkvloer”, stelt Hoitink. “Daarom bezoek ik 2 à 3 keer per week onze eenheden; niet alleen de operationele, maar ook de ondersteunende, in binnen- en buitenland. We kunnen helaas niet alle problemen oplossen, maar ik vind het een groot compliment als mensen achteraf zeggen dat er écht naar ze geluisterd is. Dat dient maar 1 doel: de minister van Defensie onafhankelijk inlichten over wat mensen bezighoudt. Dat gebeurt met formele rapportages, maar ik praat ook regelmatig met de minister over allerlei zaken die het personeel bezighouden. Via de operationele lijn komt die informatie ook door, maar die lijn loopt naar de Commandant der Strijdkrachten. Als IGK werk ik vooral achter de schermen en probeer ik, samen met commandanten en directeuren, naar oplossingen te zoeken.”

Geen pioschop nodig

De onafhankelijke positie van de IGK maakt hem ook tot een ideale bemiddelaar. Daar wordt honderden keren per jaar gebruik van gemaakt. In 2013 waren er bijvoorbeeld 485 hulpvragen; in 2014 iets minder. “Mensen lopen nog wel eens tegen zaken aan in een sollicitatieprocedure of ze krijgen geen medaille, toelage of cursus toegewezen. Het kan ook zijn dat iemand in een conflictsituatie verkeert met zijn leidinggevende. Dan gaan wij een gesprek aan. Het gaat dan om bemiddeling, geen belangenbehartiging! Via bemiddeling kunnen we veel oplossen; daar hebben we geen pioschop bij nodig om mensen uit te graven. In dat opzicht is onze kantoorlocatie ideaal, deze biedt veel rust.” Dit laatste komt eveneens goed uit wanneer veteranen op gesprek komen over erkenning en waardering. “Regelmatig vinden hierover besprekingen plaats. Ook mag ik geregeld, namens de minister van Defensie, aan iemand een medaille uitreiken.” Daarmee stipt Hoitink de volgende rol van de IGK al aan, die van Inspecteur der Veteranen (117.500 in getal).

De functie van IGK leek als een maatpak gecreëerd voor prins Bernhard.
LADM Bernhard van Lippe Biesterveldt, Prins der Nederlanden, IGK van 1945 tot 1976.

Goede banden belangrijk

Als Inspecteur der Veteranen is de IGK tevens ombudsman voor alles waar oud-strijders en actief-dienenden met een veteranenstatus tegenaan lopen. Zo bont als prins Bernhard zal de generaal het niet maken, overigens. “Het gebeurde wel dat de prins een burgemeester persoonlijk opbelde als hem ter ore kwam dat een veteraan geen huurhuis kon krijgen. En dan werd het geregeld.” Toch zijn goede banden met de buitenwacht belangrijk, benadrukt Hoitink. “Een voorbeeld: voor een militair van 24 was het lastig om een goede hypotheek te krijgen, omdat hij een (tijdelijk) fase 2-contract had. Of hij ging meer premie betalen óf het hypotheekbedrag viel lager uit. Dus heb ik de banken uitgenodigd en verteld dat dit niet hoort bij maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe kun je zo’n jongen – nota bene Afghanistanveteraan – een poot uitdraaien terwijl hij ook nog zeker 11 jaar werk heeft!? Voor zulke argumenten zijn ze dan toch ontvankelijk.”

‘Het gebeurde wel dat de prins een burgemeester opbelde als een veteraan geen huurhuis kon krijgen. En dan werd het geregeld’

17 miljoen anjers

Ook met andere sectoren wordt hard gewerkt aan een goede verstandhouding, zodat (oud-) Defensiemedewerkers ervan kunnen profiteren. “Soms kloppen zakenmensen ook zelf aan; neem nou Jasper Schoenmakers. Hij raakte geïnspireerd door een verhaal van een invalide geraakte Amerikaanse militair die toch een florerend bedrijf wist op te bouwen. Hij vroeg of hij iets voor onze veteranen kon doen. Inmiddels heeft hij met anderen de stichting Onbekende Helden opgericht, om veteranen te helpen van werk naar werk. Hij heeft binnen de VANAD-groep in de ICT-sector 10 plaatsen ingeruimd voor veteranen. Een geweldige erkenning, toch? En erkenning leidt tot draagvlak. Ik merk dat het nationale gevoel over veteranen verandert, ten goede. Mijn droom is dat er in 2017 17 miljoen witte anjers gedragen worden. Vooruit: 10 miljoen vind ik ook goed. Die anjers moeten toch gewoon op de toonbank staan kruideniers, bouwmarkten en tankstations?”

Belangrijke brugfunctie

Wat zijn verder nog de hoop en verwachting van Hoitink, voor de komende periode? Los van erkenning voor veteranen, hecht de generaal er ook aan dat reservisten meer op waarde geschat worden. Aangezien de IGK tevens Inspecteur der Reservisten is, mag dit geen verrassing heten. “Zelf hebben wij naast 8 stafofficieren ook 5 reservisten in dienst; zij assisteren ons bij alles wat wij doen. Zo gaan zij gesprekken aan met mensen uit het bedrijfsleven, waarin ze zelf ook werkzaam zijn. Reservisten hebben een belangrijke brugfunctie. Ook zo creëer je draagvlak.”

‘Komt er geen verandering, dan schudden we harder aan de boom. Pas als iets is opgelost, sluiten we het dossier’

VADM Joost van Aalst, IGK van 1995 tot 1999.

Schudden aan de boom

Los van de belangenbehartiging, houdt de IGK ten slotte vooral oog voor zijn rol als wandelend geweten binnen Defensie. “Vanuit een situatie waarin we vooral constateerden en rapporteerden, vragen we nu ook nadrukkelijk om interne verantwoording door de eenheden. Komt er geen verandering, dan schudden we harder aan de boom. Pas als iets is opgelost, sluiten we het dossier. Tegelijkertijd moeten we er samen alles aan doen om onheil in de toekomst te voorkomen. Dus vragen we ons nadrukkelijk af: waar ligt de ‘Chroom-6’ van vandaag?”

x
VADM Michiel van Maanen, IGK van 2007 tot 2010.
LTGENMARNS Ton van Ede, IGK van 2012 tot 2014.

‘Waardevolle bijdrage leveren’

Luitenant-kolonel der mariniers Stan Oostervink is nu 4 jaar stafofficier bij de IGK namens het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Een van de taken is het voorbereiden van werkbezoeken van de IGK aan eenheden van CZSK. De Inspecteur Generaal doet periodiek verslag van deze bezoeken aan de minister van Defensie. Die werkbezoeken samen vormen de basis voor het jaarverslag aan de Tweede Kamer, met als doel een zo compleet mogelijk beeld te geven over de staat van Defensie. Oostervink en de 7 andere stafofficieren van verschillende krijgsmachtdelen leveren een belangrijke bijdrage aan deze verslaglegging. 

Een andere belangrijke taak betreft de afhandeling van verzoeken om individuele bemiddeling. “Hierbij treedt de stafofficier namens de IGK op als onafhankelijke bemiddelaar tussen de verzoeker en de Defensieorganisatie”, aldus Oostervink. “Ook vertegenwoordig je de IGK regelmatig tijdens bijeenkomsten waar hij vanuit zijn taak als adviseur of Inspecteur der Veteranen of Reservisten voor uitgenodigd is.”

Binnen het instituut IGK is Oostervink vooral ook ambassadeur namens de Koninklijke Marine; een goede band met je eigen krijgsmachtdeel is cruciaal om de IGK over ontwikkelingen binnen die KM te informeren en adviseren. “De signalen die we tijdens bezoeken opvangen zijn heel divers en variëren per onderdeel”, vertelt Oostervink. “Het belangrijkste is dat medewerkers het gevoel hebben dat ze vrij en onbevangen kunnen zeggen wat er goed en minder goed gaat, wat hen dwars zit en dat zij het gevoel hebben dat met die bevindingen ook iets wordt gedaan. Het mooiste aan mijn functie is dat je een waardevolle bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de eigen organisatie.”

LTKOLMARNS Stan Oostervink, stafofficier namens CZSK.